Motie Burger­beraad als vaste waarde in de Utrechtse demo­cratie

Motie 152/2025

De gemeenteraad van Utrecht, in vergadering bijeen op 27 maart 2025, ter bespreking van de raadsbrief ‘Evaluatie Burgerberaad jaarwisseling’ d.d. 11 oktober 2024.

Constaterende dat:
1. Het college in de commissie VBF d.d. 20 maart 2025 duidelijk heeft aangegeven geen financiële ruimte te zien voor het organiseren van een Burgerberaad in 2026 en daarvoor daarom ook geen voorstel te doen in de eerstvolgende Voorjaarsnota 2025 met o.a. het daartoe reserveren van voldoende budget; 

2. De Werkgroep Burgerberaad 030 in een brief aan de raad d.d. 6 december 2024 aangeeft dat sprake zou zijn van ‘kapitaalvernietiging als niet wordt doorgegaan met het leerproces om middels burgerberaden de democratie dichter bij de Utrechtse burger te brengen’.

Overwegende dat:
1. Het college aangeeft graag door te willen en alle geleerde lessen mee te nemen in de reeds gestarte verkenning voor een volgend Burgerberaad; 

2. Het college dit o.a. graag wil omdat zij ziet ‘wat eigenaarschap bij Utrechters met hen doet en wat dat betekent in de samenwerkingsrelatie met de gemeente'; 

3. Als de gemeente eens in de drie of vier jaar een Burgerberaad organiseert het lastig gaat zijn ervaringen vast te houden en er blijvend van te leren;

4. Utrechters het alleen als een vaste waarde voor de lokale democratie gaan zien als het Burgerberaad regelmatig en zichtbaar wordt georganiseerd;

5. Het daarom belangrijk is om minimaal tweejaarlijks een Burgerberaad te organiseren; 

6. Dit volledig past in het dichten van de kloof tussen burger en politiek, in het herstellen van vertrouwen in de overheid en opbouwen van gemeenschapskracht in de samenleving;

7. Het daarmee de duurzame en meerjarige steun verdient van de politiek en echt niet elke vier jaar weer volledig in een nieuwe gemeenteraad ter discussie moet worden gesteld;

8. Dit betekent dat na het eerste Utrechtse Burgerberaad in 2024 het zeer belangrijk is het volgende Burgerberaad op z’n laatst in 2026 te organiseren;

9. De financiering voor een Burgerberaad niet altijd ‘extra geld’ hoeft te betekenen maar ook deels kan komen uit reeds gereserveerd budget voor een ingepland (participatie)traject, dat (deels) kan vervallen omdat het Burgerberaad (bijvoorbeeld op buurt/wijkniveau) dat traject grotendeels vervangt.

Draagt het college op:
1. Bij de Voorjaarsnota 2025 een voorstel te doen hoe in de begroting 2026 voldoende ruimte kan worden vrijgemaakt voor het organiseren van een tweede Burgerberaad in 2026;

2. Onder meer uit te zoeken of, qua aanpak, financiering gevonden kan worden door een ingepland participatietraject in de vorm van een Burgerberaad te laten plaatsvinden.

Gert Dijkstra, EenUtrecht
Maarten van Heuven, Partij voor de Dieren
Ruud Maas, Volt