Commis­sie­bij­drage Program­ma­tische verkenning Rijnenburg


21 november 2024

De Partij voor de Dieren is nog steeds tegen bouwen in Rijnenburg. We gaan wéér eens bouwen in het leefgebied van dieren, en in een groengebied dat ook voor mensen relevant is, en dan ook nog eens massaal ook. Dat is gewoon geen goed plan. De ontwikkelplannen betekenen een verwoesting van het huidige cultuurlandschap en van de bestaande ecologie.

Er leven nu onder meer kievitten, grutto's, tureluren, modderkruipers en bunzingen. Om maar een paar soorten te noemen. Met deze soorten gaat het extreem slecht. En door de bouw van 25.000 woningen in Rijnenburg zal al hun leefgebied verloren gaan.

Wat de Partij voor de Dieren betreft behouden én versterken we de bestaande natuur in Rijnenburg. Maar: er is nu eenmaal besloten dat er gebouwd gaat worden – tegen onze zin in, en ten koste van dieren die er nu leven.

Maar als er toch gebouwd wordt, want de Partij voor de Dieren ziet ook wel dat er helaas een meerderheid voor die plannen is: kunnen we maar beter meedenken en de plannen waar mogelijk verbeteren. Ik ga een aantal punten af.

Ecologie:
Wij hebben grote zorgen: Wat gaan we doen om te zorgen dat de weidevogels plek houden? Wat gaan we doen om te zorgen dat de modderkruiper en de heikikker plek houden?

En hoe behouden we de monumentale wilgen (van circa 100 jaar oud)?

Voorzitter dit zijn geen retorische vragen. Het behoud van leefgebied van de aanwezige dieren, en als dit niet kan, hen tijdig begeleiden naar een plek waar ze gezond en veilig kunnen leven, moet een basisvoorwaarde zijn. En datzelfde geldt voor behoud van de monumentale wilgen, ook als dat bijvoorbeeld betekent dat een deel van de polder niet opgehoogd kan worden rondom deze bomen. Kan wethouder toezeggen zowel deze wilgen als het garanderen van leefgebied voor dieren als voorwaarde in de uitgangspuntennota op te nemen?

Er staan veel groene ambities in de verkenning, maar nog niets over de kwaliteit van de biodiversiteit. Kan wethouder toezeggen dat versterking van de biodiversiteit als basisvoorwaarde meegenomen wordt in de uitgangspuntennota?

Duurzaamheid:
Korte vraag: deelt de wethouder dat dit minstens een energieneutrale, maar eigenlijk gewoon een energiepositieve wijk moet worden (en dan energielandschap niet meegerekend)? En dat we anders niet aan de bouw zouden moeten beginnen?

Programma:
Voorzitter, het is nog niet duidelijk hoe het woonprogramma eruit gaat zien. De programmatische verkenning en de bijlage van het consortium noemen daarover ook verschillende percentages. Als Partij voor de Dieren stellen we voor 40/40/20 (sociaal/middenhuur/duur). Welke ruimte is daarvoor? Kan de wethouder toezeggen hier vanaf nu vanuit te gaan in alle documenten?

Dichtheid:
Kunnen we een vast percentage vastleggen dat we bestemmen voor natuur? Bijvoorbeeld 90% van de polder? Waarbij natuur inhoudt dat het enkelvoudig een bestemming ‘groen’ heeft en bij inrichtingskeuzes het herstellen van de biodiversiteit leidend is.

    Dus als we voor hoge dichtheid en veel groene ruimte eromheen kiezen, dat die groene ruimte dan ook echt groen blijft?

    (Fijn dat er Verwilderingszones komen waar de natuur haar gang kan gaan, hoeveel hectare wordt dat? Liefst veel)

    Mobiliteit:
    Natuurlijk moet dit een ov-wijk worden. Fundamenteel is dus dat dit geregeld wordt. Kan wethouder toezeggen dat met de ontwikkelplannen verdergegaan alleen als dit geregeld is?