Commissiebijdrage Standplaatsen
Het nu voorliggende raadvoorstel gaat uit van schaarse plekken verdelen op basis van loting en ingang per 1 januari 2024.
Beide punten zijn voor de Partij voor de Dieren problematisch.
Verdelingsmethode:
Het gebruik van de openbare ruimte voor standplaatsen gebeurt al decennia en de gemeente verleende vergunningen hiervoor altijd aan de al gevestigde standplaatshouder, die op deze manier op continuïteit kan rekenen.
Daar is natuurlijk iets voor te zeggen, maar dit geeft geen enkele ruimte voor vernieuwing. Niet voor nieuwe standplaatshouders maar ook niet om huidige standplaatshouders te motiveren tot vernieuwing.
Dit terwijl de wereld ondertussen niet stil staat. De stad wordt drukker en voller, de openbare ruimte viezer en ongezonder, de klimaatcrisis dendert voort.
De Partij voor de Dieren wil daarom niet verdelen op basis van loting of wie er het langste zit, maar ook inhoudelijke criteria laten meewegen.
Bij die criteria hoort maatschappelijke relevantie: betekenis voor de wijk. Want sommige standplaatshouders zijn niet alleen verkooppunt, maar vervullen ook een sociale functie als ontmoetingsplek of aanspreekpunt in de buurt. Dat willen we voorrang geven in het proces.
Maar even belangrijk: duurzaamheid, volksgezondheid en dierenwelzijn. Denk aan energieverbruik (zonnepanelen), recyclen van frituurvet, productaanbod (biologisch, plantaardig, lokaal) en verpakkingen.
Kan de wethouder toezeggen deze criteria verder uit te werken en met een voorstel te komen hoe deze criteria mee te wegen in de verdeling van standplaatsen?
Kan de wethouder wel toezeggen om bij brancheren terughoudend te zijn met het aantal plekken voor verkoop van dierlijke producten en dit aantal te beperken?
Ingangsdatum:
In de RIB werd aangegeven dat het college ongeveer grofweg een halfjaar nodig zou hebben voor het uitwerken van criteria. Op zich fijn dat het snel kan, maar vraag aan de wethouder: is in die periode voldoende tijd voor zittende standplaatshouders om zich voor te bereiden en eventueel aan te passen om aan de criteria te voldoen?
Wij denken namelijk van niet en gunnen de zittende standplaatshouders meer tijd – juist vanwege het zo vreselijk verlopen proces afgelopen periode. Kan de wethouder toezeggen langer te wachten met invoering (bijvoorbeeld 2 jaar) en ook om zittende standplaatshouders te ondersteunen wanneer zij hulp kunnen gebruiken om aan de criteria te gaan voldoen?
Overgangstermijn
10 jaar wachten tot dat nieuwe criteria kunnen gaan gelden is lang. We willen die criteria met een reden.
Tegelijkertijd is het redelijk om coulant te zijn naar zittende standplaatshouders die tijd nodig hebben zich op nieuwe situatie voor te bereiden.
De Partij voor de Dieren zou willen voorstellen om een kortere overgangstermijn of gedoogconstructie af te spreken.
Of om wel nog 10 jaar overgangstermijn te doen, maar alleen als daaraan inhoudelijke voorwaarden verbonden worden. Bijvoorbeeld dat een nieuwe verlenging alleen gegund wordt als een standplaatshouder aantoont om binnen 2 jaar aan de nieuwe criteria te gaan voldoen.
Graag een reactie van de wethouder of een dergelijke voorwaarde aan verlenging verbonden kan worden.
Wij staan voor:
Interessant voor jou
Commissiebijdrage Beantwoording SV 2022 nr. 228 over Eerlijke ruimte voor lokale energie-initiatieven
Lees verderCommissiebijdrage Raadsvoorstel Vaststelling Huisvestingsverordening gemeente Utrecht
Lees verder