Mondelinge vragen Genderongelijkheid en armoede gaan hand in hand
Indiendatum: 7 mrt. 2024
Mondelinge vragen 1, 7 maart 2023
“In de strijd voor gelijke kansen richt Nederland zich te veel op het aanmoedigen van ‘topvrouwen’ en te weinig op alleenstaande moeders, mantelzorgers en werkende armen,” aldus Hoba Gull, VN-vrouwen vertegenwoordiger in Trouw op 1 maart jl. Armoede raakt vrouwen harder dan mannen. De oorzaken zijn onveranderd: de loonkloof, pensioenkloof maar ook de nog steeds “traditionele” rolverdeling in een huishouden, waarbij meestal en vrouw niet of deeltijd werkt om voor de kinderen te zorgen. Dit heeft een negatief effect op de (financiële) onafhankelijkheid van vrouwen.
De Financial Times schreef op 26 januari jl. over ontwikkelingen in de ideologische kloof tussen vrouwen en mannen. Zij schrijven over dat vrouwen steeds progressiever worden en dat mannen conservatiever worden en toenemend negatief staan tegenover feminisme. Juist in een tijd waarbij je zou mogen verwachten dat genderongelijkheid steeds kleiner wordt om uiteindelijk te verdwijnen is dit een zorgelijke ontwikkeling. Het draagt daarbij niet bij aan het oplossen van het door Gull geadresseerde probleem. Als samenleving moeten we er voor zorgen dat vrouwen in staat worden gesteld economisch onafhankelijk te zijn.
Morgen is het Internationale Vrouwendag en daarom grijpen D66, Student & Starter, GroenLinks, Partij voor de Dieren en BIJ1 dit vragenuur aan om de wethouder te vragen aandacht te besteden aan de relatie tussen genderongelijkheid en armoede.
1. Deelt het college het beeld dat de aandacht zich niet alleen mag beperken tot topvrouwen, maar vrouwen in het algemeen waar het gaat om gendergelijkheid?
2. Heeft het college een duidelijk beeld hoeveel vrouwen er in armoede leven in Utrecht?
3. Heeft het college een beeld hoeveel vrouwen betaalde werkzaamheden verrichten ten opzichten van mannen?
Anno 2024 zou de “traditionele rolverdeling” een vrijwillige keuze van de vrouw in kwestie moeten zijn.
4. Welke mogelijkheden ziet het college om vrouwen te stimuleren om (meer) te gaan werken?
5. Welke mogelijkheden ziet het college om vrouwen verder te emanciperen?
In het artikel wordt gerefereerd aan de schaamte die gepaard gaat met armoede. Ik heb hier al vaker aandacht voor gevraagd: Armoede mag geen taboe zijn en is niet iets om je voor te hoeven schamen. Het zorgt ervoor dat mensen terughoudend zijn in het inschakelen van hulp, waardoor problemen onnodig escaleren.
6. Zou het college dit nogmaals met ons willen benadrukken en ziet zij nog mogelijkheden om op in te zetten om de schaamte gepaard gaand met en taboe op armoede tot het verleden te laten behoren?
Venita Dada-Anthonij, D66
Xenia Minnaert, Partij voor de Dieren
Ruben Snijder, Student & Starter
Melody Deldjou Fard, GroenLinks
Mariam Al-Saqaff, VVD
Myrthe Minnaert, BIJ1
Ilse Raaijmakers, PvdA
Indiendatum:
7 mrt. 2024
Antwoorddatum: 7 mrt. 2024
Mondelinge vragen 1, 7 maart 2023
“In de strijd voor gelijke kansen richt Nederland zich te veel op het aanmoedigen van ‘topvrouwen’ en te weinig op alleenstaande moeders, mantelzorgers en werkende armen,” aldus Hoba Gull, VN-vrouwen vertegenwoordiger in Trouw op 1 maart jl. Armoede raakt vrouwen harder dan mannen. De oorzaken zijn onveranderd: de loonkloof, pensioenkloof maar ook de nog steeds “traditionele” rolverdeling in een huishouden, waarbij meestal en vrouw niet of deeltijd werkt om voor de kinderen te zorgen. Dit heeft een negatief effect op de (financiële) onafhankelijkheid van vrouwen.
De Financial Times schreef op 26 januari jl. over ontwikkelingen in de ideologische kloof tussen vrouwen en mannen. Zij schrijven over dat vrouwen steeds progressiever worden en dat mannen conservatiever worden en toenemend negatief staan tegenover feminisme. Juist in een tijd waarbij je zou mogen verwachten dat genderongelijkheid steeds kleiner wordt om uiteindelijk te verdwijnen is dit een zorgelijke ontwikkeling. Het draagt daarbij niet bij aan het oplossen van het door Gull geadresseerde probleem. Als samenleving moeten we er voor zorgen dat vrouwen in staat worden gesteld economisch onafhankelijk te zijn.
Morgen is het Internationale Vrouwendag en daarom grijpen D66, Student & Starter, GroenLinks, Partij voor de Dieren en BIJ1 dit vragenuur aan om de wethouder te vragen aandacht te besteden aan de relatie tussen genderongelijkheid en armoede.
1. Deelt het college het beeld dat de aandacht zich niet alleen mag beperken tot topvrouwen, maar vrouwen in het algemeen waar het gaat om gendergelijkheid?
Antwoord: Dank aan de fracties voor deze vragen. De vraag of ik deel dat de aandacht zich niet mag beperken tot topvrouwen maar uit moet gaan naar vrouwen in
het algemeen waar het gaat om gendergelijkheid, kan ik met “ja” beantwoorden. Het is belangrijk om genderongelijkheid ook te bekijken door de lens van het kruispuntdenken, waarbij we goed moeten kijken naar hen die op het kruispunt leven van verschillende uitsluitingsmechanismen. Dit vraagt ook
om verder te kijken dan de succesvolle vaak witte Cisgender wo-opgeleide vrouwen aan de top. We moeten juist kijken naar vrouwen die te maken hebben met armoede, maar bijvoorbeeld ook met racisme, validisme en transfobie, naar vrouwen met een praktijkopleiding of zij die mantelzorger zijn of alleenstaande ouder. Het is heel erg belangrijk om ons te realiseren dat het succes voor vrouwen aan de top niet altijd iets zegt over de gendergelijkheid in het algemeen.
2. Heeft het college een duidelijk beeld hoeveel vrouwen er in armoede leven in Utrecht?
Antwoord: De volgende vraag is of wij een duidelijk beeld hebben over hoeveel vrouwen er in armoede leven in Utrecht. Er zijn landelijke cijfers beschikbaar. Deze CBS-cijfers geven aan dat meer vrouwen dan mannen leven van een inkomen tot de lage-inkomensgrens en een inkomen op bijstandsniveau. 9,7% van de vrouwen heeft een inkomen onder de 120% en dat is de grens die het dichtst bij het Utrechts armoedebeleid ligt en 7,2% van de mannen. Als je dat extrapoleert naar Utrecht – dat is een schatting – zouden er 15.200 vrouwen en 11.000 mannen in Utrecht met een inkomen onder de 120% zijn.
3. Heeft het college een beeld hoeveel vrouwen betaalde werkzaamheden verrichten ten opzichten van mannen?
Antwoord: Dan de vraag of wij een beeld hebben van het aantal vrouwen die betaalde werkzaamheden verrichten ten opzichte van mannen. Ja, de arbeidsparticipatie wordt gemeten door het CBS via de Enquête beroepsbevolking. Voor mannen was de arbeidsparticipatie in 2023 81,5% en voor vrouwen 73,3%. Voor zowel mannen als vrouwen is dit hoger dan landelijk; dit zijn Utrechtse cijfers. Landelijk is het respectievelijk 77,2% en 68,9% en hoger dan in de andere G4 gemeenten. Ik heb hier ook de cijfers van de andere G4 staan, maar zij zijn in ieder geval hoger dan in de andere G4 gemeenten.
Anno 2024 zou de “traditionele rolverdeling” een vrijwillige keuze van de vrouw in kwestie moeten zijn.
4. Welke mogelijkheden ziet het college om vrouwen te stimuleren om (meer) te gaan werken?
Antwoord: Dan de mogelijkheden die wij hebben om vrouwen te stimuleren om meer te gaan werken. Een van de mogelijkheden om vrouwen te stimuleren om meer te gaan werken is het doorbreken van stereotypen en het zichtbaar maken van voorbeelden ter inspiratie en motivatie. Dat is ook de reden waarom de gemeente Utrecht deelneemt aan het rolmodellencampagne ter ere van de Internationale Vrouwendag en ook op deze dag een event ter ere hiervan organiseert. Daarmee benadrukken wij
het belang van gendergelijkheid en diversiteit op de arbeidsmarkt. Daarnaast stelt het college, in samenwerking met onder andere de ROM Utrecht Region, Startup Utrecht en de provincie Utrecht een nieuwe strategie op waar een van de speerpunten het verhogen van diversiteit van Founders is. Ook zetten we in op een inclusieve werkvloer, een werkvloer waar onder andere vrouwen dezelfde kansen krijgen als mannen. Dat doen we via het programma inclusieve arbeidsmarkt. Binnen het programma wordt door Utrecht Divers & Inclusief bij Utrechtse werkgevers ingezet op bewustwording en handelingsperspectief. Het aanpakken van ongelijke kansen op de arbeidsmarkt kunnen we als gemeente Utrecht natuurlijk niet alleen. Om die reden worden de contacten met de G4 gemeenten, de NCDR en het ministerie steviger aangezet. Het bureau van de Nationaal Coördinator Discriminatie en Racisme zal enkele expertmeetings organiseren om met alle landelijke ketenpartners te komen tot een gezamenlijke visie Inclusieve arbeidsmarkt. Als gemeente hebben wij bovendien regelmatig contact met het bureau van de NCDR ter voorbereiding op deze expertmeeting. Gendergelijkheid gaat overigens over het emanciperen van de gehele samenleving, niet alleen vrouwen. Het gaat om het doorbreken van het normatieve en binaire denken over gender. Daar hebben we ook – en wellicht ook vooral – mannen voor nodig, want het normatieve en binaire denken met betrekking tot gender raakt iedereen en beperkt ook iedereen in de mogelijkheden om volledig en in veiligheid zichzelf te kunnen zijn. Ik wil dan ook hier de oproep doen om gendergelijkheid niet de opgave van vrouwen te maken, maar van ons allemaal.
5. Welke mogelijkheden ziet het college om vrouwen verder te emanciperen?
Antwoord: Verwerkt in antwoord 4.
In het artikel wordt gerefereerd aan de schaamte die gepaard gaat met armoede. Ik heb hier al vaker aandacht voor gevraagd: Armoede mag geen taboe zijn en is niet iets om je voor te hoeven schamen. Het zorgt ervoor dat mensen terughoudend zijn in het inschakelen van hulp, waardoor problemen onnodig escaleren.
6. Zou het college dit nogmaals met ons willen benadrukken en ziet zij nog mogelijkheden om op in te zetten om de schaamte gepaard gaand met en taboe op armoede tot het verleden te laten behoren?
Antwoord: De laatste vraag was of ik wil nadrukken of ik nog mogelijkheden om in te zetten op de schaamte die gepaard gaat met het taboe op armoede. Ja, het blijft ontzettend belangrijk om de schaamte over armoede te doorbreken. Dat is helaas niet eenvoudig; de inwoners die het raakt, zijn veelal kwetsbaar en vaak speelt stress ook een rol. Ze hebben soms ook veel meegemaakt. Daarom blijft onze inzet om armoede en geldzorgen bespreekbaar te maken en de signalen van geldstress te herkennen. Dat doen we vooral met onze partners in onze stad, zoals huisartsen. Ik wil ook het taboe op het inschakelen van hulp doorbreken. Daarom hebben wij in Utrecht ook de campagne Weet waar je recht op hebt, zodat mensen weten dat zij recht hebben op hulp. De abri’s hangen er vol mee en er zijn ook diverse stichtingen en netwerken in de stad die zich ook richten op het bereiken van vrouwen.
Venita Dada-Anthonij, D66
Xenia Minnaert, Partij voor de Dieren
Ruben Snijder, Student & Starter
Melody Deldjou Fard, GroenLinks
Mariam Al-Saqaff, VVD
Myrthe Minnaert, BIJ1
Ilse Raaijmakers, PvdA
Wij staan voor:
Interessant voor jou
Schriftelijke vragen toegankelijkheid cultuurcluster en de cultuur-as Leidsche Rijn
Lees verderSchriftelijke vragen Kappen met kappen voor zonnepanelen
Lees verder