Schrif­te­lijke vragen Rol van Utrecht in MDMA gebruik


Indiendatum: 24 okt. 2023

Schriftelijke vragen 196/2023

Op 29 augustus is er een Raadsinformatiebijeenkomst georganiseerd over het reguleren van MDMA. Het reguleren van drugs gebeurt met name via landelijke wetgeving. Toch kunnen wij in Utrecht ook onze rol pakken in veilig drugsgebruik. In het kader van volksgezondheid, is het van belang dat als drugs gebruikt worden, dit veilig gebeurt. De keuze om in deze vragen te richten op specifiek het beleid t.a.v. MDMA is omdat dit veelgebruikte middel een relatief lage schadelijkheid heeft t.o.v. de meeste andere soorten drugs die als harddrugs gecategoriseerd zijn door de Rijksoverheid.

Hierover hebben de indienende fracties de volgende vragen:

Drugstestcapaciteit

Het voorkomen dat mensen vervuilde drugs gebruiken is ontzettend belangrijk. We hebben al vaker gesproken over de testcapaciteit van Jellinek en weten dat deze nu minimaal is. Dit terwijl het testmoment ook een gelegenheid biedt om informatie te delen over veilig drugsgebruik.

1. In Amsterdam, Den Haag, Rotterdam en Amersfoort is een FTIR (testapparaat) aanwezig. Wat zijn daar de ervaringen? Is Utrecht bereid om ook een FTIR aan te schaffen om de testcapaciteit te vergroten? Zijn er andere organisaties die dit mede zouden kunnen financieren?

2. Kan de gemeente Utrecht samenwerken met andere gemeenten om de testcapaciteit uit te breiden?

Voorlichting en hulp

3. Tijdens de RIB gaven sprekers aan dat een sfeer van veilig drugsgebruik ook aankomt op informatie verstrekken. Welke rol kan hier de gemeente extra in nemen dan nu al het geval is?

4. Voorlichting moet altijd gepaard gaan met vroegtijdig signaleren van (problematisch) gebruik en laagdrempelig hulpaanbod. Ontvangt de gemeente signalen dat dit hulpaanbod nu niet toereikend is? Wat is er voor nodig om dit uit te breiden.

5. Ziet de gemeente mogelijkheid om een trendonderzoek onder risicogroepen (Antenne Utrecht) te doen om inzicht te krijgen in de doelgroep en op wie en waar het beste ingespeeld kan worden?

Milieuschade

6. In het rapport van de Denktank MDMA-Beleid staat dat Nederlandse gemeenten overwegen om illegale drugsproducenten toe te staan hun chemisch afval anoniem (en gratis) op officiële afleverpunten te dumpen. Dit zorgt ervoor dat chemisch afval niet in ons waterzuiveringssysteem komt. Is het dumpen van chemisch afval een probleem in onze gemeente en in de regio Utrecht? Is het college het met ons eens dat dit de illegale dump en daaruit volgende milieuschade kan voorkomen? Waartoe is het college op dit vlak bereid?

Veiligheid

7. Hoeveel Utrechters zijn er in de afgelopen jaren met meer dan de gebruikershoeveelheid MDMA op zak, opgepakt? Hebben wij als gemeente een beeld van wat voor mensen dit zijn? Zijn dit dealers, gebruikers, verslaafden? En met welke intensiteit is hier op ingezet?

Nadia Stylianou, D66
Louise de Vries, Partij voor de Dieren
Joachim Cornielje en Hester Assen, PvdA
Stefan Gaillard en Cees Bos, Stadsbelang Utrecht
Mahaar Fattal, GroenLinks
Anton Stam en Linda Bode, Volt
Annemarijn Oudejans, S&S

Indiendatum: 24 okt. 2023
Antwoorddatum: 28 dec. 2023

Schriftelijke vragen 196/2023

Op 29 augustus is er een Raadsinformatiebijeenkomst georganiseerd over het reguleren van MDMA. Het reguleren van drugs gebeurt met name via landelijke wetgeving. Toch kunnen wij in Utrecht ook onze rol pakken in veilig drugsgebruik. In het kader van volksgezondheid, is het van belang dat als drugs gebruikt worden, dit veilig gebeurt. De keuze om in deze vragen te richten op specifiek het beleid t.a.v. MDMA is omdat dit veelgebruikte middel een relatief lage schadelijkheid heeft t.o.v. de meeste andere soorten drugs die als harddrugs gecategoriseerd zijn door de Rijksoverheid.

Hierover hebben de indienende fracties de volgende vragen:

Drugstestcapaciteit

Het voorkomen dat mensen vervuilde drugs gebruiken is ontzettend belangrijk. We hebben al vaker gesproken over de testcapaciteit van Jellinek en weten dat deze nu minimaal is. Dit terwijl het testmoment ook een gelegenheid biedt om informatie te delen over veilig drugsgebruik.

1. In Amsterdam, Den Haag, Rotterdam en Amersfoort is een FTIR (testapparaat) aanwezig. Wat zijn daar de ervaringen? Is Utrecht bereid om ook een FTIR aan te schaffen om de testcapaciteit te vergroten? Zijn er andere organisaties die dit mede zouden kunnen financieren?

Wij onderschrijven net als u het belang van voorkomen dat mensen vervuilde drugs gebruiken. Naast testen is het daarom belangrijk om via spreekuren informatie te geven over zo verantwoord mogelijk gebruik. Op dit moment zouden wij de spreekuurcapaciteit niet typeren als minimaal, zoals u stelt in uw inleiding. Beter zou zijn om te spreken van ontoereikende laboratoriumcapaciteit bij het Rijk gezien de vraag.

Als context is het volgende van belang: in Nederland bestaat het aanbod van DIMS uit twee onderdelen: (1) laboratoriumtests van het Rijk waarbij pillen en poeders getest worden in het kader van de surveillance en monitoring van drugs en (2) spreekuren en voorlichting via de verslavingszorg. Het Rijk financiert de laboratoriuminzet, gemeenten de spreekuren. De laboratoriumcapaciteit zit aan zijn maximum. Dit leidt er soms toe dat ongeveer de helft van de aangevraagde laboratoriumtesten gehonoreerd wordt, de helft dus niet. Via een aanvullend aanbod van sneltests met de FITR is deze verhouding te verbeteren. Dat is voor door u genoemde gemeenten de aanleiding geweest om voor eigen rekening een FITR aan te schaffen. In Amsterdam en Amersfoort is de FITR operationeel, in Den Haag en Rotterdam nog niet. Deze steden zitten nog in de voorbereidingsfase.

Er zijn geen evaluaties van de inzet en effecten van de FITR. Eerste indrukken, gebaseerd op observaties vanaf de werkvloer zijn dat een FITR tot een toename van bezoekers leidt. Het zou gaan om mensen die niet willen wachten op een labuitslag en mogelijk ook om meer gebruikers van andere middelen dan MDMA (gebruikers van amfetamines bijvoorbeeld). Precieze cijfers om deze indrukken te staven zijn er nog niet.

In een eerdere beantwoording van vragen over de aanschaf van een FITR hebben wij aangegeven allereerst te willen investeren in het grootste knelpunt, te weten de spreekuurcapaciteit. Die is uitgebreid. Daarnaast gaven wij aan te willen kijken naar mogelijkheden van externe financiering. Die mogelijkheden blijken er niet te zijn. Wil de raad een FITR dan zal dat zijn voor rekening van de gemeente en neerkomen op € 40.000,- voor de aanschaf en opstart en € 4000,- aan jaarlijkse kosten. Binnen de huidige kaders voor verslavingsvoorlichting en -preventie is daarvoor alleen ruimte door herprioritering. Dit gaat ten koste van de voorlichting en preventie aan andere doelgroepen over
andere middelen dan pillen en poeders die in het uitgaansleven gebruikt worden. Dat ontraden wij vanwege de inzet vanuit de raad op voorlichting en preventie over het hele scala aan middelen en het bereiken van zoveel mogelijk doelgroepen.

2. Kan de gemeente Utrecht samenwerken met andere gemeenten om de testcapaciteit uit te breiden?

DIMS is een samenspel tussen het Rijk (labcapaciteit) en gemeenten (spreekuren); zie antwoord 1. Om de spreekuren uit te breiden zal ook de landelijke capaciteit moeten meebewegen. De landelijke capaciteit zit op dit moment aan zijn maximum. Het Rijk heeft geen uitbreidingsplannen omdat de huidige laboratoriumcapaciteit volstaat voor de surveillance en monitoringdoelen. Mogelijk is natuurlijk om met andere gemeenten om in een gesprek met het Rijk te pleiten voor uitbreiding. Naar aanleiding van deze vragen nemen wij het initiatief voor dit gesprek.

Voorlichting en hulp

3. Tijdens de RIB gaven sprekers aan dat een sfeer van veilig drugsgebruik ook aankomt op informatie verstrekken. Welke rol kan hier de gemeente extra in nemen dan nu al het geval is?

Binnen de gemeente Utrecht is sprake van een preventie aanpak ontleend aan de adviezen van Verslavingskunde Nederland, het zogeheten basispakket verslavingspreventie. Voor MDMA komt dit er concreet op neer dat bezoekers van grote evenementen voorlichting kunnen krijgen via het peerproject Unity, via online informatie en via de testservice. Daarnaast wordt er ook voorlichting gegeven aan studenten op het HBO en WO en binnen het MBO als er signalen zijn dat er gebruikt wordt. De inzet van de voorlichting is daarbij als volgt: “Het beste is niet gebruiken (alcohol, tabak, drugs), maar doe je het toch wees je dan bewust van de risico’s”.

Het is daarbij van belang dat voorlichting niet als een op zichzelf staande interventie gezien wordt maar als onderdeel van een bredere aanpak die aandacht heeft voor de training van personeel, heldere regelgeving, en inzet op een omgeving die gewenst gedrag stimuleert en incidenten voorkomt. Hierbij is te denken aan inrichting van locaties en de aanwezigheid van goed opgeleide hulpverleners/EHBO. Deze basisinfrastructuur staat in de gemeente.

4. Voorlichting moet altijd gepaard gaan met vroegtijdig signaleren van (problematisch) gebruik en laagdrempelig hulpaanbod. Ontvangt de gemeente signalen dat dit hulpaanbod nu niet toereikend is? Wat is er voor nodig om dit uit te breiden.

De zorgregistratie van de verslavingszorg wijst uit dat minder dan 1% van de verslavingsbehandelingen in Nederland hebben te maken met ecstasy/MDMA. In aantallen gaat het tussen 2016-2021 over 130 personen in heel Nederland. Acute incidenten (zoals onwelwordingen) zijn een groter gezondheidsrisico. Vandaar dat aanwezigheid van professionele EHBO op grote evenementen van belang is. Bij vergunde evenementen is dit onderdeel van de voorwaarden. Naast MDMA worden in het uitgangsleven ook andere drugs gebruikt, waaronder drugs met
schadelijke effecten zoals cocaïne. Bij cocaïne is bijvoorbeeld het verslavingspotentieel veel groter dan bij MDMA. Bij deze groep is het van belang dat mensen die in de problemen komen vanwege hun cocaïne gebruik ook de hulp kunnen krijgen die ze nodig hebben.

Momenteel is er divers laagdrempelig hulpaanbod beschikbaar. Dit loopt van lichte interventies zoals een preventief adviesgesprek, online zelfhulp modules die gratis en anoniem zijn, online behandelingen tot en met diverse vormen van verslavingsbehandeling. Ook traint Jellinek diverse groepen professionals en vrijwilligers om problematisch gebruik te kunnen signaleren en door te verwijzen naar (preventieve)
hulp en ondersteuning. Deze infrastructuur staat er in de gemeenten. Vanuit de verslavingszorg bereiken ons geen signalen van grote knelpunten in de beschikbaarheid en toegankelijkheid van het aanbod.

5. Ziet de gemeente mogelijkheid om een trendonderzoek onder risicogroepen (Antenne Utrecht) te doen om inzicht te krijgen in de doelgroep en op wie en waar het beste ingespeeld kan worden?

Wij weten van de trendonderzoeken die al ruim 25 jaar uitgevoerd worden in Amsterdam en we volgen de resultaten op de voet. Veel nieuwe trends in Utrecht zijn ook waarneembaar in het nabije Amsterdam, vaak zelfs eerder dan binnen onze gemeente. Daarnaast zijn er goede contacten met Jellinek en outreachend gezondheidswerkers over wat zij in de stad signaleren aan trends in gebruik. Systematisch onderzoek naar nieuw opkomende drugs en trends in gebruik is arbeidsintensief omdat het vaak gaat om kleine gebruikersgroepen in specifieke niches. Daarmee is het ook kostbaar. Voor een Antenne Utrecht vergelijkbaar met dat van Amsterdam moet snel gedacht worden aan een ton op jaarbasis.

Het voorgaande is voor ons aanleiding geweest om niet te kiezen voor eigen onderzoek, vanuit de verwachting dat resultaten daarvan niet snel sterk zullen verschillen van de Antenne Amsterdam. Daarmee houden wij het beschikbare budget voor verslavingspreventie maximaal vrij voor de uitvoering.

Milieuschade

6. In het rapport van de Denktank MDMA-Beleid staat dat Nederlandse gemeenten overwegen om illegale drugsproducenten toe te staan hun chemisch afval anoniem (en gratis) op officiële afleverpunten te dumpen. Dit zorgt ervoor dat chemisch afval niet in ons waterzuiveringssysteem komt. Is het dumpen van chemisch afval een probleem in onze gemeente en in de regio Utrecht? Is het college het met ons eens dat dit de illegale dump en daaruit volgende milieuschade kan voorkomen? Waartoe is het college op dit vlak bereid?

Navraag bij de politie leert dat er in 2022 elf illegale dumpingen waren van chemisch afval vanwege drugsproductie in de provincie Utrecht. Dit zijn meer dumpingen dan in voorgaande jaren, met aanzienlijke, nagenoeg onmogelijk te verhalen kosten voor het verwijderen van het afval en het herstellen van de schade aan het milieu. Dit probleem laat zich echter niet eenvoudig oplossen. Aannemende dat u met uw vraag vooral doelt op afval vanwege de productie zijn wij nagegaan bij de auteurs van de door u geciteerde Denktank MDMA welke gemeenten overwegen een afvalpunt te openen en wat hun afwegingen daarbij zijn. Daaruit bleek dat er geen gemeenten zijn die bezig zijn
met concrete plannen. Dat begrijpen wij.

Het aanbieden van een dergelijke afleverpunt faciliteert criminele organisaties, het leidt tot een precedent ten opzichte van producenten van legale producten die hun chemisch afval niet gratis kunnen aanbieden, en het leidt tot problemen in de afvalwerking zelf. Het verwerken van de in dit geval vaak zeer gevaarlijke stoffen is werk voor specialisten en niet goed te integreren in of te combineren met de reguliere afvalverwerking. Daarnaast vergt het veel extra maatregelen om het personeel en bezoekers van afvalverwerkingsstations te kunnen beschermen. Ervaringen met het gratis aanbieden van lachgascilinders leren bovendien dat het voornamelijk gemeentemedewerkers zijn die in het openbaar domein achtergelaten cilinders opruimen en laten verwerken. Gebruikers maken spaarzaam gebruik van dit aanbod. Om de hierboven genoemde redenen overweegt het college niet om dit idee verder te verkennen.

Veiligheid

7. Hoeveel Utrechters zijn er in de afgelopen jaren met meer dan de gebruikershoeveelheid MDMA op zak, opgepakt? Hebben wij als gemeente een beeld van wat voor mensen dit zijn? Zijn dit dealers, gebruikers, verslaafden? En met welke intensiteit is hier op ingezet?

Navraag bij de politie leert dat de afgelopen 12 maanden in Utrecht ongeveer 50 personen zijn aangehouden met meer dan een gebruikershoeveelheid MDMA in bezit. Over de door u gevraagde typering van aangehouden personen kon de politie ons niet informeren. Over het door u gevraagde beeld beschikken wij daarmee niet. Het intensief bestrijden van de productie, opslag, transport en handel van (synthetische) drugs, waaronder MDMA is bij de politie een prioriteit. Samen met partners wordt ingezet op het tegengaan van de ontwrichtende effecten van drugsgerelateerde criminaliteit zoals beschreven in de nota Grenzen Stellen, Perspectief Bieden, waarbij er aandacht is voor het doorbreken van criminele carrières en het doorbreken van criminele geldstromen.

Nadia Stylianou, D66
Louise de Vries, Partij voor de Dieren
Joachim Cornielje en Hester Assen, PvdA
Stefan Gaillard en Cees Bos, Stadsbelang Utrecht
Mahaar Fattal, GroenLinks
Anton Stam en Linda Bode, Volt
Annemarijn Oudejans, S&S