Schrif­te­lijke vragen Sluit kinderen liever niet op in een poli­tiecel


Indiendatum: 30 jan. 2020

Schriftelijke vragen 28/2020

Op woensdag 29 januari kwam het rapport uit van De Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming (RSJ). NRC en NOS berichtten daarover: "Een kind van 12 jaar of ouder dat verdacht wordt van een overtreding of misdrijf mag door de politie worden vastgezet, in afwachting van verhoor. Bij zwaardere misdrijven kunnen ze daarna maximaal drie dagen in verzekering worden gesteld. Opsluiten is volgens de wet een uiterste maatregel, die voor de kortst mogelijk duur moet gelden. Daarbij moet rekening worden gehouden met de belangen van het kind. Volgens de RSJ gebeurt dat lang niet altijd."

De RSJ wil dat kinderen alleen in uitzonderlijke gevallen worden vastgezet, bijvoorbeeld als ze een direct gevaar voor zichzelf of de samenleving vormen. Kinderen zouden een politieonderzoek thuis moeten kunnen afwachten. De RSJ pleit verder voor kindvriendelijke cellen, opleidingen voor het omgaan met minderjarige arrestanten en een maximale detentieduur van 24 uur. De politie heeft al regels opgesteld voor de omgang met minderjarigen, zo lazen we. Dat is een goede stap.

Wij willen dat de conclusies en aanbevelingen van de RSJ opvolging krijgen. Wij willen dat net zoals al wordt toegepast in politiedistricten Twente en IJsselland, kinderen niet meer worden opgesloten voor kleine vergrijpen. Voorts willen wij dat er, vooruitlopend op mogelijke landelijke wetgeving, zoveel mogelijk opvolging gegeven wordt aan de aanbevelingen van de RSJ, binnen de lokale wettelijke mogelijkheden.

Daarom stellen onze partijen de volgende vragen aan het college:

1. In hoeverre is het college het eens met de conclusies van het rapport?

2. Hoeveel kinderen zijn er in de afgelopen jaren vastgezet in Utrecht?

3. Ten aanzien van de bejegening: de politie heeft landelijk al regels opgesteld voor de omgang met minderjarigen. Zo wordt een speciale arrestantenverzorger ingezet die extra aandacht heeft voor minderjarigen. Hoeveel van deze arrestantverzorgers zijn werkzaam in de regio Utrecht en zijn deze ook 24 uur per dag beschikbaar?

Het rapport spreekt over het bestaan van de volgende richtlijnen: De wet laat toe dat minderjarigen tijdens de inverzekeringstelling op een zogeheten alternatieve locatie verblijven, bijvoorbeeld thuis bij de ouders, in een kleinschalige voorziening of in een justitiële jeugdinrichting. Dit wordt in de praktijk echter nog weinig toegepast.

4. Welke (landelijke) richtlijn(en) worden momenteel gehanteerd? Bestaan er in Utrecht aanvullende regels of protocollen waarmee ‘rekening gehouden wordt met de belangen van het kind’ – en zo ja, hoe luiden die?

5. Welke zorginstanties zijn betrokken bij de jeugdbeschermingsmaatregelen die worden gehanteerd in onze gemeente? Zo ja, hoe ziet die samenwerking eruit? Hebben zij een specifieke visie of aanpak?

6. Een specifieke kwetsbare groep is de groep met een licht verstandelijke beperking en heeft speciale aandacht nodig bij het ophouden en inverzekeringstelling. Wat is de werkwijze van de politie op dit moment om zich ervan te vergewissen of er sprake is van een licht verstandelijke beperking?

7. Is het college bereid middels een brief uitvoeriger terug te komen op dit onderwerp, en daarbij aan te geven in hoeverre onze ‘driehoek’, in nauwe afstemming met zorginstellingen, lokaal invulling wil geven aan de aanbevelingen van het rapport?

8. Is het college ook bereid er bij het Rijk op aan te dringen dat – voor zover er sprake is van Rijksbeleid - ook dat wordt aangepast naar aanleiding van de aanbevelingen?

Maarten Koning, D66
Maarten van Heuven, Partij voor de Dieren
Rachel Streefland, ChristenUnie
Heleen de Boer, GroenLinks
Kenneth De Boer-Kreeft, Stadsbelang Utrecht
Mahmut Sungur, DENK
Bulent Isik, Partij van de Arbeid
Ruurt Wiegant, SP
Queeny Rajkowski, VVD

Indiendatum: 30 jan. 2020
Antwoorddatum: 21 feb. 2020

Schriftelijke vragen 28/2020

Op woensdag 29 januari kwam het rapport uit van De Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming (RSJ). NRC en NOS berichtten daarover: "Een kind van 12 jaar of ouder dat verdacht wordt van een overtreding of misdrijf mag door de politie worden vastgezet, in afwachting van verhoor. Bij zwaardere misdrijven kunnen ze daarna maximaal drie dagen in verzekering worden gesteld. Opsluiten is volgens de wet een uiterste maatregel, die voor de kortst mogelijk duur moet gelden. Daarbij moet rekening worden gehouden met de belangen van het kind. Volgens de RSJ gebeurt dat lang niet altijd."

De RSJ wil dat kinderen alleen in uitzonderlijke gevallen worden vastgezet, bijvoorbeeld als ze een direct gevaar voor zichzelf of de samenleving vormen. Kinderen zouden een politieonderzoek thuis moeten kunnen afwachten. De RSJ pleit verder voor kindvriendelijke cellen, opleidingen voor het omgaan met minderjarige arrestanten en een maximale detentieduur van 24 uur. De politie heeft al regels opgesteld voor de omgang met minderjarigen, zo lazen we. Dat is een goede stap.

Wij willen dat de conclusies en aanbevelingen van de RSJ opvolging krijgen. Wij willen dat net zoals al wordt toegepast in politiedistricten Twente en IJsselland, kinderen
niet meer worden opgesloten voor kleine vergrijpen. Voorts willen wij dat er, vooruitlopend op mogelijke landelijke wetgeving, zoveel mogelijk opvolging gegeven wordt aan de aanbevelingen van de RSJ, binnen de lokale wettelijke mogelijkheden.

Daarom stellen onze partijen de volgende vragen aan het college:

1. In hoeverre is het college het eens met de conclusies van het rapport?

Het is goed om te realiseren dat dit rapport een advies is aan de minister van Justitie en Veiligheid en de minister voor Rechtsbescherming, en dat het landelijke wetgeving betreft. Wij zijn van mening dat het uitgangspunt moet zijn dat minderjarigen niet in een cel verblijven of overnachten. Er zijn echter situaties waarbij de officier van Justitie in belang van het onderzoek kan besluiten dat een minderjarige wordt ingesloten. Wij vinden het van belang dat minderjarigen in die situatie zorgvuldige begeleiding en bijstand krijgen. Een verdere toelichting op de inspanningen hierop staat in antwoord 5.

2. Hoeveel kinderen zijn er in de afgelopen jaren vastgezet in Utrecht?

In het onderzoeksrapport staan in bijlage 2 (p.36) de cijfers per politie-eenheid die gebruikt zijn voor dit rapport. Er zijn geen specifieke cijfers voor de gemeente Utrecht.

3. Ten aanzien van de bejegening: de politie heeft landelijk al regels opgesteld voor de omgang met minderjarigen. Zo wordt een speciale arrestantenverzorger ingezet die extra aandacht heeft voor minderjarigen. Hoeveel van deze arrestantverzorgers zijn werkzaam in de regio Utrecht en zijn deze ook 24 uur per dag beschikbaar?

In de eenheid Midden-Nederland is in het cellencomplex van de politie iedere dienst, dus 24 uur per dag, een arrestantenverzorger aangewezen voor de verzorging van de ingesloten minderjarigen.

Het rapport spreekt over het bestaan van de volgende richtlijnen: De wet laat toe dat minderjarigen tijdens de inverzekeringstelling op een zogeheten alternatieve locatie verblijven, bijvoorbeeld thuis bij de ouders, in een kleinschalige voorziening of in een justitiële jeugdinrichting. Dit wordt in de praktijk echter nog weinig toegepast.

4. Welke (landelijke) richtlijn(en) worden momenteel gehanteerd? Bestaan er in Utrecht aanvullende regels of protocollen waarmee ‘rekening gehouden wordt met de belangen van het kind’ – en zo ja, hoe luiden die?

Het uitgangspunt is dat minderjarigen niet worden ingesloten, tenzij dit in het belang van het onderzoek is vereist. In die gevallen is er altijd overleg met de officier van Justitie. Er zijn in het cellencomplex van de politie-eenheid Midden Nederland kindvriendelijke cellen beschikbaar.

5. Welke zorginstanties zijn betrokken bij de jeugdbeschermingsmaatregelen die worden gehanteerd in onze gemeente? Zo ja, hoe ziet die samenwerking eruit? Hebben zij een specifieke visie of aanpak?

De Raad voor de Kinderbescherming is aanwezig op het politiebureau en betrokken bij de besluitvorming of minderjarigen al dan niet worden vastgehouden. De RvdK kan de rechter verzoeken een kinderbeschermingsmaatregel op te leggen en adviseert over een eventueel strafrechtelijk kader en/of de benodigde hulp voor de minderjarige in kwestie. De uitvoering van de Jeugdbeschermingsmaatregelen wordt gedaan door de daartoe gecertificeerde instellingen. Dat zijn Samen Veilig Midden Nederland en haar onderaannemers de William Schrikker stichting JB/JR (Jeugdbescherming en Jeugdreclassering) en het Leger des Heils JB/JR.

In het kader van de uitvoering van de jeugdbeschermingsmaatregelen kunnen deze instellingen in dergelijke situaties de ondersteuning van de basiszorg en specialistische jeugdhulp inzetten van de organisaties waarmee wij een contract hebben afgesloten. Voor de basiszorg zijn dit in Utrecht de buurtteams Jeugd en Gezin, voor de specialistische jeugdhulp KOOS Utrecht en Spoor030. De uitvoering van deze hulp geschiedt binnen de kaders van Utrechtse zorg voor jeugd. Meer informatie over de zorg voor jeugd in Utrecht vindt u hier.

6. Een specifieke kwetsbare groep is de groep met een licht verstandelijke beperking en heeft speciale aandacht nodig bij het ophouden en inverzekeringstelling. Wat is de werkwijze van de politie op dit moment om zich ervan te vergewissen of er sprake is van een licht verstandelijke beperking?

De politie heeft hier aandacht voor. Indien een minderjarige wordt verhoord, dan vindt er een sociaal verhoor plaats in aanwezigheid van een advocaat en zal hiernaar worden gevraagd. Ook de ouders of verzorgers worden geïnformeerd en zij kunnen de politie hierover inlichten. Tot slot informeert de politie bij de Raad voor de Kinderbescherming of zij hierover informatie heeft.

7. Is het college bereid middels een brief uitvoeriger terug te komen op dit onderwerp, en daarbij aan te geven in hoeverre onze ‘driehoek’, in nauwe afstemming met zorginstellingen, lokaal invulling wil geven aan de aanbevelingen van het rapport?

Dit rapport is zoals gezegd advies aan het ministerie en betreft geen lokale aangelegenheid. Het is aan de minister om eventueel nieuwe landelijke richtlijnen op te stellen. Hieraan zal – uiteraard - ook in Utrecht gevolg worden gegeven.

8. Is het college ook bereid er bij het Rijk op aan te dringen dat – voor zover er sprake is van Rijksbeleid - ook dat wordt aangepast naar aanleiding van de aanbevelingen?

Dit rapport is tot stand gekomen in opdracht van het ministerie en wij zullen de opvolging hiervan volgen. Indien daar aanleiding toe is, zullen wij bij het ministerie aandringen op het aanpassen van beleid naar aanleiding van de aanbevelingen.

Maarten Koning, D66
Maarten van Heuven, Partij voor de Dieren
Rachel Streefland, ChristenUnie
Heleen de Boer, GroenLinks
Kenneth De Boer-Kreeft, Stadsbelang Utrecht
Mahmut Sungur, DENK
Bulent Isik, Partij van de Arbeid
Ruurt Wiegant, SP
Queeny Rajkowski, VVD

Interessant voor jou

Schriftelijke vragen Roltrappen Jaarbeursplein

Lees verder

Mondelinge vragen Extra gelden voor werving en begeleiding zij-instromers ook in Utrecht hard nodig

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer