Schrif­te­lijke vragen Snip­per­groen in de verkoop?

Indiendatum: 19 dec. 2024

Schriftelijke vragen 221/2024

De biodiversiteit gaat in rap tempo achteruit en ook in het kader van klimaatadaptatie heeft Utrecht veel te weinig natuur. Zowel de rekenkamer als de stichting Natuur & Milieu kwamen in hun recente onderzoeken tot dezelfde conclusie: de hoeveelheid groen per inwoner neemt alleen maar af, in Utrecht niet alleen in relatie tot aantal inwoners, maar ook in vierkante meters. De doelen die het college heeft voor de vergroening zijn nog ver buiten bereik.

Alle reden dus om al het groen dat we als gemeente hebben ook groen te houden. De Partij voor de Dieren is daarom verbaasd dat de gemeente desondanks bestaand groen beschikbaar stelt voor verkoop: op de site van de gemeente kunnen inwoners aanvraag doen voor het kopen van snippergroen, dit is een groenstrook die in de openbare ruimte ligt maar momenteel niet gebruikt wordt. Op die manier verliezen we echter grip op dit groen en lopen we het risico kansen te missen om hier juist een impuls aan de biodiversiteit te geven. Dit roept bij de fractie van Partij voor de Dieren de volgende vragen op:

Vragen:

1. Hoeveel openbaar groen in Utrecht komt in aanmerking voor verkoop volgens de voorwaarden van de snippergroen regeling?

2. Hoeveel snippergroen is er de afgelopen vijf jaar verkocht, waar, en wat heeft dit opgeleverd?

De Partij voor de Dieren vindt dat bestaande groenstroken groen moeten blijven en niet (geheel of gedeeltelijk) verhard moeten worden en vraagt zich af of de gemeente dit ook als voorwaarde voor verkoop ziet.

3. Zijn er voorwaarden verbonden aan de verkoop van snippergroen? Zo ja, wat zijn deze en hoe worden deze gehandhaafd? Zo nee, deelt de gemeente dat door verkoop zonder voorwaarden de eigen groendoelstellingen verder uit het oog raken?

De gemeente Utrecht heeft de biodiversiteitscrisis uitgeroepen en een uitwerkingsagenda biodiversiteit opgesteld, ook heeft de gemeente doelen gesteld voor klimaatadaptatie. Voor het behalen van deze doelen is ruimte nodig.

4. Hoe weegt de gemeente de risico’s dat de grond die zij nu verkoopt later niet meer gebruikt kan worden voor het behalen van doelen op het gebied van biodiversiteit, klimaatadaptatie of vergroening?

Naburige gemeenten zoals Leusden en Nieuwegein zijn gestopt met het verkopen van snippergroen. Zij geven aan hun gemeentegrond nodig te hebben voor de aanleg of onderhoud van warmtevoorziening, elektra en andere duurzame installaties in de toekomst. Gemeente Nieuwegein noemt ook als reden het voorkomen van meer verharding.

5. In hoeverre zijn deze argumenten ook van toepassing in Utrecht?

Anne Sasbrink, Partij voor de Dieren