Schriftelijke vragen Weren fossiele reclame – nu ook via de APV?
Indiendatum: 19 sep. 2024
Schriftelijke vragen 154/2024
Drie jaar geleden nam de raad het initiatiefvoorstel ‘Weer fossiele reclame uit de openbare ruimte’ aan, waarmee fossiele reclame een weigeringsgrond werd bij het verlenen van nieuwe
reclamecontracten voor de openbare ruimte. Hoewel dit een mooie stap voorwaarts was, en Utrecht één van de eerste Nederlandse gemeenten was die hiertoe besloot, betekende dit feitelijk wel dat fossiele reclame pas verboden wordt bij aanvang van een nieuw contract met een exploitant voor reclame in de openbare ruimte. En dat kan lang duren! In Den Haag besloot de gemeenteraad vorige week per initiatiefvoorstel om een verbod op fossiele reclame op te nemen in de APV, waarmee reclame voor fossiele producten verboden wordt per 1 januari 2025, en waarmee dus ingegrepen wordt op bestaande, lopende contracten. Waar het Utrechtse college waarschuwt voor financiële consequenties bij het ingrijpen in bestaande contracten, speelt deze overweging in Den Haag geen rol: het initiatiefvoorstel verwacht geen financiële gevolgen omdat fossiele reclame gewoon vervangen kan worden door andere worden van reclame. En in het debat in de raad zei de verantwoordelijk wethouder, na consultatie van diens juridisch adviseurs, weinig risico’s te zien op claims. Onze fractie vindt deze ontwikkeling interessant. Ook in het licht van de oproep in juni 2024 van António Guterres, de Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties, tot een wereldwijd verbod op fossiele reclame vanwege toenemende klimaatverandering die ook volgens hem een bedreiging is voor de wereldwijde volksgezondheid. Onze fractie heeft de volgende vragen:
1. Heeft het college kennisgenomen van het aangenomen voorstel in de Haagse raad en wat vindt het college ervan?
2. Gevraagd naar de mogelijkheid van miljoenenclaims afkomstig van concessiehouders zegt de verantwoordelijk wethouder tijdens de raadsbehandeling dat hij geen kans daarop ziet omdat “we weten welk deel van de reclame fossiel is”. Hoe schat het Utrechtse college het risico op claims in als fossiele reclame via de APV verboden wordt?
3. Is het college bereid om, al dan niet in een geheime brief, een inschatting te maken van de hoeveelheid claims en de financiële omvang daarvan, gebaseerd op de hoeveelheid fossiele reclame in de openbare ruimte? Zo nee, waarom niet?
4. Wil het college op een rijtje zetten, geheim als dat noodzakelijk is, wanner de verschillende contracten voor reclame in de openbare ruimte aflopen?
5. Wat vindt het college van het argument dat er geen financiële schade te verwachten is door het verbieden van fossiele reclame omdat andere vormen van reclame de vrijgekomen ruimte kan innemen?
6. Het aangenomen Utrechtse initiatiefvoorstel ‘Weer fossiele reclame uit de openbare ruimte’ uit 2021 verzoekt het college in gesprek te gaan met de exploitanten van reclamedragers in Utrecht teneinde fossiele reclames in de openbare ruimte te weren. In hoeverre is het college nog in gesprek met de exploitanten over het weren van fossiele reclame in de openbare ruimte en wat kan het college zeggen over de reactie van exploitanten?
7. Is het college bereid om zelf al de volgende stap te zetten naar een verbod op fossiele reclame in de openbare ruimte via de APV en een voorstel daartoe te doen aan de raad? Zo ja, wanneer is dat te verwachten? Zo nee, waarom niet?
Maarten van Heuven, Partij voor de Dieren
Jacoline Kool – Charlotte Passier, Volt
Titus Stam – Rick van der Zweth, Partij van de Arbeid
Julia Kleinrensink, GroenLinks
Gert Dijkstra, EenUtrecht
Ruben Snijder, Student & Starter
Kirsten Alblas – Rik van der Graaf, ChristenUnie
Stevie Nolten, Bij1
Indiendatum:
19 sep. 2024
Antwoorddatum: 25 okt. 2024
Schriftelijke vragen 154/2024
Drie jaar geleden nam de raad het initiatiefvoorstel ‘Weer fossiele reclame uit de openbare ruimte’ aan, waarmee fossiele reclame een weigeringsgrond werd bij het verlenen van nieuwe reclamecontracten voor de openbare ruimte. Hoewel dit een mooie stap voorwaarts was, en Utrecht één van de eerste Nederlandse gemeenten was die hiertoe besloot, betekende dit feitelijk wel dat fossiele reclame pas verboden wordt bij aanvang van een nieuw contract met een exploitant voor reclame in de openbare ruimte. En dat kan lang duren! In Den Haag besloot de gemeenteraad vorige week per initiatiefvoorstel om een verbod op fossiele reclame op te nemen in de APV, waarmee reclame voor fossiele producten verboden wordt per 1 januari 2025, en waarmee dus ingegrepen wordt op bestaande, lopende contracten. Waar het Utrechtse college waarschuwt voor financiële consequenties bij het ingrijpen in bestaande contracten, speelt deze overweging in Den Haag geen rol: het initiatiefvoorstel verwacht geen financiële gevolgen omdat fossiele reclame gewoon vervangen kan worden door andere worden van reclame. En in het debat in de raad zei de verantwoordelijk wethouder, na consultatie van diens juridisch adviseurs, weinig risico’s te zien op claims. Onze fractie vindt deze ontwikkeling interessant. Ook in het licht van de oproep in juni 2024 van António Guterres, de Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties, tot een wereldwijd verbod op fossiele reclame vanwege toenemende klimaatverandering die ook volgens hem een bedreiging is voor de wereldwijde volksgezondheid. Onze fractie heeft de volgende vragen:
1. Heeft het college kennisgenomen van het aangenomen voorstel in de Haagse raad en wat vindt het college ervan?
Antwoord: Wij hebben kennisgenomen van het aangenomen voorstel in de gemeenteraad van Den Haag en vinden de ontwikkeling interessant. Uit de brief van de burgemeester van Den Haag aan de raad d.d. 7 mei 2024 met kenmerk DSB/10723137 RIS3134661 blijkt echter dat het ook voor Den Haag risicovol is en dat de beslissing mogelijk niet stand zal houden in bezwaar en beroep. Dat geldt ook voor Utrecht. Wij blijven deze ontwikkeling de komende tijd volgen, maar houden vooralsnog vast aan de lijn die wij de afgelopen jaren hebben gevolgd. Zie hiervoor ook onze brieven aan uw raad op12 november 2021 en 16 mei 2023 die mede zijn gebaseerd op het rapport van Eiffel.
2. Gevraagd naar de mogelijkheid van miljoenenclaims afkomstig van concessiehouders zegt de verantwoordelijk wethouder tijdens de raadsbehandeling dat hij geen kans daarop ziet omdat “we weten welk deel van de reclame fossiel is”. Hoe schat het Utrechtse college het risico op claims in als fossiele reclame via de APV verboden wordt?
Antwoord: Wij schatten de kans op het risico op claims bij een verbod op fossiele reclame via de APV in op reëel. Hoewel een exploitant moet voldoen aan wet- en regelgeving, heeft deze exploitant ook contracten met zijn klanten. Indien wij als gemeente gedurende de looptijd van een exploitatiecontract de
regelgeving aanpassen, kan het zijn dat een exploitant niet meer kan voldoen aan de privaatrechtelijke afspraken met zijn klanten en hierdoor schade lijdt. De kans op claims wordt groter naarmate de concessie een langere looptijd heeft en/of de periode voor een verbod langer of korter naar de toekomst ligt. De verschillende concessies ten aanzien van reclame in de gemeente lopen tot en met 2028, 2033 en 2034. Dit betekent dat er vanaf 2034 geen reclames voor fossiele brandstof
meer zullen zijn. De gemeente heeft geen zicht op de bedrijfsvoering van de exploitanten en daarmee de contracten van de exploitanten van de verschillende reclamedragers. Daarmee is ook niet inzichtelijk te maken wat de eventuele hoogte van een claim zal zijn. Wij verwijzen ook naar de beantwoording van de schriftelijke vragen 2020-289 op 5 maart 2021.
3. Is het college bereid om, al dan niet in een geheime brief, een inschatting te maken van de hoeveelheid claims en de financiële omvang daarvan, gebaseerd op de hoeveelheid fossiele reclame in de openbare ruimte? Zo nee, waarom niet?
Antwoord: Dat is lastig. We hebben ervaring met schadeclaims naar aanleiding van rechterlijke uitspraken. Deze bedragen kunnen door de looptijd van contracten behoorlijk oplopen. Voor meer informatie hierover Zie verder het antwoord op vraag 2 van eerder genoemde schriftelijke vragen en de eerder aangehaalde brief.
4. Wil het college op een rijtje zetten, geheim als dat noodzakelijk is, wanner de verschillende contracten voor reclame in de openbare ruimte aflopen?
Antwoord: Zie hiervoor de geheime bijlage ‘Overzicht van reclameconcessies en afdrachten’ bij onze brief aan uw raad op 16 mei 2023.
5. Wat vindt het college van het argument dat er geen financiële schade te verwachten is door het verbieden van fossiele reclame omdat andere vormen van reclame de vrijgekomen ruimte kan innemen?
Antwoord: Wij hebben hiervoor een andere inschatting gemaakt. Het risico op bezwaar en beroep, en daarmee financiële schade, acht het college juist groot. Zie hiervoor het antwoord op vraag 2. Uit de stukken van het ingediende voorstel in Den Haag zien wij ook weinig onderbouwing voor het uitblijven van financiële schade.
6. Het aangenomen Utrechtse initiatiefvoorstel ‘Weer fossiele reclame uit de openbare ruimte’ uit 2021 verzoekt het college in gesprek te gaan met de exploitanten van reclamedragers in Utrecht teneinde fossiele reclames in de openbare ruimte te weren. In hoeverre is het college nog in gesprek met de exploitanten over het weren van fossiele reclame in de openbare ruimte en wat kan het college zeggen over de reactie van exploitanten?
Antwoord: Wij zijn en blijven regelmatig in gesprek met de exploitanten van de reclamecontracten. Het weren van fossiele reclame is voor ons een belangrijk onderwerp en wordt meegenomen in deze gesprekken. In algemene zin is de reactie van exploitanten dat er binnen de lopende contracten geen wijzigingen worden gewenst. Het openbreken van contracten brengt, zoals wij hebben aangegeven bij de beantwoording op vraag 2, het risico met zich mee dat er schadeclaims zullen worden ingediend door de exploitanten. Daarnaast kan het op de langere termijn invloed hebben op de waarde van de concessies (en de hoogte van de afdrachten). Bij nieuwe aanbestedingen/ uitgifte van concessies wordt er door ons rekening gehouden met de aangenomen moties van de Raad ten aanzien van reclame. In 2034 zullen alle concessies aangepast zijn.
7. Is het college bereid om zelf al de volgende stap te zetten naar een verbod op fossiele reclame in de openbare ruimte via de APV en een voorstel daartoe te doen aan de raad? Zo ja, wanneer is dat te verwachten? Zo nee, waarom niet?
Antwoord: In basis is de keuze tussen wel of geen reclame in de openbare ruimte. Deze keuze brengt financiële consequenties met zich mee. Wij voeren het initiatiefvoorstel uit zoals u destijds heeft aangenomen, deze werkwijze is ook praktisch en juridisch uitvoerbaar. Het opnemen van een expliciet verbod op fossiele reclame in de lokale verordening is een kwestie van juridisch pionieren, zoals ook uit de stukken uit Den Haag en het rapport van Eiffel blijkt. In de collegereactie op het initiatiefvoorstel uit november 2021 en de raadsbrief van 16 mei 2023 leggen we dit ook uit.
Maarten van Heuven, Partij voor de Dieren
Jacoline Kool – Charlotte Passier, Volt
Titus Stam – Rick van der Zweth, Partij van de Arbeid
Julia Kleinrensink, GroenLinks
Gert Dijkstra, EenUtrecht
Ruben Snijder, Student & Starter
Kirsten Alblas – Rik van der Graaf, ChristenUnie
Stevie Nolten, Bij1
Wij staan voor:
Interessant voor jou
Schriftelijke vragen Handhaven op direct mail - hoe doen we dat?
Lees verderMondelinge vragen Zijn we klaar voor de winter?
Lees verder