Commis­sie­bij­drage Dier­vrien­delijk Bouwen


11 mei 2017

We hebben al diverse keren in de raad gesproken over diervriendelijk bouwen. De Partij voor de Dieren brengt het regelmatig in bij besprekingen van stedenbouwkundige programma’s en bouwprojecten en bij de bespreking van de prestatieafspraken woningcorporaties. We willen de wethouder, de stadsecoloog en diverse ambtenaren complimenteren en feliciteren met het feit dat zij twee weken geleden de ontheffing voor diervriendelijk bouwen van de Rijksoverheid hebben gekregen.

Het plan dat er nu ligt richt zich vooralsnog op gemeentelijke gebouwen. In het Jaarverslag Dierenwelzijn valt te lezen dat er ook gesprekken gaande zijn met natuur- en milieuorganisaties, bouwende partijen en corporaties om over deze aanpak te informeren. In antwoord op technische vragen van de Partij voor de Dieren werd aangegeven dat na de ontheffing de gesprekken met diverse partijen zullen worden voortgezet. Vraag aan de wethouder is: zijn deze gesprekken weer in gang gezet en zo ja, met welke partijen?

Wethouder Jansen zei bij een eerdere commissie dat de natuurorganisaties enthousiast zijn over het plan. De Vogelbescherming uitte echter tijdens de RIB haar zorgen over de aanpak diervriendelijk bouwen, omdat deze aanpak erop gericht lijkt de teruggang van bepaalde soorten vogels, in dit geval de huismus en de gierzwaluw, tegen te gaan. Volgens hen moet het college echter inzetten op de toename van het aantal vogels in Utrecht. Landelijk is de teruggang van het aantal huismussen gestopt, maar in Utrecht niet. De Partij voor de Dieren wil graag van de wethouder weten wat hij gaat doen om meer in te zetten op de bescherming van vogels, vleermuizen, maar ook andere dier- en plantensoorten (in het plan wordt op slechts drie diersoorten gefocust).

Het college zet in op gemeentelijke gebouwen en heeft het over gesprekken met bedrijven, maar niet over de inzet die de gemeente pleegt ten aanzien van particulieren. Vraag aan de wethouder is of hij bereid is ook een ‘dierenbeschermingstraject’ in te zetten richting particulieren. Tijdens de RIB werden aanbevelingen gedaan voor juiste en niet-juiste verblijfplaatsen voor vogels en over gesprekken tussen bedrijven als Velu (specialist in na-isolatie) en de gemeente Amersfoort. Na-isolatie van woningen blijkt nogal wat slachtoffers te maken onder vogels en daarom lijkt het de Partij voor de Dieren goed als Utrecht ook met Velu in gesprek gaat, en samen te kijken hoe dit gecommuniceerd kan worden richting huis- en gebouweigenaren. En ook dat in het plan wordt opgenomen wat de gevaren zijn van na-isolatie voor gebouwbewonende soorten en wat het college hieraan gaat doen, om te voorkomen dat dieren hier het slachtoffer van worden. Is de wethouder hiertoe bereid?

Zoals al eerder aangegeven vindt de Partij voor de Dieren het mooi dat er betere bescherming lijkt te komen voor huismussen, gierzwaluwen en vleermuizen, maar we hebben ook zorgen:

Het college streeft ernaar om ieder jaar een diersoort eruit te lichten en een grootschalig onderzoek te doen naar waar dit dier leeft. Er is echter niet voldoende geld voor een jaarlijks onderzoek, alleen grotere populaties worden onderzocht én er kan bij bouwwerkzaamheden inmiddels al veel veranderd zijn in de populatie en verblijfplaatsen van dieren die eerder onderzocht zijn. Kan de wethouder ons verzekeren dat ook al wordt er gebouwd, er toch enige vorm van lokale controle plaatsvindt om ervoor te zorgen dat dieren écht niet de dupe worden van bouwwerkzaamheden? Dit geldt wat ons betreft ook voor niet-beschermde soorten!

Het plan richt zich op drie diersoorten, maar er zijn diverse andere soorten die ook een achteruitgang vertonen in Utrecht. Denk aan de koolmees, de spreeuw en de winterkoning. Deze soorten bewonen ook gebouwen. En dan hebben we het nog niet eens over de soorten die niet op en in gebouwen wonen, maar wel de dupe kunnen worden van bouwwerkzaamheden, zoals egels en diverse plantensoorten. De Partij voor de Dieren wil samen met GroenLinks dat er een verbreding in het nu voorliggende plan komt.

De meeste sloopactiviteiten vallen buiten de vergunningplicht door het invoeren van een meldingsplicht. Hierdoor is in veel gevallen geen koppeling meer tussen de Flora- en faunawet met de vergunning en heeft de gemeente minder inzicht in ecologische consequenties. Daarom vinden wij het van belang dat de gemeente intensiever de gesprekken aangaat met bouwende en slopende partijen om ze ervan te doordringen dierenwelzijn als een zeer belangrijke factor mee te nemen.

Mevrouw Paardenkooper zal hier wat uitgebreider op in gaan, maar we moeten echt breder kijken naar de bescherming en het vergroten van de biodiversiteit in de stad. En niet alleen maar kijken naar gebouwen van de gemeente. Dat is te smal en dat levert problemen op voor dieren en natuur. Daarnaast is de nieuwe Natuurwet een uitkleding van de bescherming van de natuur en dieren. Daarom is het zo belangrijk dat de gemeente Utrecht voorop loopt en dieren en natuur veel beter beschermt dan de Rijksoverheid nu doet. Laten we samen tot een nog beter en diervriendelijker Soortenmanagementplan Utrechtse Aanpak Diervriendelijk Bouwen komen, met de ambitie om dieren meer centraal te stellen bij bouwplannen.

Interessant voor jou

Commissiebijdrage ontwikkelingen Utrechtse Horeca

Lees verder

Commissiebijdrage Verduurzaming Stadhuis

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer