Commis­sie­bij­drage Verduur­zaming Stadhuis


11 mei 2017

De Partij voor de Dieren heeft 3 belangrijke punten voor vanavond:

  1. De terugverdientijd
  2. Circulair verbouwen
  3. Label B ipv label C halen door zonnepanelen elders

Laat ik voorop stellen blij te zijn met de verduurzamingstappen die gezet worden bij de renovatie van het stadhuis. Ik geloof dat er goed is onderzocht wat de mogelijkheden zijn, maar er blijft toch een zinnetje in mijn hoofd hangen die zegt ‘er is meer mogelijk!’ GroenLinks sprak daar al over in januari, en vandaag voelt als een follow up.

Mijn twijfel is gebaseerd op de zin: De keuze om verduurzamingsmaatregelen wel of niet uit te voeren hangt af van of het wel of niet rendabele investeringen zijn, of het past binnen de door Raad vastgestelde kaders en binnen de beperkte doorlooptijd van de uitvoering.

Dit werd ook dinsdagavond op de RIB bevestigd. De vastgestelde kaders geven geen mogelijkheden om verdere verduurzaamheidsmaatregelen te nemen. En dat wringt bij de Partij voor de Dieren. Want die mogelijkheden zijn er dus wel, maar wij zorgen er niet voor dat de kaders worden aangepast. Mijn vraag voor nu is dan ook, kan de wethouder aangeven wat voor kansen maar ook wat voor vertraging dit traject oploopt indien de raad de kaders alsnog aan zal passen?

Die kaders zijn onder andere gestoeld op de terugverdientijd. Een tijd terug is daar al een commissie over geweest, mede op verzoek van GroenLinks en D66. De Partij voor de Dieren blijft erbij dat er mogelijkheden zijn om financiering anders in te richten en daardoor ook andere terugverdientijden te kunnen hanteren. Maar ik zal die commissie niet herhalen hier vanavond.

Uit de extra informatie die wij vandaag kregen begrijp ik dat het mogelijk is een terugverdientijd te hanteren die maximaal is aan de levensduur, die op 40 jaar is gesteld. De Partij voor de Dieren wil graag horen wie en waarom de afweging is gemaakt om bij deze verbouwing te kiezen voor een terugverdientijd van 20-30 jaar? En of er ook scenario’s zijn gemaakt waarin er bijvoorbeeld met een terugverdientijd van 30-40 jaar is gewerkt? Zo nee waarom niet?

De Partij voor de Dieren kan geen afweging maken of er voldoende in duurzaamheid is geïnvesteerd zonder duidelijkheid over de andere mogelijkheden en de kosten die daarbij komen. Want let wel: een minder duurzaam gebouw neerzetten brengt uiteindelijk kosten met zich mee om in algemene zin de ontstane problemen door klimaatverandering op te moeten vangen. En reken maar dat dat ons een stuk meer geld gaat kosten dan nu investeren in duurzaamheid. Nu investeren in een duurzamer stadhuis, betekent dus flink geld besparen in de toekomst.

Is de wethouder dat met de Partij voor de Dieren eens? En kan de wethouder nog scenario’s verschaffen over de kosten bij een terugverdientijd van 30-40 jaar?

We moeten ons ook realiseren dat de investering verder gaat dan de impact van ons gebouw. Wij als gemeente geven ook een boodschap aan de stad af, het stadhuis is ons visitekaartje. En als we niet alles doen wat mogelijk is dat dan lijkt de boodschap: “we doen nu wel ons best met duurzaamheid, maar we doen niet alles, we willen niet dat stapje extra zetten, dat is ons te duur”. Is dit de boodschap die we willen afgeven? Hoe kunnen wij zo’n instelling verantwoorden als we van bedrijven en bewoners wel verwachten dat zij al hun keuzes zo duurzaam mogelijk maken?

2. Circulair verbouwen
Ons tweede punt gaat over circulair verbouwen. Een belangrijk punt voor de Partij voor de Dieren. Er wordt ons bij vorige RIB-bijeenkomsten informatie hierover beloofd, maar tot nu toe zien wij dit nergens terug. En dat stelt ons niet gerust. Want duurzaamheid gaat niet alleen over energie, maar ook over de materialen die je gebruikt en hergebruikt. Onder andere de verf, het meubilair en wat er gebeurt met de materialen die uit het pand worden gehaald en wat voor materialen plaats je ook weer terug. Goed, volgens mij geen nieuw onderwerp voor de wethouder, maar de Partij voor de Dieren kan niet instemmen met het vrijgeven van gelden zonder hier meer informatie over te hebben ontvangen. Wat zijn nu de duurzame keuzes tijdens de verbouwing? En hoe heeft u die afweging gemaakt?

3. Ons laatste punt gaat in op het zonnepanelenverhaal. Wij vragen ons echt af waarom het plaatsen van 2.500 M2 zonnepanelen buiten de scope van dit project valt. Gezien dit project vast wil houden aan de tria energetica en daarin punt 2 toch echt ingaat op het maximaal gebruik van energie uit duurzame energiebronnen, ook als de energie elders moet worden gecompenseerd.

Indien de wethouder vast blijft houden aan dit punt, wanneer ziet hij dan wel mogelijkheden om dit in de praktijk te brengen? Want hiermee je gebouw van DUMO C naar Dumo B krijgen zou toch iets moeten zijn dat wij hier willen, zeker om het goede voorbeeld te geven aan anderen in de stad Utrecht: dat de gemeente er in ieder geval alles uithaalt wat erin zit.

En niet te vergeten; Met betrekking tot de tijdelijke huisvestingsopties kiest de Partij voor de Dieren voor een sobere en praktische oplossing. Daar rest ons alleen nog de vraag/het verzoek: Is er een mogelijkheid om het te besparen bedrag op tijdelijke huisvesting in te zetten op het verder verduurzamen van het stadhuis?