Commis­sie­bij­drage ontwik­ke­lingen Utrechtse Horeca


30 maart 2017

Wij hebben deze brief geagendeerd omdat het college in de brief voorstellen doet voor wijziging van het horecakader waarbij wij bij een aantal van die voorstel sterke twijfels hebben over de wenselijkheid ervan.

In mijn bijdrage zal ik vooral focussen op de horeca in de binnenstad want daar liggen de ernstigste knelpunten.

Wat hoewel het aantal bezoekers van de binnenstad misschien groeit, de binnenstad groeit niet mee. Bewoners van de binnenstad ervaren de gevolgen hiervan voor de leefbaarheid van hun woonomgeving. Dat betekent dat het nodig is om heel goede afspraken te maken tussen alle bewoners van de binnenstad, zowel inwoners als ondernemers.

Een verandering van de horeca kan die ontwikkeling ondersteunen, maar een uitbreiding van de horeca doet dat volgens ons niet.

Omdat de nu voorgestelde wijzigingen bij ons en bij bewoners onvoldoende vertrouwen wekken dat de leefbaarheid van de binnenstad gewaarborgd blijft wil ik kort ingaan op 6 verschillende aspecten:

  1. Betrokkenheid bewoners
  2. Handhaving
  3. Leefbaarheid
  4. Terrasverwarmers
  5. Bestemmingsplan
  6. Maatwerk

1. betrokkenheid bewoners

In de brief met voorgestelde wijzigingen lezen we dat het college voornemens is om horecaondernemers in de middelzware categorie vier keer per jaar de gelegenheid te geven om vermaak-activiteiten te organiseren. Als blijkt dat buurtbewoners daar niet over klagen kan dit aantal verhoogd worden terwijl als er wel klachten komen het een mogelijkheid is minder of geen vrijstellingen voor het organiseren van deze activiteiten te geven.

Dat is volgens ons omgekeerde wereld. Bewoners worden hierdoor gedwongen in de rol van klager, terwijl ze dat niet willen zijn. Bovendien lopen ze het risico om vier keer per jaar, per middelzware horeca-gelegenheid, eerst overlast te moeten ondergaan voordat er iets verandert. Veel beter zou het volgens ons zijn als ondernemers vóóraf aan uitbreiding van hun activiteiten aantonen hoe ze ervoor zorgen dat deze activiteiten niet tot extra overlast voor hun buren leiden.

De Partij voor de Dieren vindt dat bewoners vóóraf mee moeten praten over wijzigingen in hun omgeving en dat het mogelijk maken van extra activiteiten alleen na overleg tussen ondernemer en omwonenden toegestaan moet worden.

Kan de wethouder toezeggen deze voorwaarde te wijzigen bij zijn voornemen meer vermaakactiviteiten toe te staan?

Gisteren stuurde de wijkraad binnenstad nog een verontruste mail naar alle raadsleden met het verzoek om aan u als wethouder te vragen de bewoners van de binnenstad te betrekken bij het uitwerken van de voorgestelde wijzigingen. De Partij voor de Dieren vindt dat dit eigenlijk vanzelfsprekend zou moeten gebeuren, maar dat is blijkbaar niet het geval, dus daarom de vraag aan de wethouder of hij dit wil toezeggen.

2. Handhaving

Bij de RIB, maar ook uit telefoontjes en mails die we van bewoners ontvingen, maken we op dat bij veel bewoners het vertrouwen in de gemeente ontbreekt. De meesten hebben geen goede ervaringen met de rol van de gemeente in het handhaven van de bestaande afspraken. De verdeling in categorieën en de daarbij te verwachten overlast is op papier misschien beperkt, maar wordt in de praktijk anders ervaren. Bewoners hebben het gevoel continu in de rol van zure klager gedrukt te worden, terwijl zij alleen maar vragen of de bestaande regelgeving gehandhaafd kan worden.

Die situatie maakt hun houding ten opzichte van de voorgestelde wijzigingen er niet beter op en de Partij voor de Dieren begrijpt dat.

Wij vinden dan ook dat wijzigingen, laat staan uitbreidingen, van de mogelijkheden pas aan de orde kan zijn als het vertrouwen van de bewoners in de gemeente hersteld is. Daarom de vraag waarom het op dit moment niet lukt de bestaande regels te handhaven. Omwonenden suggereren dat VTH te weinig capaciteit heeft en op de RIB gaven omwonenden van Mariaplaats aan dat handhavers overwerkt zijn. Herkent de wethouder dit beeld en wat gaat hij er aan doen?

3. leefbaarheid

Wij zouden graag zien dat de wijziging van het horecakader aangegrepen wordt om de door bewoners ervaren overlast juist te beperken. Zeker voor de binnenstad zouden de wijzigingen moeten leiden tot een verandering en verbetering, maar zeker niet tot een uitbreiding in aantal en omvang. In de brief staat al iets over “de afweging tussen leefbaarheid en levendigheid”. In het gewijzigde horecakader zouden we graag een concrete toelichting zien op het begrip leefbaarheid, zodat bewoners weten wat ze hierbij mogen verwachten en zodat zowel ondernemers als bewoners een duidelijk kader hebben waar ze zich aan kunnen houden. Graag een toezegging

4. Terrasverwarmers

Vorig jaar heeft de wethouder toegezegd met Koninklijke Horeca Utrecht in gesprek te gaan over alternatieven voor terrasverwarmers. In deze brief wordt dit gesprek aangekondigd en inmiddels zijn we 3 maanden verder. Heeft het gesprek plaatsgevonden en kan de wethouder ons vertellen wat daar op dit onderwerp uitgekomen is?

5. Bestemmingsplan

In het bestemmingsplan Binnenstad wordt veelvuldig verwezen naar kaders en criteria die zijn vastgesteld in het horecakader.

Als er een bestemmingsplanwijziging is dan kunnen belanghebbenden een zienswijze indienen en zijn er eventueel beroepsmogelijkheden. Bij het wijzigen van het horecakader op zich is dat niet zo. Mijn fractie vraagt zich daarom af of het Horecakader wel zo maar gewijzigd kan worden, aangezien dit ook invloed heeft op de inhoud van bestemmingsplan Binnenstad, zonder dat er inspraak mogelijk is. Of moeten er door wijziging ook bestemmingsplannen worden aangepast? Kan de wethouder onze zorgen over mogelijk juridische gevolgen van deze wijziging wegnemen?

6. Maatwerk

Tot slot: De vraag is nu natuurlijk hoe we tegemoet komen aan wensen van ondernemers zonder daarbij ook de ervaren overlast uit te breiden. De Partij voor de Dieren kan zich vinden de roep om maatwerk die ook op de RIB te horen was.

Sommige ondernemers passen precies binnen de categorieën en regelgeving, maar hun aanwezigheid of hun bezoekers doen toch een zware aanslag op de woonomgeving van omwonenden. Tegelijkertijd zijn er ondernemers die met hun zaak juist bijdragen aan de omgeving en ondernemen in goed overleg met buurtgenoten, maar wiens plannen toch niet passen binnen de bestaande regelgeving.

Zonder maatwerk is het moeilijk deze ondernemers en buurtgenoten tegemoet te komen zonder daarbij op andere plekken nog meer ervaren overlast te genereren.

De gemeente zou wat ons betreft een rol moeten hebben in het waar nodig faciliteren van gesprek tussen buurtbewoners en ondernemers en vastleggen van onderlinge afspraken, zodat omwonenden ook bij de gemeente een loket hebben waar ze terecht kunnen als de afspraken onverhoopt niet worden nageleefd.

Herkent de wethouder dit beeld en is hij bereid om de wens van bewoners mee te nemen een vergunning te koppelen aan een persoon en niet aan een pand of onderneming? Dan kunnen onderlinge afspraken herbevestigd worden met eventueel nieuwe eigenaar.

Interessant voor jou

Commissiebijdrage Burgerinitiatief Lichtvervuiling

Lees verder

Commissiebijdrage Diervriendelijk Bouwen

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer