Raads­bij­drage Algemene Beschou­wingen Program­ma­be­groting 2016


1 oktober 2015

Er was eens een pittoresk Utrecht waar niet groei het uitgangspunt was, maar kwaliteit van leven. Waarbij niet het aantal huizen als eerste werd genoemd, maar er gekeken werd naar wat voor huizen er passen bij wat voor mensen.

Dit college wil een groene, slimme en gezonde stad. Uh, dacht de PvdD toen, wat wil dit college? Hoe gezond? Financieel, gezondheid van mensen? En slim? Alleen nog maar hoogopgeleiden? De termen zijn loze woorden, als je er geen duiding aan geeft en er geen daden aan vastplakt.

En zo staan er nogal wat tegenstellingen in deze begroting, daarvan wil de PvdD er vanavond een graag uitpikken: ‘bouwen aan een gezonde toekomst’. Want bouwen, bouwen en nog meer bouwen, dat lijkt de enige ambitie van het Utrechtse college. Dit college blijft uitgaan van een ‘groeien tot aan de horizon’-scenario op het gebied van nieuwbouw van woningen. Vooral ten westen van het oude centrum rijzen nieuwbouwwijken de pan uit, vaak ten koste van het ouderwetse landschap.

De plannen op het gebied van duurzaamheid en groen worden ondergeschikt gemaakt aan de groeidoelstelling van het college. De Partij voor de Dieren wil vanavond benadrukken dat groei niet het uitgangspunt moet zijn. Laten we nu eens een stap terug doen en kijken hoe we Utrecht zo snel mogelijk kunnen verduurzamen en klimaatneutraal kunnen maken. De inwoners van Utrecht geven keer op keer aan dat zij in een groene omgeving willen wonen, maar hoe is dit mogelijk als alles wordt volgebouwd met nieuwe woningen en grootschalige projecten als megabioscopen en bedrijvenpanden zoals het World Trade Centre?

Wim Derks, onderzoeker bij het kenniscentrum voor bevolkingsdaling en beleid, bevestigt de visie van de Partij voor de Dieren. Hij geeft aan dat gemeenten veel scherper moeten ordenen waar nog kan worden gebouwd en uitgebreid, om overinvesteringen te voorkomen. Dat geldt voor woningen, maar nog veel sterker voor bedrijfsterreinen en kantoorlocaties. Ook het Centraal Planbureau waarschuwt hiervoor.

Tevens geeft de directeur van het Planbureau voor de Leefomgeving Maarten Hajer in Trouw van afgelopen mei aan dat het Planbureau voor de Leefomgeving niet zo zeker is dat de groei van steden doorzet. Hij geeft het volgende aan ‘Wees voorzichtig. De geschiedenis leert dat keuzes voor een woonplek door de tijd heen veranderen. Er zijn aanwijzingen dat de instroom in het hoger onderwijs, waarvoor jongeren nu naar de steden trekken, zijn top heeft bereikt.’ Het advies van het PBL is om een flexibele strategie toe te passen, bijvoorbeeld de bouw van woningen die gemakkelijk anders gebruikt kunnen worden of zelfs zijn af te breken en te recyclen. Leegstaande panden kunnen dan worden verbouwd tot woonruimte. En hij waarschuwt ook nog ‘Hou als overheid de vinger aan de pols, want de triomf van de stad heeft schaduwkanten. Die zuigt andere plekken leeg en kan leiden tot een opdeling van de samenleving in kansrijk en kansarm.

Wat moeten we nu dus doen?
Nou een heleboel ook juist niet. Bouw geen huizen voor een bijdrage aan de economische levenskracht van de stad. Bouw niet alleen huizen omdat dit bijdraagt aan de werkgelegenheid. Bouw geen huizen omdat dit zou bijdragen aan de economische potentie. En last but not least: bouw geen huizen voor de portemonnee van dit college. Economische groei is namelijk niet de oplossing, maar het probleem.

We moeten terug naar het nulpunt: wat voor toekomst zien we voor Utrecht en hoeveel huizen, bedrijventerreinen en kantoorlocaties passen hier in?

Het gaat niet om de vraag: waar laten we alle mensen die in Utrecht willen wonen? Het gaat om de vraag: wat voor stad willen we hebben voor nu en voor de toekomst? Wat wil je nalaten voor generaties na ons?

Er moeten nú keuzes gemaakt worden voor een mentaliteits- en gedragsverandering waarin klimaatneutraal zijn in 2030 het voornaamste doel is waar naar gestreefd moet worden. Als het college doorgaat op deze weg waarin alles wordt uitgedrukt in geld en ongelimiteerde groei, dan halen we deze doelstelling nooit. Wat heb je aan meer gebouwen in de stad als het water je straks letterlijk aan de lippen staat?

De Partij voor de Dieren wil dat het Utrechtse college kiest voor een lange termijnvisie voor de stad, waarbij economische groei niet het uitgangspunt van beleid is, maar waarbij waarden als groen, leefbaarheid en kwaliteit van leven als uitgangspunten van beleid worden gezien.

Op die manier kunnen de mensen die wonen in het Utrecht dat ik schetste aan het begin van mijn verhaal, en de generaties Utrechters die na hen komen, nog lang en gelukkig leven in een duurzame en plezierige omgeving.