Raads­bij­drage Program­ma­be­groting 2018


9 november 2017

De Partij voor de Dieren wil een duurzamer, dier-, milieu- en natuurvriendelijker Utrecht. We hoorden vanmiddag enige plannen die in deze richting wijzen. Het blijft echter veel bij plannenmakerij of slechts voorbereiding van visies. Het is zeer urgent om nú tot actie over te gaan. De Partij voor de Dieren heeft daarom een aantal concrete voorstellen voor meer groen en een klimaatbestendiger stad.

1. Milieucentrum
Het Milieucentrum vervult essentiële taken op het gebied van duurzaamheid, natuur en milieu in Utrecht. Ze zijn als belangbehartiger betrokken bij projecten zoals het redden van Amelisweerd, de Noordelijke Randweg Utrecht, wijkgroenplannen en stadslandbouw en brengen ze gemeente, bewoners, bedrijven en organisaties hierin samen op het gebied van duurzaamheid. Ze initiëren initiatieven zoals Eetbaar Utrecht en geveltuinen en geven milieuvoorlichting aan bewoners. Voor een stad die zegt duurzaam, klimaatneutraal en gezond te willen zijn is een Milieucentrum onmisbaar. De Partij voor de Dieren vindt het belangrijk dat iemand de rollen van belangbehartiger, initiator en voorlichter oppakt. Het Milieucentrum speelde deze rol de afgelopen 35 jaar al en heeft hierbij veel ervaring en een groot netwerk opgebouwd.

Eind 2015 is afgesproken dat de subsidierelatie tussen de gemeente en het Milieucentrum vorig jaar zou eindigen. Want Stichting Utrecht Natuurlijk zou haar taken kunnen overnemen. Aardig bedacht, maar in de praktijk is dit helemaal niet zo. Utrecht Natuurlijk heeft expliciet aangegeven de rollen van het Milieucentrum niet te kunnen en willen oppakken. Het Milieucentrum wil haar werk gelukkig blijven voortzetten en zit nu een overstap richting zelfstandigheid. De afronding van een meerjarige subsidierelatie duurt doorgaans zo’n drie jaar. Normaal gesproken zouden er een evaluatie, visie en planontwikkeling zijn en dan pas zou er aan de transitiefase met bijbehorend budget begonnen zijn.

Ondanks het gebrek aan dit alles heeft het Milieucentrum stappen gemaakt richting zelfstandigheid, maar kon deze overstap nog niet helemaal afronden. Wij hebben er vertrouwen in dat door het Milieucentrum iets meer tijd te gunnen zij de overstap naar zelfstandigheid voort kunnen zetten en we deze essentiële voorziening kunnen behouden voor de stad.

In de commissie zag het college geen oplossingen. Maar de PvdD kan zich niet voorstellen dat u sluiting van het Milieucentrum serieus als optie ziet. Dát was niet de bedoeling van de transitiesubsidie: die zou hen moeten helpen richting een overstap naar een nieuw organisatie, niet richting sluiting. Is het college al ingegaan op het verzoek van het Milieucentrum (onderschreven door 35 andere organisaties uit de sector) om met hen in gesprek te gaan over oplossingen? En welke mogelijkheden ziet het college hiertoe?

Eventueel heeft de PvdD een motie achter de hand.

De ontwikkelingen rond het Milieucentrum en de uitspraken van Utrecht Natuurlijk laten zien dat onduidelijk is wie welke taken in de Utrechtse milieu- en duurzaamheidssector uitvoert. Bovendien zijn deze taken door de gemeente nooit concreet benoemd en hebben we nooit een debat hierover kunnen voeren.

Bewoners en organisaties spelen een cruciale rol bij het halen van de gemeentelijke milieudoelstellingen, maar daarvoor is het volgens de PvdD noodzakelijk hen bewust te maken en handelingsperspectief te bieden. Goede voorzieningen op het gebied van milieu en participatie zijn nodig. Los van de toekomst van het Milieucentrum is het zinvol om de bestaande situatie te evalueren en na te denken over de gewenste situatie en wie daarin welke rol kan spelen,

Daarom de volgende motie:

Roept het college op:

  • Een analyse (evaluatie van de bestaande situatie) van de milieu- en duurzaamheidssector op het gebied van communicatie met en participatie van bewoners en organisaties in de stad uit te voeren;
  • Samen met betrokken bewoners en organisaties een actuele visie te formuleren op milieu, natuur, duurzaamheid en de participatie en communicatie daarover;
  • Daarbij ook in te gaan op de noodzakelijke voorwaarden om hier vorm aan te geven en de mate waarin bestaande organisaties zoals Utrecht Natuurlijk hieraan kunnen voldoen;

2. Bomen
Zoals u van de Partij voor de Dieren gewend bent hebben we ook bij dit debat een paar ‘bomenvoorstellen’.
Eerst de manier waarop onvermijdelijke bomenkap gecompenseerd wordt. Zeker met de onontkoombare kaalslag die de Essentaksterfte zal veroorzaken moeten we daar goed over nadenken. Op dit moment is dat vaak één boom voor één boom. De ene boom is echter de andere niet. Bomen hebben een positieve invloed op de biodiversiteit, het klimaat en de luchtkwaliteit, maar niet allemaal in dezelfde mate. De Partij voor de Dieren stelt voor om bij het beoordelen van herplantplannen niet alleen het aantal bomen, maar ook de waarde van bomen voor klimaatadaptatie, luchtkwaliteit, biodiversiteit en gezondheid te beoordelen.

We dienen de motie “vervang op ecologische waarde” in met dictum:

Roept het college op:

  • Met ingang van 1 januari 2018 het herplanten van bomen, die gekapt gaan worden in een plangebied, verplicht te stellen en vast te leggen in SPvE’s,
  • Bij het herplanten niet uit te gaan van de hoeveelheid bomen, maar van de kwaliteit van de bomen met ecologische waarde, houtmassa en bladvolume als meetbare indicatoren, met als doel dit minimaal op hetzelfde niveau binnen een plangebied te behouden, waarbij:
    • Het verplicht wordt te vervangen elders binnen de gemeentegrenzen als dat in het plangebied niet lukt;
    • Een financiële compensatie verplicht wordt gesteld als de ontwikkelaar niet in staat blijkt binnen de gemeentegrenzen te vervangen.

Ons tweede bomenvoorstel gaat over de controle op de uitvoering van de bomenparagraaf. Een voorbeeld: Onlangs stelden we het bestemmingsplan Wisselspoor vast. Er zijn concrete afspraken gemaakt over aantallen en locatie van bomenbehoud en compensatie. Of de gemaakte afspraken wel worden uitgevoerd wordt echter niet gecontroleerd na oplevering van het project. Controle kan bovendien niet altijd, omdat oplevering bijvoorbeeld voor het plantseizoen plaatsvindt of de compensatielocatie nog niet klaar is.

Daarom, met de PvdA, de motie met dictum:

Roept het college op om:

  • Een review te doen van de bouwprojecten van de afgelopen collegeperiode om te bezien waar en hoe in de stad de niet vervangen bomen gecompenseerd zijn en de raad een overzicht daarvan te doen toekomen;
  • Vanaf 1 januari 2018 bij de oplevering van elk bouwproject de gemeentelijke projectleider te laten controleren of de in de SPVE gemaakte afspraken rondom bomenbehoud, verplant en herplant daadwerkelijk zijn gerealiseerd;
  • en de raad en bewoners hier bij afwijkingen over te informeren.

3. Diervriendelijk bouwen
Utrecht heeft mooie ambities voor diervriendelijk bouwen. Tot nu toe worden echter nog niet alle mogelijkheden benut om dit zo concreet en waardevol mogelijk te maken. Het blijft vaak bij “verleiden” van ontwikkelaars en met het inbouwen van één nestkastje of insectenhotel kan de gemeente zich in principe al diervriendelijk noemen. De Partij voor de Dieren ziet kansen om dit concreter en meetbaarder te maken en een groter verschil te maken voor de biodiversiteit. Dat kan door bij alle tenders en prijsvragen diervriendelijk bouwen als criterium op te nemen, aan de hand van een op de Utrechtse ecologische situatie afgestemd puntensysteem. Diverse gemeenten werken hier al met succes mee.

Daarom dienen we een motie in waarvan het dictum luidt:

Roept het college op:

  • Te onderzoeken hoe een dergelijk puntensysteem in andere gemeenten (in binnen- en buitenland) gehanteerd wordt;
  • Te onderzoeken welke mogelijkheden er zijn om in Utrecht een dergelijk puntensysteem stadsbreed in te voeren;
  • Een plan te maken voor een puntensysteem diervriendelijk bouwen voor de Utrechtse situatie, gebaseerd op lokale ecologische informatie (welke diersoorten, welke waardering daaraan toegekend wordt, hoe hoog of laag leggen we de lat) en hiervoor budget vrij te maken bij de voorjaarsnota 2018.

4. Leegstand
De Partij voor de Dieren constateert dat nog steeds veel gebouwen langdurig leegstaan. Ondanks inspanningen wordt dit nog niet genoeg teruggebracht. Het invoeren van een meldplicht kan helpen het percentage leegstaande gebouwen verder terug te brengen.

Amsterdam heeft goede ervaringen met een leegstandsverordening waarin deze meldplicht is opgenomen, omdat de gemeente hierdoor na zes maanden leegstand pandeigenaren bindend advies kan geven voor bijvoorbeeld nieuwe gebruikers. Zo werkt de meldplicht als een instrument om leegstand beter inzichtelijk te maken en eerder te verhelpen.

Daarom een motie met dictum:

Roept het college op om:

  • De Amsterdamse meldplicht voor leegstand van kantoren en woningen te onderzoeken en te vertalen naar Utrecht en ook hier te introduceren;
  • Hiertoe uiterlijk in het tweede kwartaal van 2018 een plan voor te leggen aan de raad.

5. Probleem rond wilde dieren in de provincie Utrecht
Bijna alle opvangcentra voor wilde dieren, waaronder de Egelopvang en de Vogelopvang, kampen met geldproblemen. Utrecht is een van de zeer weinige gemeenten binnen de provincie die überhaupt voor de opvang van wilde dieren betaalt. Andere gemeenten verdommen het om te betalen, ondanks dat ze wél gebruik maken van deze opvangcentra. De PvdD vindt dat niet kunnen. We zijn blij dat de wethouder op ons verzoek een brief naar andere gemeenten, zoals De Bilt en Woerden, stuurde om steun te vragen voor de Vogelopvang. Maar helaas zijn we er dan nog niet. We vragen de wethouder of hij in ieder geval nog twee dingen kan doen deze collegeperiode:

- Kan de wethouder in gesprek met de wethouder in Nieuwegein en de Vogelopvang om samen te kijken naar een oplossing voor de knellende situatie van de Vogelopvang?
- Kan de wethouder het op 30 oktober door de Gedeputeerde beloofde onderzoek naar de kansen en belemmeringen voor opvang en vervoer van (wilde) dieren in nood in de provincie Utrecht op de voet volgen en haar zo nodig van advies voorzien? En kan de wethouder toezeggen dat hij de onderzoeksresultaten opvraagt en deze deelt met de raad?

6. Evenementen met dieren
In de commissie vroegen we de wethouder om Utrechtse bedrijven, organisaties en culturele instellingen te vragen geen evenementen meer te organiseren met dieren, omdat nog heel vaak dieren worden misbruikt voor entertainment. Denk aan reptielenshows, de krekels in spookhuis The Wall en paardenraces. In de commissie kregen we geen antwoord op dit verzoek, dus we vragen het nog een keer. Graag een toezegging van de wethouder dat hij op een voor hem passende manier dit verzoek op korte termijn doet.

Nú is het moment om níet landelijk beleid af te wachten en op zijn minst één stapje verder te gaan voor de dieren in Utrecht. De Haagse gemeenteraad nam vooruitlopend op landelijke besluiten vorige week een motie aan die het college opriep geen roofvogelshows meer toe te staan bij door de gemeente georganiseerde of (mede)gefinancierde evenementen en op de site van de gemeente te zetten welke nadelen roofvogel- en uilenshows hebben uit oogpunt van dierenwelzijn. De Partij voor de Dieren en GroenLinks zouden het geweldig vinden als dit college de raad van Den Haag volgt, en neem dan gelijk ook reptielenshows hierin mee. Graag een toezegging van de wethouder hierop. We hebben eventueel een motie achter de hand.

Voorzitter, ik rond af.

Het maken van bewuste keuzes wordt makkelijker als daar goede visies en beleidsplannen onder liggen, maar dat mag geen excuus zijn om niet óók tot actie over te gaan. We moeten stoppen met wachten, twijfelen en excuses verzinnen waarom we onze stad niet nú al duurzaam maken. Ik hoop dan ook op brede steun voor onze voorstellen.

Interessant voor jou

Commissiebijdrage Duurzaam en plantaardig eten, een gezonde leefomgeving en vergunningen Programmabegroting 2018

Lees verder

Commissiebijdrage Bouwplan Monicahof

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer