Commissiebijdrage Reclameverordening2
Allereerst wil de Partij voor de Dieren het college bedanken voor de wijzigingen in de reclameverordening en de bijlagen. We zijn blij dat veel opmerkingen vanuit de vorige vergadering zijn opgepakt en verwerkt. Het is al een stuk beter maar we zijn nog niet helemaal tevreden. Ik wil nog 3 punten aan de orde stellen.
1. Dieren
In het raadsvoorstel en in de richtlijnen staat nu dat het voorkomen van lichthinder voor mensen maar ook voor dieren een belangrijk aandachtspunt is en daar is de Partij voor de Dieren uiteraard blij mee.
Maar in de reclameverordening zelf in de toelichting daarop komt het woord dieren nog niet voor.
Kan de wethouder uitleggen waarom dit punt niet in de reclameverordening zelf opgenomen is? Want dit baart ons toch nog wel zorgen, want uiteindelijk zal de verordening zelf geraadpleegd worden en niet meer het raadsvoorstel. Waarom staat er niet letterlijk in de reclameverordening: “reclame mag geen lichthinder of gevaar veroorzaken voor mens of dier”. Dit is ons bij de vorige commissievergadering namelijk wel toegezegd. (het zou kunnen onder artikel 9: algemeen criterium)
2. Bomen
Ook vinden we het fijn dat beter uitgelegd wordt dat bij hoofdboomstructuur het om de grotere radialen, dus langs de verbindingswegen, gaat. We begrijpen dat daar verlichting op de wegen nodig is, maar zoals u zult begrijpen wil de Partij voor de Dieren zo min mogelijk verlichting bij bomen, want dit zijn niet alleen verbindingswegen voor mensen maar ook groene corridors voor dieren en de leefomgeving van dieren in de stad. Dat moeten we niet meer dan strikt noodzakelijk verlichten.
3. Formulering
Dan nog twee punten met betrekking tot de formulering. In de richtlijnen staat:
“zo is het denkbaar dat digitale reclame qua helderheid aansluit bij het moment waarop straatverlichting gedimd is. Waar mogelijk stellen wij dit dan ook als voorwaarde.”
En er staat ook
“wel is voorstelbaar om afspraken te maken over het reduceren van de oppervlakteluminantie met een aanvullende compensatiefactor gedurende de nachtelijke uren.”
Die tweede zin begrijp ik niet. Misschien kan de wethouder het me uitleggen. Het is een technische vraag en ik heb geprobeerd om dit ambtelijk op te lossen, maar op deze korte termijn kon ik niemand hierover bereiken.
Maar los daarvan: woorden als het is voorstelbaar en het is denkbaar, dat is wel erg zacht. Om lichtvervuiling tegen te gaan en te zorgen dat mensen en dieren van hun nachtrust kunnen genieten is het noodzakelijk dat hier duidelijke afspraken over vastgelegd worden, en niet dat we afhankelijk zijn van de goodwill van de reclamemakers. Kan de wethouder ons beloven dat er concrete afspraken gemaakt worden over lichtbeperking in de nachtelijke uren?
We zijn overigens blij dat er in artikel 12 van de toelichting is toegevoegd dat reclame in winkelpanden die wel veel impact op de omgeving heeft toch vergunningsplichtig is. Maar “substantieel veel externe effecten”, ook dit blijft ons nog wat vaag. Kan de wethouder concreter maken wanneer nu wel en niet lichtreclame achter glazen of puien hinderlijk genoeg is om vergunningsplichtig te zijn?
Wij staan voor:
Interessant voor jou
Commissiebijdrage Jaarverslag Dierenwelzijn 2016
Lees verderRaadsbijdrage slotdebat Voorjaarsnota 2017
Lees verder