Raads­bij­drage slotdebat Program­ma­be­groting 2016


12 november 2015

Laat ik maar meteen met de deur in huis vallen:

Ongelofelijk dat ik gisteren per brief moest lezen over de afronding van de beëindiging van de structurele subsidierelatie met het Milieucentrum, welke, gelet op het moment van aanleveren, nog niet in de commissie en de raad besproken is.

Het lijkt erop dat het college 1 zinnetje in het coalitieakkoord en de brief van gisteren voldoende argumentatie vindt om een 30-jarige relatie met het Milieucentrum af te bouwen en daarna te stoppen. Utrecht is de enige grote stad in Nederland die een milieucentrum de nek omdraait.

Want noch in de programmabegroting 2016, noch in de commissiebrief is een uitgewerkt plan gemaakt dat ten grondslag ligt aan het stopzetten van deze langdurige subsidierelatie en het borgen van de belangrijke taak om het milieu te beschermen. Het huidige voorstel uit de pb 2016 om de structurele subsidie af te schaffen en het weer andere voorstel uit de commissiebrief om nog een incidentiele subsidie te geven in 2016 zijn daarmee prematuur te noemen.

De reden van het opzeggen van deze subsidierelatie is mij op dit moment dan ook volstrekt onduidelijk. Waar is de visie van het college waarom deze subsidie beëindigd moet worden? Waar is het voorstel hoe de taken dan uitgevoerd moeten gaan worden? En hoe kan het college de brief over de beëindiging van de subsidierelatie rijmen met het zelf opgevraagd advies van advocatenkantoor Pels Rijcken en Droogleever Fortuijn? Zij geven aan dat het helemaal niet mogelijk is om deze subsidierelatie op deze manier te beëindigen. Graag een reactie hierop.

Het amendement dat ik nu samen met de ChristenUnie ga indienen gaat puur over het tot stand komen van dit besluit, waar de gemeenteraad op geen enkele manier bij betrokken is. Het amendement is puur een noodzakelijk kwaad om dat te kunnen regelen en de tijd te nemen voor een goede, inhoudelijke discussie op basis van een gedegen plan!

Want het lijkt nu zo te zijn dat de slogan Utrecht maken we samen hier is omgebouwd tot ‘Het college besluit en daarmee is de kous af’. Dat lijkt mij niet de juiste weg. Dus bij dezen de oproep aan het college: verstrek ons de visie voor de afschaffing, maak een voorstel en leg dit voor aan de raad. Want alleen dan kan ik opgelucht ademhalen dat ik mijn controlerende taak als gemeenteraadslid weer optimaal kan uitvoeren.

Over naar een ander onderwerp. De PvdD wil weten welke financiële banden de gemeente heeft met de fossiele industrie. Het college streeft naar een klimaatneutraal Utrecht in 2030. In de aanloop naar 2030 zou het college een stap in de goede richting maken door niet meer te investeren in de fossiele industrie. Het zou namelijk niet logisch zijn als de gemeente investeert in duurzame energie en ondertussen ook financiële banden heeft met de fossiele industrie. Die banden zijn onlogisch en dragen bovendien bij aan klimaatverandering.

Als duidelijk wordt welke financiële banden de gemeente met de fossiele industrie heeft kunnen er vervolgstappen gezet worden om van Utrecht een fossielvrije gemeente te maken. In 2010 is Amendement 12, getiteld 'gemeente moet maatschappelijk verantwoord en duurzaam bankieren' aangenomen. Hierin wordt het college aangespoord om in het Treasurystatuut eisen op te nemen met betrekking tot maatschappelijk verantwoord en duurzaam bankieken. Kan de wethouder ons vertellen of onder duurzaam bankieren ook duurzaam beleggen en investeren valt? En zo ja, hoe staat het eigenlijk met de uitvoering van dit amendement? Wij hopen uiteraard op een positief antwoord van de wethouder, en hebben een motie hierover achter de hand.

Yes, weer een mooi moment gevonden om het over bomen hebben! Dit keer over de nota Bomenbeleid uit 2009.

Aanleiding om het hier vanavond over te hebben is de reactie van dit college tijdens de commissiebehandeling over de programmabegroting. Daarin gaven wij aan wel eens de criteria van kapvergunningen onder de loep te willen nemen. De wethouder gaf aan dat dit niet kan, omdat dit vastgelegd is in het bomenbeleid 2009.

Nou toen zijn wij natuurlijk op onderzoek uit gegaan naar hoe dat bomenbeleid dan weer aan te passen is. En we kwamen tot een paar interessante conclusies die we in een motie hebben gegoten. Onder andere dat het bomenbeleid in 2009 is opgesteld, tot 2030 loopt en in 2012 op verzoek van de commissie stad en ruimte is geëvalueerd. Nou, dan is het in 2016 weer een mooi moment om de evaluatie uit te voeren. Ik dien bij deze de volgende motie in: Motie Bomenbeleid evalueren.

En nog meer bomen, nu in het stationsgebied. Het aspect duurzaamheid wordt gelukkig in de tweede fase stationsgebied in de planvorming meegenomen, maar geen enkele van de prestatie-indicatoren bij de subdoelstelling “een aantrekkelijk stationsgebied” heeft betrekking op duurzaamheid of groen.

Hierdoor is de toezegging dat duurzaamheid en de verantwoording daarvan inzichtelijk gemaakt worden in de tweede fase stationsgebied onvoldoende meetbaar en controleerbaar. En dan te bedenken dat er voor de andere aspecten, zoals leisure, kantoren, winkels, cultuur en horeca wel harde en meetbare criteria zijn die gemonitord worden. Daarom verzoeken wij het college om bij het monitoren van de ontwikkelingen en resultaten in het stationsgebied ook criteria met betrekking tot duurzaamheid en groen op te nemen. We vragen het college prestatie-indicatoren te formuleren en hierover in gesprek te gaan met de raad. Bij deze de motie Groene prestatie-indicatoren bij monitoren aantrekkelijk stationsgebied.

En dan door naar lobbyen. Want de Partij voor de Dieren wil het college graag het lobbypad opsturen. We zien Paulus Jansen en Lot van Hooijdonk graag met een concrete missie naar onder meer de VNG en de landelijke overheid gaan.

Tijdens de commissiebesprekingen kregen wij namelijk op twee van onze voorstellen de reactie ‘dit kan niet, het is landelijk beleid’. Nu is de PvdD niet zo snel af te schepen met dit antwoord. Wij denken graag in mogelijkheden ipv onmogelijkheden. Als het niet binnen de gemeente kan, dan moeten we als gemeente aan de bel trekken bij de landelijke overheid om dit wel zelf te kunnen. En een beetje hulp van de VNG kan daar zeker bij helpen. Daarom sturen wij Van Hooijdonk graag op pad om aan te kaarten dat Utrecht zelf wil kunnen besluiten een gedifferentieerd parkeertarief in te voeren. Want het hanteren van gedifferentieerde parkeertarieven op basis van de mate van milieuvervuiling van de auto, draagt bij aan het beperken van vervuilend verkeer en het stimuleren van schoon verkeer in de stad en kan zo dus een bijdrage leveren aan een betere luchtkwaliteit in de stad;

Er zijn al steden in Europa, waaronder Graz en Stockholm waar een gedifferentieerd parkeergeldsysteem op basis van de milieuvriendelijkheid van het voertuig van kracht is. Let wel, we pleiten nu nog niet voor het invoeren van dit gedifferentieerd parkeertarief, alleen voor de mogelijkheid om dit zelf te kunnen besluiten. Daarom dienen we de volgende motie in: Lobbywerk 1: Gedifferentieerd parkeertarief.

En we sturen Paulus Jansen op pad om te lobbyen voor het opnemen van duurzaamheids- en diervriendelijkheidseisen in het landelijk bouwbesluit. Het is namelijk op dit moment onmogelijk om bij nieuwbouw- en renovatieprojecten duurzaamheidseisen te stellen en dat komt door het bouwbesluit.

We zijn op dit moment dus afhankelijk van de goede wil van vastgoedontwikkelaars als het gaat om duurzaam bouwen en dat knaagt bij de PvdD. Wat zou het toch mooi zijn om wel te kunnen eisen bij nieuwbouwprojecten dat duurzaam bouwen een eis is en dat gebouwbewonende soorten ook een huisje moeten krijgen. Daarom dienen we de volgende motie in: Lobbywerk 2: Duurzaamheidscriteria bouwbesluit.

En last but not least, onze inbreng als het gaat om een leefbare stad voor dieren. Vermaak van mensen moet niet ten koste gaan van het welzijn van dieren. De steedes, de zogezegde kinderboerderijen in Utrecht, hebben al een goede basis voor dierenwelzijn, maar aanscherping is nodig. Op de steedes van de zelfstandige stichting Utrecht natuurlijk! zijn er namelijk vanuit de gemeente geen eisen gesteld aan het fokbeleid. En daar zou verandering in moeten komen. Daar kunnen we als gemeenteraad aan bijdragen, want bij de verzelfstandiging zijn nog geen concrete afspraken gemaakt wat betreft subsidievoorwaarden voor onder meer dierenwelzijn op de steedes.

De Partij voor de Dieren wil het college vragen in kaart te brengen hoeveel dieren per jaar op de steedes worden gefokt, hoeveel er naar het slachthuis gaan en hoeveel er herplaatst worden. En laten we Stichting Utrecht Natuurlijk een handje helpen door aan te geven dat bij de subsidievoorwaarden de eis moet worden gesteld geen dieren meer te fokken puur om in de lente kleine lammetjes, geitjes of kuikentjes te hebben. Zo hoeven deze dieren enkele maanden later niet naar de slacht, omdat ze overtollig zijn. Wij willen met deze motie hen daartoe verleiden. En daarom dienen we de volgende motie in: Fokbeleid op steedes.

Want het kan toch niet de bedoeling zijn van dit college om Utrecht alleen maar aantrekkelijk te maken voor mensen en dat dieren hier juist onder zouden lijden. Dank u wel.