Raads­bij­drage Slotdebat Voor­jaarsnota 2016


30 juni 2016

Altijd mooi zo’n eindspurt naar het slotdebat waar je begint met tientallen ideeën en moties en vandaag de winnende 6 presenteert. Het voelt alsof we als Partij voor de Dieren toch meedoen met een EK-voetbal, maar dan niet met een bal, maar met moties.

We hebben de volgende moties:

  1. Evalueren evenementenbeleid
  2. Inzicht geven in spreidingsbeleid evenementen
  3. Actief aan de slag met onderzoek naar ja-ja sticker
  4. Utrecht aan de biologische bloemen
  5. Het stimuleren van duurzaamheid in de legesverordening
  6. Duurzame ambities in polder Rijnenburg

De Partij voor de Dieren dankt het college voor het overnemen van ons voorstel voor verduurzaming van het gasgebruik in Utrecht door middel van compensatie. Wij vinden: ‘hoe sneller, hoe beter’, maar een jaar wachten kan nog nét. De PvdD adviseert het college wél om de compensatie te doen via de CO2-bank van de Utrechtse Natuur- en Milieufederatie. Alleen dán heb je goed zicht op waar de compensatie plaatsvindt. Kan het college ons vertellen waar haar voorkeur naar uitgaat?

Ook zijn we blij met de toegezegde voorstudie naar ons MKB-plan en het feit dat PvdA, ChristenUnie en SP belangstelling hebben voor dit plan. Wij houden alle partijen op de hoogte van ons voorstel en blijven openstaan voor suggesties om dit plan tot een succes te maken in Utrecht. De Partij voor de Dieren vraagt de wethouder wanneer hij denkt met de eerste resultaten van de voorstudie naar de raad te komen.

Fijn dat wethouder Jansen komt met een brief over de duurzaamheidsambities binnen het Utrechtse vastgoed. Ook daar wachten we nog even met groot ongeduld op. Wel vragen we nu vast of de wethouder kan toezeggen in de brief op duurzaamheid in de brede zin in te gaan, dus ook bijvoorbeeld materialen en watergebruik meeneemt.

1. Tijd voor een evaluatie van het evenementenbeleid. In de commissie hadden we het hier al over, zonder bevredigend resultaat. Want de wethouder vindt het allemaal goed geregeld, maar de weerstand in de stad tegen festivals en evenementen neemt toe. Die roep uit de stad kunnen we niet negeren. Als we Utrecht samen maken, dan ook samen met mensen die níet altijd een feestje willen of niet willen dat de stad een vuilnisbelt wordt. Utrecht heeft een evenementenbeleid, vastgelegd in de Evenementennota “...‘t Bruis an alle kant...” uit 2009. Dit beleid is in 2013 kort geëvalueerd. Om de vier jaar een evaluatie is wel op zijn plaats. Zeker omdat voornemens en wensen uit deze documenten niet altijd worden gepraktiseerd. Ook strookt een aantal uitgangspunten uit de nota, bijvoorbeeld het publiceren van aanvragen voor evenementenvergunningen, niet met andere gemeentelijke regelgeving zoals de APV. Dat kan natuurlijk niet. Daarom roepen wij in onze volgende motie op:

  • Het evenementenbeleid en de evenementenpraktijk te evalueren;
  • De uitkomsten hiervan voor de VJN 2017 te delen met de raad.

2. Door naar onze tweede motie.

Waar, waarom, hoe en wat zijn vragen die spelen bij de Partij voor de Dieren als het gaat om het evenementenbeleid. Tijdens de commissie kregen we hier niet echt duidelijkheid over. Uit ambtelijke navraag blijkt dat er geen spreidingsbeleid als zodanig op papier staat, maar er bij de aanvraag van een vergunning wel wordt gekeken naar de locatie, de spreiding en de omvang en overlast. Daarover wil de Partij voor de Dieren meer weten. Hoe gaat dit dan? Het inzichtelijk maken van het gemeentelijk spreidingsbeleid draagt er zeker aan bij dat burgers en de raad weten hoe en waarom het college bepaalde keuzes maakt. Ook hier geldt de bejubelde slogan ‘Utrecht maken we samen’. Daarom roepen wij het college op om:

  • Inzicht te verschaffen in het door het college gevoerde beleid als het gaat om het toewijzen van het aantal evenementen per categorie, per locatie en per periode in het jaar;
  • Dit inzicht voor het eind van 2016 te delen met de raad.

Over naar punt 3: de ja-ja sticker.

Op 20 april werd in Amsterdam het initiatiefvoorstel van de Partij voor de Dieren voor de invoer van de ja-ja sticker aangenomen. Het voorstel kreeg brede steun in de gemeenteraad van onder meer GroenLinks, D66, PvdA en SP. Met dit voorstel krijgen mensen geen ongevraagde reclamepost, tenzij ze daar zelf om vragen met een ja-ja sticker. De sticker zorgt voor een omkering van het huidige systeem met de nee-ja of nee-nee sticker. Hiermee komt er een einde aan de verspilling bij het huidige systeem. Huishoudens krijgen namelijk gemiddeld 33 ongevraagde folders per week. Dat is 34 kilo papier per jaar.

De ja-ja sticker is goed voor het milieu door minder papierverbruik, maar ook minder inkt voor drukwerk, minder brandstof voor de verspreiding en afvalverwerking.

De Partij voor de Dieren, D66 en GroenLinks zijn benieuwd of ook in Utrecht mogelijkheden zijn om het systeem met de ja-ja sticker in te voeren en stelden daarom schriftelijke vragen. Aan de hand van de antwoorden dienen we nu de volgende motie in:

  • Actief te onderzoeken, door in gesprek te gaan met Amsterdam, of een opt-in systeem voor ongeadresseerd drukwerk met gebruikmaking van een JA/JA sticker in Utrecht juridisch mogelijk is;
  • Indien het invoeren van een opt-in systeem juridisch mogelijk is, in overleg met ondernemers een plan van aanpak te maken voor de invoering van dit systeem in Utrecht, waarbij de volgende punten worden meegenomen:
    - verwachte economische effect
    - verwachte milieueffect
    - mogelijke wijze van introductie in Utrecht
  • De raad nog voor de behandeling van de PGB 2017 te rapporteren over de voortgang hieromtrent.

4. Door naar bloemen en de biodiversiteit in Utrecht

Dit college vroeg in 2015 in het jaar van de bij aandacht voor de achteruitgang van bijen, hommels en andere bestuivers. Erg fijn! Maar wat gaan we nog meer doen om de achteruitgaande biodiversiteit en de bijensterfte te stoppen?

We kunnen concluderen dat deze achteruitgang voor een deel komt door het gebruik van gif. Uiteraard zijn er meer oorzaken, zoals kunstmest en het overmatig gebruik van fosfaat. Maar kunstmest is meer een onderwerp voor plattelandsgemeenten. Wél kunnen we het over gif hebben. En dan kan Utrecht, die zegt belang te hechten aan biodiversiteit, niet aankomen met ‘alles wat we aan biologische bloemen kunnen inkopen doen we, maar het aanbod is niet groot genoeg, dus kopen we niet alles biologisch in.’ Dus dan koop je maar weer giftige bloembollen? Hierin moeten we als stad helder zijn: we willen een duurzame stad, die naar de toekomst kijkt. Dan moeten we alleen nog maar biologische bloemen kopen en als die op zijn, dan zijn ze op. Wij vragen níet om een direct verbod, maar roepen het college op om:

  • Nog in 2016 een plan te maken om te komen tot een volledige overstap naar de inkoop van verantwoord groen (bollen, boeketten, zaden en planten) in de gemeente Utrecht;
  • Hierbij rekening te houden met de zaaitijd in 2017;
  • De raad hier derhalve uiterlijk eind 2016 over te informeren.

5. Vorige week waren we bij een bijeenkomst over de circulaire economie. De Partij voor de Dieren vroeg TNO hoe te komen tot een economisch model waarbij de draagkracht van de aarde wordt meegenomen als uitgangspunt. TNO gaf een duidelijk antwoord: de vervuiler moet betalen en duurzame initiatieven moeten worden gestimuleerd om vervuilers te motiveren andere keuzes te maken. De Partij voor de Dieren vindt dat een financieel voordeel voor burgers en ondernemers een goede motivatie is om meer bij te dragen aan de duurzaamheidsdoelstellingen van de stad. Dit doe je onder meer door vergunningen voor duurzame activiteiten korting te geven of vrij te stellen van het betalen van leges.

Particulieren en ondernemers die een vergunning aanvragen voor een activiteit met een duurzaam karakter, bijvoorbeeld het installeren van zonnepanelen of nul-op-de-meter-renovaties, of evenementen met een duurzaam karakter, hoeven dan niet te betalen voor deze aanvraag.

Wij geloven dat je door duurzame activiteiten vrij te stellen van of korting te geven op leges een goede bijdrage levert aan de Utrechtse klimaat- en duurzaamheidsdoelstellingen.

In Enschede is hier al succesvol mee gewerkt. Mensen weten de regeling goed te vinden. Het ingeschatte budget is nu al bijna op. Enschede schat in dat mensen die al van plan zijn te bouwen (van de 39 aanvragen waren 37 een bouwplan) er gebruik van maken, en het bedrag dat ze kunnen besparen op leges gebruiken om (extra) duurzame maatregelen te treffen.

Er wordt dus níet extra gebouwd, maar mensen die toch al willen bouwen of verbouwen in hun oriëntatiefase (wanneer ze een vergunning willen aanvragen) zien dat ze geld besparen door duurzamere keuzes te maken. Dit geld investeren ze bijvoorbeeld in extra zonnepanelen, waardoor hun bouwproject meer waard wordt.

In Enschede hebben ze een ‘checklist duurzame evenementen’ opgesteld om te bepalen of een evenement duurzaam is en voor korting op leges in aanmerking komt. (Daarin komen overlast, energieverbruik, transport, catering, locatie, communicatie en afval aan bod. Als deze maatregel in Utrecht ingevoerd wordt dan moet er natuurlijk ook een overzicht met criteria komen, want het doel is verduurzaming van festivals en bouwprojecten die er toch zijn, en inderdaad zeker niet méér).

Wij dragen het college in onze volgende motie op:

  • Te onderzoeken of door middel van het geven van korting op of vrijstelling van leges, duurzame keuzes, immers een opgave voor alle beleidsvelden, gestimuleerd kunnen worden;
  • Hierbij een overzicht op te stellen van criteria waaraan aanvragers zouden moeten voldoen (bijvoorbeeld het doorvoeren van bovenwettelijke duurzaamheidsmaatregelen bij bouwprojecten of het in verdergaande mate dan volgens regelgeving verplicht is rekening houden met natuur en omwonenden bij evenementen);
  • Hierbij in het oog te houden dat dit beleid niet moet leiden tot een toename van bijvoorbeeld bouwactiviteiten of evenementen, maar enkel tot verduurzaming van voorgenomen activiteiten;
  • Dit onderzoek na de zomer voor te leggen aan de raad zodat het nog vóór de vaststelling van de legesverordening 2017 in de commissie besproken kan worden en het mogelijk is eventuele maatregelen in de legesverordening 2017 op te nemen;
  • In dit onderzoek ook mogelijkheden voor dekking van de maatregelen op te nemen.

6. Last but not least, we willen van polder Rijnenburg een zonne- en windenergie paradijs maken. We merken dat we gelukkig niet de enige partij zijn die dit wil. Helaas willen andere partijen hier nog jaren over praten, in plaats van de noodzakelijke stappen te zetten om het gewoon te gaan dóen.

Dit college neemt een afwachtende houding aan ten aanzien van duurzame energieprojecten in Rijnenburg. Wethouder van Hooijdonk zegt dat ontwikkelaars die daar groene energie willen naar haar mogen komen met ideeën, maar dat ze niet zélf op zoek gaat naar potentiële ontwikkelaars.

Dat vinden wij een te reactieve houding voor een college dat zegt duurzaamheid hoog in het vaandel te hebben en in 2030 klimaatneutraal wil zijn. Wij dienen de volgende motie in om de houding van het college te veranderen van reactief naar proactief:

  • uitvoering te geven aan alle punten uit het dictum van motie M18 uit 2011; (de veelbesproken motie van het CDA)
  • en daarom uiterlijk in het najaar van 2016 actief te verkennen of er projectontwikkelaars zijn die zonne- en/of windenergie kunnen gaan realiseren in polder Rijnenburg.

De Partij voor de Dieren vindt dat het niet snel genoeg gaat in Utrecht en verwacht dat de Voorjaarsnota 2017 écht beter wordt als het gaat om duurzaamheid, biodiversiteit en andere zeer belangrijke waarden en roept het college op om Utrecht samen... duurzamer en groener te maken.

Interessant voor jou

Commissiebijdrage Jaarverslag Dierenwelzijn 2015

Lees verder

Commissiebijdrage Maak Merwedekanaalzone groen

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer