Commis­sie­bij­drage Digitale veiligheid


21 maart 2024

De Partij voor de Dieren is blij dat er aandacht is voor cybercrime en hoe we onze inwoners daartegen beschermen, en vooral ook dat er aandacht is voor preventie van criminaliteit door aandacht te hebben voor hoe en waarom mensen daders worden.

Goede punten van GroenLinks, waar we ons eigenlijk volledig bij kunnen aansluiten.

Onze fractie heeft een paar punten die we graag meegeven.

Digitale veiligheid begint bij kennis over wat je digitale rechten zijn. Dat vergroot weerbaarheid; want zonder te weten waar al je data voor wordt gebruikt kan je je er ook niet tegen verzetten. En dat je dus melding kan doen wanneer iemand bijvoorbeeld jouw privacy schendt. Deelt de burgemeester met onze fractie dat dit de basis is van digitale weerbaarheid?

Daarop aansluitend: meldingsbereidheid. Goed om hierop in te zetten, maar hoe die meldingsbereidheid verhoogd moet worden is voor onze fractie onduidelijk. Wat ons betreft wordt hierin gefocust op de ontvanger van de meldingen. Zorgen dat slachtoffers serieus worden genomen en een empathische reactie krijgen, specifiek vrouwen, queerpersonen, mensen van kleur en mensen die de Nederlandse taal niet goed beheersen. Zij worden namelijk minder snel serieus genomen. Kan de burgemeester toelichten hoe de meldingsbereidheid vergroot gaat worden en is zij het eens met onze fractie op dit punt?

Over die slachtoffers gesproken: Zoals net al gevraagd aan Groenlinks, zijn de drie subgroepen wel de juiste? Er wordt gesproken kinderen, jongeren en hun ouders/verzorgers, senioren en mkb’ers en zzp’ers. Maar vrouwen, meisjes en queerpersonen zijn vaker slachtoffer van online seksueel misbruik, zoals grooming, sextortion, shame sexting, en het doorsturen van naaktfoto's. Het lijkt onze fractie daarom goed om hier gerichte aandacht aan te besteden. Deelt de burgemeester dit? En in hoeverre is er nu gerichte aandacht voor vrouwen, meisjes en queerpersonen?

Daarbij willen we ook meegeven dat dit beleid niet op zichzelf staat. Om te zorgen dat seksueel misbruik nooit meer voorkomt, zullen we moeten werken aan de norm die we als samenleving en specifiek gemeente stellen. Ziet de burgemeester ook in dat dit beleid alleen succesvol kan zijn als onderliggende patriarchale machtsstructuren integraal aangekaart worden? In hoeverre is daarin binnen het college, en in het voorkomen van 'daders’, aandacht voor?

Verder dacht onze fractie ook aan mensen die de Nederlandse taal niet of minder goed beheersen, en of zij wellicht ook sneller slachtoffer zijn van cybercrime. Is er voor deze groep ook aandacht in het vergroten van digitale weerbaarheid? Graag een reactie van de burgemeester.

Als laatste, wat betreft de snelle ontwikkeling van technologie en de groeiende rol van technologie in onze samenleving. In het uitvoeringsprogramma wordt al benoemd dat er snel ontwikkelingen plaatsvinden in digitale criminaliteit. Onze fractie wil daaraan toevoegen dat de ontwikkelingen op het gebied van digitalisering überhaupt ontzettend snel gaan. Het lijkt ons daarom wijs om in contact te staan met experts zodat we niet achterlopen met ons beleid, maar juist kunnen inspelen en vooruitlopen op actuele ontwikkelingen. Kan de burgemeester toezeggen hierin proactief te handelen?