Commis­sie­bij­drage over verbod op hard­drugs­ge­bruik en tech­nische hulp­mid­delen en weige­rings­gronden voor evene­menten


16 januari 2025

Dank voorzitter.

Wat ons betreft gaat het in de voorgestelde APV herziening op drie punten mis. Het eerste punt is het harddrugsverbod in de openbare ruimte. Zo hebben we veel moeite met de aannames die als feiten worden gepresenteerd. Zo beargumenteert de raadsbrief eerst dat het lastig is om het effect van één maatregel aan te tonen omdat de maatregelen als een pakket zijn ingevoerd en vervolgens wordt in dezelfde brief beargumenteerd dat het heel duidelijk is dat het harddrugsverbod nodig is. Dit spreekt elkaar tegen. Dus de vraag aan de burgemeester: kan ze voor de raadsbehandeling de feiten naar de raad sturen die de gemaakte beweringen onderbouwen? En zo niet, kan ze dan erkennen dat het hier niet gaat om feiten maar om aannames?

Het verhaal is namelijk helemaal niet zo eenzijdig als het lijkt. De maatregelen zijn bedoeld om overlast tegen te gaan, maar overlast is al strafbaar. Wil je overlast aanpakken, ga dan handhaven op overlast. Als er geen overlast vast te stellen is dan moeten we niet allemaal andere manieren gaan bedenken om mensen toch te beboeten.

Want, voorzitter, het verschil tussen een boete voor overlast en een boete voor harddrugsgebruik is niet iets om van weg te kijken. In het geval van overlast rekent het OM een boete van 160 euro, veel geld – zeker voor een verslaafde. Maar, voor een boete voor openbaar harddrugsgebruik staat een bedrag van vierhonderdenvijftig euro. Niet alleen wordt iets beboet wat losstaat van wat we proberen op te lossen, ook wordt de boete verdrievoudigd. Kan de burgemeester uitleggen hoe er ondanks al deze zwaarwegende redenen toch gekozen wordt voor een permanent harddrugsverbod? Wij vragen ons ook af waarom de evaluatie die de raad wilde zonder overleg met de raad alvast in deze APV-wijziging wordt verwerkt?

Voorzitter, ons tweede punt. Naast het harddrugsverbod is er ook een APV-wijziging om technische hulpmiddelen strafbaar te maken. Zowel de daadwerkelijke wijziging als de toelichting bevatten veel niet concrete termen die wat ons betreft te veel ruimte voor interpretatie laten. Om te beginnen is technische hulpmiddelen een heel breed begrip. Drones worden al benoemd, en zij worden al vaak recreatief gebruikt, maar ook telefoons kunnen ook gebruikt worden voor een delict als een technisch hulpmiddel. We vinden het zorgelijk hoe vrij interpretabel de term technische hulpmiddelen is.

Vervolgens blijft het, zelfs na technisch navragen, onduidelijk tot wanneer er sprake is van aanleiding om mensen preventief te mogen controleren. Het college zegt niet preventief te willen controleren tenzij er aanleiding is, maar als aanleiding nergens concreet gedefinieerd staat is het vrij interpretabel en daarmee echt een zorgpunt voor ons.

Ten derde staat er dat het verbod niet van toepassing is als redelijkerwijs aangenomen kan worden dat de technische middelen niet voor strafbare feiten bedoeld zijn. Maar wat is redelijkerwijs hier? Dit blijft ook weer te interpretabel. En uit technische vragen blijkt ook dat iemand bestraft kan worden door soortgelijke technische middelen te bezitten die de persoon eerder gebruikt heeft voor een strafbaar feit. Wanneer iemand ooit en delict heeft gepleegd waar een drone bij betrokken was, mag die persoon dan nooit meer met een drone aangetroffen worden? Of nooit meer een laptop bij je hebben na een hackaanval? De consequenties worden niet duidelijk in dit voorstel maar wij vrezen grote inperkingen van wat iemand wel en niet bij zich mag hebben. Deze impactvolle wijziging aan de APV wordt wat mijn fractie betreft echt te weinig geconcretiseerd en ook te weinig aannemelijk gemaakt. Het is onduidelijk wat verboden is, wanneer je daarop gecontroleerd mag worden en wanneer het verboden is. En hoe kan iemand zich dan beroepen op diens rechten? Deelt de burgemeester dat er te weinig geconcretiseerd is in dit plan om een idee te hebben wat de consequenties gaan zijn?

Als derde punt de weigeringsgrond van festivals en evenementen. We zijn blij dat het college het voorstel breder trekt. Er staat wel dat deze uitvoering mede komt door onze motie, maar in onze beleving waren wij de enige initiatiefnemer hierop. Daarnaast nog een punt van kritiek, er staat dat na meerdere overtredingen mogelijkerwijs een weigering volgt. Maar voorzitter, na een gele kaart volgt een rode kaart. Deelt het college met mijn fractie dat dit woordje mogelijkerwijs weg moet? En kan het college toezeggen de raad te gaan informeren over de overtredingen?

Dan voorzitter, naast de inhoudelijke punten bevalt de gang van zake ons niet. In dit voorstel worden onderwerpen geplaatst die ver uit elkaar liggen. Daarnaast bestaat het uit zowel nieuwe voorstellen als uitgewerkte moties. Hierdoor komen we in de lastige positie waarbij we één keer over dit hele voorstel stemmen maar veel verschillende meningen hebben. In andere APV voorstellen wordt al wel per onderwerp gesplitst. Kan het college uitleggen waarom dit enorm diverse pakket toch als een geheel is aangeboden? En hoe kijkt het college naar deze enorm lastige positie waar de raad nu in gezet wordt? Hoe gaat het college dit probleem oplossen?