Commis­sie­bij­drage Raads­brief stra­te­gisch plan laadin­fra­structuur


7 maart 2019

Tijdens de RIB hoorden we mooie verhalen over het aanleggen van meer laadpalen voor elektrisch autoverkeer. Het is mooi natuurlijk als meer auto’s elektrisch gaan rijden en dat we als samenleving minder fossiele brandstoffen gebruiken en er minder schadelijke uitstoot is. Alle experts tijdens de RIB hadden complimenten voor de plannen van de gemeente, dat is fijn.

Voor vanmiddag heb ik drie punten:

1. Betalen voor parkeren

We zijn blij met de maatregel dat voor het parkeren van een auto bij een laadpunt een regulier betaaltarief ingevoerd gaat worden. Want ook elektrische auto’s maken nu eenmaal gebruik van de openbare ruimte. Dat een jaar gewacht wordt met invoeren van een connectietarief of stekkergeld snappen we. Het is slim om inzicht te krijgen in de beschikbaarheid van laadplekken. Daar is onderzoek voor nodig. Waar wij ook benieuwd naar zijn: kan het college tegelijkertijd inzicht krijgen in de overwegingen van inwoners en bedrijven om niet over te stappen op elektrisch rijden? En kan het college gelijktijdig aan het monitoren van de effecten van het invoeren van betaald parkeren ook inzichten verwerven over de motieven om vies te blijven rijden? Beter gezegd: welke mogelijkheden ziet het college voor zich om het gedrag en het maken van keuzes te veranderen in de richting van elektrisch rijden, en mogelijk zelf minder eigen voertuigen?

2. Deelauto’s

In het strategisch plan lezen we: “In de nieuwe concessie is de laadbehoefte uitgangspunt voor het plaatsen van nieuwe laadinfrastructuur. Dat betekent dat we ook deelauto’s van stroom kunnen gaan voorzien.” Mijn fractie heeft vragen bij de woorden ‘uitgangspunt’ en ‘kunnen’. Want wat ons betreft zullen alle deelauto’s ook echt elektrische auto’s worden. Is de wethouder dan ook bereid om deze passage een heel stuk stelliger te verwoorden?

3. Groene stroom

Tijdens de RIB vroeg ik hoe groen de stroom vaan laadpunten is. Het antwoord was groen. Direct na afloop van de rib zei een de experts dat dit groene aspect nog wel meevalt. Die persoon zijn: er is veel grijze stroom, tot aan het zwarte toe. En een rondje researchen bevestigt dit beeld.

Zoals: Ik verwijs naar een onderzoek van het Tv-programma Groen Licht uit 2017. Het programma ging samen met energie-expert WISE op onderzoek uit, en wat bleek: gemeenten kiezen wel voor groene stroom, maar in de helft van de gevallen komt die niet van écht groene bedrijven. Utrecht maakte toen gebruik van de bedrijven Greenchoice, Nuon en Eneco, die respectievelijk een 8.4, een 4.2 en een 7.0 kregen. (sommige bedrijven als Nuon bijvoorbeeld investeert in kolen en kerncentrales). Er zijn gemeentes met hogere punten, tot aan tienen in Tilburg en Den Bosch.

Ander voorbeeld: er zijn leveranciers die grijze stroom opwekken en dat vergroenen dat door certificaten te kopen en naderhand te compenseren. Maar dan is er dus al sprake geweest van vieze uitstoot.

Op het punt van leveranciers kunnen we als gemeente dus echt duurzamere keuzes maken. Mijn vraag aan de wethouder is dus: is hij bereid om in het strategisch plan laadinfrastructuur een passage op te nemen over het gebruik van echt groene stroom en het weren van grijze en middelmatige stroom? En dus te gaan werken met energiebedrijven die ook alleen groene stroom opwekken en leveren?

Over het gebruik van groene stroom heb ik nog een vraag: soms wil je van de ene aanbieder de hardware (omdat die de beste is) en van een andere aanbieder de stroom (omdat die het groenst is). Hoe gaat het college hier mee om? Bijvoorbeeld: in hoeverre ziet het college mogelijkheden om een scheiding in contracten te maken, tussen langlopend voor fysieke hardware en kortlopend voor groenste energie.