Commis­sie­bij­drage Versnelling reali­satie tijde­lijke woningbouw in 2023 voor Pagelaan, Befu terrein en Wetering Zuid


3 november 2022

Als Partij voor de Dieren delen we het ongemak dat je in tijden van woningnood niet jarenlange procedures wilt doorlopen voor locaties waar een meerderheid van de raad het al over eens is dat daar tijdelijke woningen mogen komen.

De woningnood is er en wordt alleen maar nijpender. We willen ons dan ook graag constructief opstellen ten aanzien van voorstellen om deze procedures te kunnen versnellen, zoals het toevoegen van locaties aan de Algemene verklaring van geen bedenkingen (AVVGB).

Wel een vraag over de locaties: Waarom nu ook Wetering Zuid? Daarvan was tijdens technische sessie nog geen sprake.

Pagelaan en BEFU is de raad eerder over geïnformeerd en zijn ook besproken in de commissie. Voor Wetering Zuid geldt dat niet. Dat geeft het college ook aan in kanttekening 1.4 van het raadsvoorstel. Er staat dan dat het college pas van deze uitzondering in de AVVGB gebruik zou kunnen maken nadat raad kennis heeft kunnen nemen van startdocument. Vraag aan de wethouder: Is het niet een logischer en ook nettere volgorde om dan ook pas op dat moment een voorstel te doen deze locatie aan de AVVGB toe te voegen?

Door het nu te doen weet ik niet goed waarvoor ik onze beslissingsbevoegdheid uit handen geef.

En dat komt gelijk op wat wij als Partij voor de Dieren het lastigste punt aan dit raadsvoorstel vinden: Wij hebben er moeite mee de volledige bevoegdheid uit handen te geven.

Formeel doen we dat met dit voorstel. En daarom zouden we graag nog wat afspraken met het college vaststellen over het informeren van de raad.

  1. Kan wethouder toezeggen om wanneer de bouwplannen voor de betreffende locaties duidelijker zijn, dus startdocument of bouwenvelop of dergelijke, deze te delen met de raad en ook de eerstvolgende commissie af te wachten of een informele gelegenheid geven zodat de raad daarop kan reageren of randvoorwaarden meegeven;
  2. De eerdere ervaring met het informeren van de raad ten aanzien van het gebruik van de AVVGB wekt bij ons geen vertrouwen. Bij de afspraak tussen raad en college uit 2010 is afgesproken dat de raad jaarlijks geïnformeerd wordt over het gebruik van de verklaring. Dit gebeurt in de praktijk vaker niet dan wel. Graag een reflectie van de wethouder op wat dit gegeven volgens hem doet met de informatiepositie en controle mogelijkheden van de raad;
  3. Begrijpt de wethouder dat deze eerdere ervaring met de AVVGB ons weinig hoopvol stemt over onze positie ten aanzien van het gebruik van dit instrument?

Kan de wethouder daarom toezeggen om de raad altijd te informeren wanneer het college voornemens is de AVVGB te gebruiken? Dus niet alleen bij deze 2 of 3 locaties van dit raadsvoorstel, maar bij alle gevallen. Dat is een handjevol per jaar. Het zou via een memo of raadsbrief kunnen.

Bij een reguliere procedure heeft de raad bij bespreking van het bestemmingsplan gelegenheid randvoorwaarden mee te geven. Die hebben we niet als we dit voorstel van het college aannemen dus ik wil nu alvast die randvoorwaarden hebben:

  • Kan de wethouder toezeggen dat het toepassen van deze AVVGB nooit ten koste zal gaan van natuur?
  • Kan de wethouder toezeggen dat de woningen die hiermee gerealiseerd worden klimaatbestendig zullen zijn: waarmee we bedoelen zowel een prettig binnenklimaat hebben maar ook duurzaam gebouwd en energieneutraal?