Commis­sie­bij­drage Visie en Uitno­di­gings­kader Ener­gie­land­schap Rijnenburg en Reij­erscop


5 maart 2020

Wat moet je doen als je huis in brand staat? Juist, de brand blussen. En dat betekent dus niet: een ander huis bouwen. Voorzitter, onze wereld staat in brand. Het klimaat is in crisis en de biodiversiteit is in crisis. We hebben geen tweede planeet. Dus wat moeten we doen? Beide crises bedwingen. Wij zijn de laatste generatie die iets aan klimaatverandering kan doen, en die kans moeten we grijpen. En dat doen we volgens de Partij voor de Dieren door maximaal in te zetten op een energielandschap in de polders Rijnenburg en Reijerscop.

De Partij voor de Dieren is voorstander van een ambitieus energielandschap in Rijnenburg en Reijerscop, waarbij we uit moeten gaan van zoveel mogelijk schone energie, en een rijk natuurlandschap. Rijnenburg is nu een open weiland met cultuurhistorische sloten, oude wilgen, waar veel weidevogels verblijven, maar: waar ook mest wordt uitgereden. Reijerscop is nu een gebied met veehouderij en andere agrarische bedrijven. Het raadsvoorstel biedt voor ons momenteel voldoende perspectief voor energieopwekking. Met de belangen van omwonenden is wat ons betreft meer dan voldoende rekening gehouden. Omwonenden kunnen door 50% eigenaarschap ook profiteren, wat wij goed vinden. Al met al zijn wij over het raadsvoorstel over het algemeen tevreden.

Maar, we maken ons wel zorgen over 4 punten, namelijk:

- 1: de hoeveelheid energie die we hier kunnen opwekken,
- 2: de traagheid waarmee dit hele traject zich voortsleept,
- 3: de flora en fauna in het gebied, en
- 4: de plannen voor woningbouw

1) De hoeveelheid aan energie:
Utrecht wekt op dit moment 2-4% van zijn eigen energie duurzaam op. Met 8 windmolens en 230 hectare zonepanelen komen we uit op 20%. Voor ons als Partij voor de Dieren is het onbegrijpelijk dat deze groene coalitie het aantal zoekgebieden voor windmolens naar beneden bijschroeft.

In 2016 nog dienden GroenLinks en D66 samen de motie Bouwpauze in Rijnenburg in. En toen ook bestond de doelstelling nog om in 2030 klimaatneutraal te zijn. Inmiddels is die ambitie op de lange baan geschoven, en wordt ook het aantal zoekgebieden voor windturbines verkleind. Wij pleiten ervoor om dit aantal toch weer op 11 te zetten. Technisch is het mogelijk om 11 windmolens en 230 hectare aan zon te realiseren, dus kan de wethouder toezeggen om toch 11 zoekgebieden op te nemen? En als ze dit echt niet in deze polders ziet is ze dan bereid om onder gemeentelijke regie en/of gemeentelijk grondgebied minstens drie andere locaties aan te wijzen in de gemeente voor windturbines (en hiermee bedoelen we niet de windmolens die de Universiteit Utrecht aankondigde)? En hoe voorkomt de wethouder dat we de Utrechtse energieopwekking gaan afwentelen op buurgemeenten in onze RES? Want dat gevaar is reëel.

En stel dat we in de komende tijd toch meer zon en wind willen gaan opwekken in de polders, dan zou de capaciteit van het ‘stopcontact’ dit tegengaan. Het aanleggen van een tweede stopcontact zou 7 tot 10 jaar de tijd kosten. Onze fractie ziet graag dat met dit stopcontact toch al begonnen wordt. Is de wethouder bereid om met dit extra stopcontact aan de slag te gaan?

2) Het tempo van aanleggen:
Er zit niet bepaald veel schot in dit hele proces. Al in 2009 opperde de Structuurvisie Rijnenburg de mogelijkheid van zonnepanelen en windturbines. Dit college ligt inmiddels driekwart jaar achter op planning, en na vaststellen van het raadsvoorstel hebben de initiatiefnemers nog tot een half jaar om met hun plannen te komen.

Ondertussen houden de grondeigenaren hun poot stijf en verklaren ze vrij arrogant niet mee te willen werken. Met hun individuele belangen blokkeren ze het collectieve belang van het tegengaan van de klimaatcrisis en biodiversiteitscrisis. Deze crises los je namelijk niet op met meer beton, en met huizen bouwen. In december deed de Raad van State een belangrijke uitspraak door de in Zeewolde opgelegde gedoogplicht toe te staan. Hiermee moesten grondeigenaren de bouw van 8 windmolens op hun grondgebied toestaan. Natuurlijk hopen wij niet dat dit instrument in Utrecht ingezet moet worden, maar is de wethouder bereid om gedoogplicht te beschouwen als uiterste redmiddel als grondeigenaren niet meewerken aan de komst van windturbines?

En ondertussen: het bouwen van windturbines kost gezien de juridische procedures meer tijd dan het aanleggen van zonnevelden. Kan de wethouder toezeggen om de trajecten van beide soorten energie uit elkaar te trekken?

Onze fractie maakt zich er zorgen over dat de kansen voor het energielandschap verkeken raken door er maar over door te blijven praten. Dat er van uitstel afstel gaat komen. Vraag: Welke mogelijkheden ziet de wethouder om zo snel mogelijk een bindend moment te creëren, een juridisch contract op te stellen, waardoor de komst van het energielandschap met zon en wind een juridisch feit wordt? En welke andere rol ziet ze voor zichzelf om geen verdere vertraging meer op te lopen?

En als het energielandschap er eenmaal is, zien wij graag een permanente invulling ervan. Energieopwekking blijft namelijk altijd nodig, in welke vorm dan ook. Vraag: Is de wethouder het met ons eens?

3) De gevolgen voor fora en fauna:
Vanzelfsprekend hebben we als Partij voor de Dieren het voorstel ook heel goed bestudeerd op gevolgen en kansen voor ecologie in het gebied. We maken ons veel zorgen om de weidevogels. Rijnenburg is een verblijfsgebied voor weidevogels, en zitten er ook grutto’s. Dit is een beschermde vogel, en ook nog eens Nederlands trots. Weidevogels zijn niet happig op zonnepanelen. Daarom enkele vragen hier specifiek over:

- kan bij de indeling van zonnepanelen rekening gehouden worden met de mogelijkheid voor weidevogels om te foerageren?

- Rijnenburg is echter geen kerngebied voor deze en andere weidevogels, want die bevinden zich ten westen van IJsselstein (tussen Lopik en Oudewater), rond Mijdrecht en ten westen van Bunschoten-Spakenburg. Kan de wethouder toezeggen aan te sturen op een voor vogels herkenbare verbinding tussen Rijnenburg en met name het kerngebied tussen Lopik en Oudewater?

- In het raadsvoorstel wordt vagelijk verwezen naar compensatiemogelijkheden, terwijl wij er wel twee concrete zien: in 2007 namelijk heeft de raad besloten dat er in Rijnenburg twee gebieden zijn waar de Groenstructruur uitgebreid moet worden. Daarom: graag de toezegging dat Lange Vliet (een verticale strook in het midden, ten zuiden van La Place) en IJsselwetering (horizontaal in het zuiden, aan de grens met IJsselstein) nu ontwikkeld gaan worden als verblijfplaats voor weidevogels. Wat heeft de wethouder hiervoor nodig? Welke financiële mogelijkheden ziet de wethouder? Is zij bereid met de initiatiefnemers hierover te praten? En is ze ook bereid om met de provincie hierover te praten, in het kader van diens ambitie tot een provinciaal Ringpark?

Want over de groenstructuur gesproken: het valt ons op dat velen de hele polder als een leeg canvas zien waarbinnen lukraak duurzame energie, huizen of een roeibaan ingetekend kunnen worden. Wat ons betreft worden Lange Vliet en IJsselwetering nu niet, en nooit niet aangewezen worden voor energieopwekking en/of woningbouw. En willen we dat deze gebieden voortaan extra duidelijk als groenstructuur gearceerd worden in alle komende beleidsplannen.

Op de RIB begrepen we dat de migratieroutes voor vogels en vleermuizen momenteel onderzocht worden door ecologisch bureau Waardenburg. De zoekgebieden voor windmolens zijn nog flexibel dus wij gaan ervan uit dat er uiteindelijk geen enkele windturbine precies op zo’n migratieroute terecht komt. Kan de wethouder dit bevestigen? En kan de wethouder bevestigen dat er ook een stilstandvoorziening komt voor vogels en vleermuizen, gezien hun migratiebewegingen over het algemeen goed te voorspellen zijn?

Als Partij voor de Dieren zien we liever geen zonnepanelen op water. De gevolgen voor vogels en vissen zijn nog niet te overzien. We begrijpen dat er ook nog geen business case is vanuit de initiatiefnemers voor zon op de Nedereindse Plas. Los van de gevolgen voor ecologie: het is ook nog maar de vraag wat de vervuiling in de plas betekent voor de mensen die de panelen moeten aanleggen en onderhouden. We zouden daarom graag zien dat het zoekgebied Nedereindse Plas verplaatst wordt naar elders in Rijnenburg en/of Reijerscop. In die polder is namelijk geen zon getekend, en de grondeigenaren ziet dit wel zitten. Is de wethouder hiertoe bereid? En los van deze wijziging: waarom is er überhaupt geen zoekgebied voor zon in Reijerscop? We overwegen hierop een wijzigingsvoorstel.

Het is op dit moment nog niet uit te sluiten dat er bomen gekapt moeten worden voor het transport van de windmolenonderdelen (de bladen zijn 80 m lang). We houden hier graag de vinger aan de pols: knotwilgen bijvoorbeeld bieden nestgelegenheid voor vleermuizen. We krijgen graag, nu of later in het proces, informatie over hoeveel en welk soort bomen dit zou betreffen.

We zijn blij met de manier waarop ecologische eisen verwerkt zijn in visie en kader. Afgezien van de aanwezigheid van weidevogels en oude wilgen is Rijnenburg een ecologisch arm weiland waar mest wordt uitgereden. We zien kansen om de ecologie te versterken, met het zaaien van inheemse kruiden, en met het verrijken van de oevers van de sloten. Zo kunnen we er een echt groen landschap van maken en we zijn blij dat het uitnodigingskader hier veel goede eisen aan stelt.

4) De plannen voor woningbouw:

Als we het over Rijnenburg hebben, spreken we ook snel over plannen voor woningbouw. De VVD diende hiertoe een initiatiefvoorstel in met de titel 'Nu starten met woningbouw in Rijnenburg'. We waarderen de inzet van collega Te Hoonte voor het schrijven van dit initiatiefvoorstel. Het is knap ook dat hij volop het juiste moment weet te kiezen voor zijn voorstel.

Dat gezegd hebbend, kan ik vanuit mijn fractie zeggen dat we niet gaan instemmen met zijn voorstel:

  1. We verkeren in een klimaatcrisis. We moeten daarom maximaal inzetten op het opwekken van duurzame energie en de combinatie van zon en wind in Rijnenburg is nodig. Immers: de zon schijnt niet altijd, en als het wel zonnig is, waait de wind vaak wat minder. Windturbines zijn ook erg efficiënt in het opwekken van energie, maar komen niet terug in dit voorstel. In de RIB zei de initiatiefnemer: “Inderdaad, geen wind, want we hoeven niet alles in Utrecht te doen”. Dat is voor ons niet acceptabel.

  2. Ook de biodiversiteit verkeert in crisis. De VVD wil zowel veel woningen als een grote dichtheid aan zonnepanelen. De dichtheid aan panelen wordt zo immens dat er gedacht moet worden aan een industrieterrein. Deze combinatie van gebouwen en panelen biedt geen enkele kans voor het intensief versterken van biodiversiteit en andere natuurwaarden. Dit is voor ons dus ook niet acceptabel. Want als we zonnepanelen juist ruimhartig plaatsen is daartussen ruimte voor het versterken van de ecologie.

  3. Als Partij voor de Dieren zijn we geen voorstander van een plofwijk in Rijnenburg. De polder was ooit onderdeel van het Groene Hart en leent zich nog altijd uitstekend voor een recreatief gebruikslandschap én klimaatlandschap. Er is hier ruimte om energieopwekking te verbinden met natuurontwikkeling zodat deze groene long tussen Nieuwegein, Leidsche Rijn, Papendorp en IJsselstein nog groener kan worden. Zo hoeft er dus géén aaneengesloten stedelijke agglomeratie te ontstaan, maar kunnen we investeren in een mooi en waardevol groen gebied met natuur, nieuwe recreatie, schone energie en waterberging. Door te bouwen op veen, aanwezig in noordelijk deel, bestaat kans op vrijkomen extra CO2 dat nu in veen zit, en dat moeten we natuurlijk ook niet willen.

Onze fractie heeft geen verdere vragen aan de initiatiefnemer, en naar aanleiding van de reactie van het college hebben wij ook geen vragen aan de wethouders.