Raads­bij­drage Rijnenburg duurzaam ener­gie­land­schap


6 juli 2017

Door van Rijnenburg een duurzaam energielandschap te maken kan een grote hoeveelheid energie duurzaam opgewekt worden, en daarom is de Partij voor de Dieren blij dat de raad vandaag eindelijk een besluit neemt over Rijnenburg, zij het nog niet inhoudelijk.

De Partij voor de Dieren fietste vorige week door polder Rijnenburg. Er is van alles te zien, zoals zwanen, buizerds, kieviten, witte reigers, visdiefjes, scholeksters, zwaluwen, grauwe ganzen, eenden, hazen, koeien, paarden en schapen.

Ik was er in de ochtend dus vleermuizen, uilen en egels heb ik niet persoonlijk gespot, maar daarvan is bekend dat ook zij veelvuldig aanwezig zijn. Hetzelfde geldt voor amfibieën. Polder Rijnenburg is echt een bijzonder stuk Utrecht en leefgebied voor vele soorten waarvoor in de stad steeds minder plek is. Dat moeten we koesteren.

Rijnenburg functioneert nu echter ook als mest-uitrijdgebied. Er wordt ook mest uit andere gebieden naar Rijnenburg vervoerd om daar over het land verspreid te worden. Die activiteit heeft een negatieve invloed op de kwaliteit van land en water en daardoor loopt de biodiversiteit terug.

Het plaatsen van zonnepanelen kan er juist aan bijdragen dat het uitrijden van mest in Rijnenburg niet of in veel mindere mate meer mogelijk is. Daardoor krijgen veel meer verschillende planten en kruiden weer een kans.

Windmolens, maar ook zonnepanelen, kúnnen het leefgebied van dieren wel verstoren. Ik zeg dit met de nadruk op kúnnen, want duurzame energie en dieren kunnen goed naast elkaar bestaan, mits er bij de afwegingen over wat, hoeveel, waar en wanneer goed rekening gehouden wordt met de leefwijze van de aanwezige dieren.

De wet Natuurbescherming zegt daar een en ander over, maar helaas biedt deze wet veel te weinig bescherming aan de dieren die nu in Rijnenburg leven.

Bijvoorbeeld: de gewone dwergvleermuis als soort is beschermd. Maar als er maatregelen genomen worden die voorkómen dat de soort als geheel aangetast wordt, kan een individueel exemplaar alsnog doodgemaakt worden tijdens het uitvoeren van de plannen. En dit voorbeeld gaat dus alleen al over individuele dieren van een soort die op de beschermde soortenlijst in de wet Natuurbescherming staat. Voor dieren die in zijn geheel niet op die lijst voorkomen, bijvoorbeeld de Laatvlieger (vleermuis) of de egel, hoeft niet eens nagedacht te worden over maatregelen om ze te beschermen. Bovendien verbiedt de wet Natuurbescherming alleen opzettelijk handelen. Het per ongeluk verstoren of doden is zelfs niet meer strafbaar sinds deze wet vorig jaar de Flora&Faunawet verving. Ook worden slechts bepaalde leefgebieden beschermd, bijvoorbeeld wel voortplantingsplaatsen en rustplaatsen, maar niet foerageergebieden of vaste vliegroutes (tenzij die samenvallen met de rust- of voortplantingsplaatsen).

Om het de raad mogelijk te maken de bescherming van planten en dieren zo optimaal mogelijk te waarborgen bij de toekomstige beslissingen die we over Rijnenburg gaan nemen dienen we het volgende amendement in waarvan het beslispunt luidt:

Besluit:

-Aan de opsomming bij beslispunt 3 de woorden “ecologische en natuurwaarden” toe te voegen, waardoor het beslispunt als volgt komt te luiden:

3. Initiatiefnemers, bij het opstellen van de scenario’s, te vragen om met inbreng van alle belanghebbenden het optimum te zoeken tussen: de energieopbrengst, de ruimtelijke waarden, ecologische en natuurwaarden, functies in het gebied, financiële participatie en het beperken van hinder om te komen tot voorstellen voor een optimale inrichting van het energielandschap.

-Na beslispunt 3 een extra beslispunt toe te voegen dat luidt:

4. Initiatiefnemers te verzoeken om in één van deze scenario’s het meest plant- en diervriendelijke alternatief uit te werken, rekening houdend met zowel dieren en planten die op de beschermde soorten lijst staan als dieren en planten die daar niet op staan.

-De nummering van de beslispunten 4 en 5 vervolgens te wijzigen en 5 en 6.

Voorzitter, het moge duidelijk zijn dat polder Rijnenburg van grote ecologische waarde is. Dat moeten we nu koesteren en beschermen en dat moeten we in de toekomst blijven doen.

De Partij voor de Dieren vindt het daarom onwenselijk om nu het uitgangspunt mee te geven dat na 2030 woningbouw kan plaatsvinden. De stad heeft Rijnenburg nodig als groene buffer voor luchtkwaliteit en leefbaarheid. Die behoefte wordt alleen maar groter als de stad voller wordt. Het bebouwen van dit bijzondere groene gebied verjaagt alle dieren, zal de druk op voorzieningen in de stad alleen maar doen toenemen en verkleint de toch al zo beperkte beschikbare groene gebieden voor de stad.

Bovendien blijven we in de toekomst energie nodig hebben en is bekend dat het meer rendabel is om windmolens en zonnepanelen voor langere periode dan 15 jaar te gebruiken.

Daarom wil de Partij voor de Dieren nog een amendement indienen, waarvan het beslispunt luidt:

Besluit:

-Beslispunt 1d te schrappen;

-Na beslispunt 3, een extra beslispunt toe te voegen dat luidt:
Initiatiefnemers, bij het opstellen van de scenario’s, het uitgangspunt te laten hanteren dat er na een (afschrijvings)periode van 15 tot 20 jaar in het gebied geen woningbouwontwikkeling plaats gaat vinden.

-De overige beslispunten te hernummeren.

Voorzitter, dank voor uw aandacht.

Interessant voor jou

Raadsbijdrage Voorstel inzake Ontwikkeling Smakkelaarsveld

Lees verder

Raadsbijdrage Burgerinitiatief Iedere Dag verdient een Nacht van de Nacht

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer