Commis­sie­bij­drage Warm­teplan Rijnvliet

De Partij voor de Dieren vindt het een goede ontwikkeling dat de gemeente Utrecht hiermee wil voorkomen dat de nieuwe wijk nog op het aardgasnet aangesloten wordt.

De Partij voor de Dieren wil zo snel mogelijk naar een aardgasvrij Utrecht waarin alleen nog gebruik gemaakt wordt van echt duurzame hernieuwbare energiebronnen. Niet voor niets stelden we hier eind vorig jaar schriftelijke vragen over. De stad Groningen heeft de ambitie uitgesproken en een actieplan opgeteld om al in 2035 aardgasvrij te zijn. De ontwikkeling in Rijnvliet kan een klein eerste stapje zijn om dat goede voorbeeld te volgen. Inhoudelijk hebben we echter nog een aantal twijfels bij de inhoud van het warmteplan. Ik zal proberen die twijfels te delen zodat de wethouder die misschien weg kan nemen.

Het meest duurzame alternatie voor aardgas is , is heldergroene energie zoals van zon en wind of geothermie.

• Stadswarmte is minder groen dan het lijkt. Afgelopen jaren hebben we teveel berichten gezien over sjoemelwoningen en over Eneco om nog echt te kunnen vertrouwen op de duurzaamheid ervan.
• Daarbij: gisterenavond besteedde het programma Zembla aandacht aan de herkomst van biomassa. Een ontluisterend verhaal dat ons standpunt bevestigt dat biomassa echt niet duurzaam is. Biodiverse bossen worden vervangen door monocultuur en aan controle op verantwoord bosbeheer ontbreekt het vrijwel volledig. En hoewel Eneco beweert dat in Utrecht alleen hout uit de regio verstookt gaat worden betekent dit dat voor andere Europese centrales biomassa uit andere delen van de wereld aangesleept moet worden.

• Volledig elektrisch is voor het klimaat het meest rendabel, zeker op lange termijn. Toekomstige bewoners van Rijnvliet moeten ook voor volledig elektrisch kunnen kiezen.
• In het voorliggende warmteplan is stadswarmte de standaard en moet er een uitzondering aangevraagd worden als de ontwikkelaar een duurzamer alternatief wil realiseren. Wat ons betreft is full-electric ook een standaard-optie en niet de uitzondering. Dat komt ook omdat de Partij voor de Dieren nog twijfels heeft bij de rekensystematiek die onder het warmteplan ligt
• Dus concluderend hebben wij de meeste moeite met de vanzelfsprekendheid waarmee in het warmteplan stadswarmte als standaard wordt gepresenteerd en andere alternatieven als uitzondering.