Utrecht inves­teert niet direct in fossiele industrie

Utrecht investeert niet direct in de fossiele industrie, blijkt uit antwoorden op vragen van de Partij voor de Dieren naar het beleggingsbeleid van de gemeente. Wel vinden er wellicht indirecte investeringen in deze vervuilende industrie plaats via pensioenfonds ABP, de Bank Nederlandse Gemeenten en de NV REMU-houdster. De Partij voor de Dieren is blij dat de gemeente geen directe beleggingen en investeringen heeft lopen in de fossiele industrie, maar blijft ervoor pleiten dat de gemeente zo duurzaam mogelijk opereert.

Tijdens de behandeling van de Programmabegroting 2016 had de Partij voor de Dieren een motie achter de hand waarin de partij het college vroeg onderzoek te doen naar investeringen in de fossiele industrie. Dergelijke investeringen passen wat de PvdD betreft niet bij het streven van het college naar een klimaatneutraal Utrecht in 2030. PvdD-raadslid Eva van Esch: “De wethouder gaf tijdens de raadsvergadering aan dat de gemeente niet investeert in de fossiele industrie. Wij trokken de motie in en kregen later deze toezegging bevestigd. Daar zijn wij erg blij mee!”

De gemeente Utrecht bezit 1,73% van de aandelen van de Bank Nederlandse Gemeenten. Het is het college niet bekend of er met het geld van de gemeente wordt belegd in de fossiele industrie. Daarnaast heeft de gemeente geen belang meer in REMU, maar vindt er wellicht nog een nabetaling plaats bij de afwikkeling van de verkoop van de gemeentelijke aandelen in dit energiebedrijf. De gemeentelijke pensioenen lopen verplicht via het ABP. Dit bedrijf blijft beleggen in de fossiele industrie, maar de gemeente investeert hier zelf niet in. Een belegging bij de Rabobank, waarvan niet duidelijk is wat er met het geld van de gemeente gebeurt, eindigt in 2016.

Van Esch: “Het is fijn dat Utrecht niet direct belegt in de fossiele industrie en we vinden het van belang dat de gemeente dit ook nooit meer gaat doet. Het college moet er hard aan trekken om de doelstelling klimaatneutraal 2030 te halen en dan zijn maatregelen als deze hard nodig. Maar dit is maar een van de vele dingen die het college kan doen om Utrecht te verduurzamen. Wij blijven er daarom op hameren dat de doelstelling voor 2030 behaald moet worden.”