Monde­linge vragen Aanscherping Utrechts klimaat­beleid


Indiendatum: 11 okt. 2018

Mondelinge vragen 1, 11 oktober 2018

Op 8 oktober 2018 waarschuwde het wetenschappelijke klimaatpanel IPCC van de Verenigde Naties over de vérstrekkende gevolgen van de opwarming van de aarde. Het beperken van de opwarming vereist volgens de onderzoekers ‘‘Snelle, ingrijpende en ongekende veranderingen in alle aspecten van de samenleving.’’ Op 9 oktober deed het Gerechtshof Den Haag uitspraak in de historische klimaatzaak van Urgenda tegen de Nederlandse Staat. In dit hoger beroep heeft de rechtbank bevestigd dat de Nederlandse Staat in 2020 de uitstoot van broeikasgassen moet terugdringen met 25% ten opzichte van 1990.

De Partij voor de Dieren is van mening dat deze twee nieuwsfeiten Utrecht nopen tot een ambitieuzer klimaatbeleid, voor zowel de huidige raadsperiode als de lange termijn. Alleen dan kan de gemeente nu en later een vooruitstrevende bijdrage leveren aan een globale opwarming van maximaal 1,5 graden.

1. Is het college met de Partij voor de Dieren van mening dat Utrecht de morele verantwoordelijkheid heeft om alle mogelijkheden en middelen aan te wenden, teneinde de uitstoot van broeikasgassen zoveel mogelijk te verminderen en te voorkomen?

2. Is het college van plan om, naar aanleiding van het IPCC-rapport en de gerechtelijke uitspraak, de Utrechtse klimaatdoelstellingen en –maatregelen aan te scherpen, met als doel uiterlijk in 2030 klimaatneutraal te zijn? Zo nee, waarom niet?

3. Is het college bereid om zo snel mogelijk met een alomvattend, ambitieus en concreet plan te komen, met afrekenbare tussendoelen, om de doelstelling van klimaatneutraal te behalen? Zo ja, wanneer kan dat met de raad gedeeld worden? Zo nee, waarom niet?

Maarten van Heuven, Partij voor de Dieren

Indiendatum: 11 okt. 2018
Antwoorddatum: 11 okt. 2018

Mondelinge vragen 1, 11 oktober 2018

Op 8 oktober 2018 waarschuwde het wetenschappelijke klimaatpanel IPCC van de Verenigde Naties over de vérstrekkende gevolgen van de opwarming van de aarde. Het beperken van de opwarming vereist volgens de onderzoekers ‘‘Snelle, ingrijpende en ongekende veranderingen in alle aspecten van de samenleving.’’ Op 9 oktober deed het Gerechtshof Den Haag uitspraak in de historische klimaatzaak van Urgenda tegen de Nederlandse Staat. In dit hoger beroep heeft de rechtbank bevestigd dat de Nederlandse Staat in 2020 de uitstoot van broeikasgassen moet terugdringen met 25% ten opzichte van 1990.

De Partij voor de Dieren is van mening dat deze twee nieuwsfeiten Utrecht nopen tot een ambitieuzer klimaatbeleid, voor zowel de huidige raadsperiode als de lange termijn. Alleen dan kan de gemeente nu en later een vooruitstrevende bijdrage leveren aan een globale opwarming van maximaal 1,5 graden.

1. Is het college met de Partij voor de Dieren van mening dat Utrecht de morele verantwoordelijkheid heeft om alle mogelijkheden en middelen aan te wenden, teneinde de uitstoot van broeikasgassen zoveel mogelijk te verminderen en te voorkomen?

Voorzitter, ik ben het helemaal met de PvdD-fractie eens dat het een zeer bijzondere week was. Vrijdag was er een reactie van het kabinet op het concept klimaatakkoord. Maandag was er het nieuws over de anderhalve graad. Dinsdag was de gewonnen klimaatzaak aan de orde. Intussen was er ook de grote wereldbol op het Jaarbeursplein. Er was veel gevoel voor urgentie. In het Utrechtse coalitieakkoord staat dat wij zo snel mogelijk aan de klimaatafspraken van Parijs willen voldoen. Dat kan mij niet snel genoeg gebeuren.

2. Is het college van plan om, naar aanleiding van het IPCC-rapport en de gerechtelijke uitspraak, de Utrechtse klimaatdoelstellingen en –maatregelen aan te scherpen, met als doel uiterlijk in 2030 klimaatneutraal te zijn? Zo nee, waarom niet?

In de vorige collegeperiode hebben wij de raad een rapport gepresenteerd waarin stond dat 2030 in technische zin niet haalbaar is. Het is geen kwestie van een politieke keuze, maar het kan gewoon niet. Ons beleid is niet geënt op de twee graden. Er is geen specifieke reden om naar de anderhalve graad te gaan. Wij proberen dit de komende jaren zowel aan de opwekkant als aan de besparingskant systematisch aan te pakken. Ook het aardgas komt daarbij aan de orde. Dat is waarover het college met de raad in gesprek moet gaan.

3. Is het college bereid om zo snel mogelijk met een alomvattend, ambitieus en concreet plan te komen, met afrekenbare tussendoelen, om de doelstelling van klimaatneutraal te behalen? Zo ja, wanneer kan dat met de raad gedeeld worden? Zo nee, waarom niet?

Ik verwacht binnen één of twee kwartalen een soort startnotitie van de U10 over de opwekkingskant. In de termen van het klimaatakkoord heet dat "de regionale energiestrategie". Wij bekijken daartoe systematisch wat wij in deze regio kunnen opwekken en hoe wij dat kunnen plannen. Op gemeentelijke schaal komt zo snel mogelijk, ik denk in 2020, een wijkgerichte aanpak om echt over alle wijken in de stad te kunnen zeggen wanneer wij daar aan de slag gaan met het aardgasloos maken en de besparing. Ik denk dat wij dan gezamenlijk kiezen welke scenario's wij gebruiken en wat kunnen wij doen voor het klimaat en voor andere belangen en hoe wij die wegen.

Aanvullende vraag van mevrouw Sasbrink: Voorzitter, dank voor de beantwoording, die ging vooral over het opwekken van energie en over energiebesparing. Ik hoef niet te vertellen dat klimaatverandering nog door meer zaken wordt bewerkstelligd. Komt er een klimaatbeleid, of vindt de wethouder dat er in deze gemeente beleid moet komen voor zaken als consumptie?

Voorzitter, wij hebben geen consumptiebeleid in de planning, maar wel beleid over mobiliteit en bouwen.

Maarten van Heuven, Partij voor de Dieren