Monde­linge vragen Geen vertraging heront­wik­keling Thomas à Kempis­plantsoen?


Indiendatum: 23 mrt. 2023

Mondelinge vragen 4, 23 maart 2023

Op 3 februari 2022 is door de raad het Stedenbouwkundig Plan van Eisen voor de herontwikkeling van het Thomas à Kempisplantsoen vastgesteld en het bestemmingsplan zou op dit moment opgesteld moeten worden. Woonin en Portaal werken aan de herontwikkeling van deze locatie: circa 350 nieuwe sociale en middenhuurwoningen en sloop van 178 verouderde sociale huurwoningen. Nu blijkt uit de op 21 maart 2023 ontvangen raadsbrief ‘Update geuronderzoek Jacobs Douwe Egberts’ en uit een artikel hierover bij DUIC dat dit project een vertraging van minimaal een half jaar zal oplopen vanwege het zogenaamd ‘actualiseren’ van de milieueisen.

De vragenstellers zijn benieuwd naar de achtergrond van deze milieueisen en vernemen graag de reactie van de wethouder milieu op de volgende vragen:

Vragen:

  1. Welke milieueisen die genoemd worden in de raadsbrief, moeten worden geactualiseerd en waarom moeten ze worden geactualiseerd?
  2. Waarom leidt de actualisatie van de milieueisen tot een vertraging van een bouwproject? Zijn er nog andere redenen van deze vertraging?
  3. Hoe komt het dat het pas nu bekend is dat de milieueisen moeten worden geactualiseerd (en er dus vertraging komt op het bouwproject)?
  4. Is het college het met ons eens dat we ons geen vertraging van bouwprojecten kunnen veroorloven gezien de huizencrisis en de naderende bouwcrisis?
  5. Zijn er manieren om ervoor te zorgen dat we geen of minder vertraging oplopen, bijvoorbeeld door verschillende delen van het bouwproject in verschillende fasen op te leveren en dat we dan wel voldoen aan de milieueisen? En zijn er nog andere mogelijkheden met betrekking tot de milieueisen, bijvoorbeeld door ze niet te ‘actualiseren’?

Joost Vasters, D66
Anne Sasbrink, Partij voor de Dieren
Dirk-Jan van Vliet, D66
Rick van der Zweth, Partij van de Arbeid
Pepijn Zwanenberg, GroenLinks
Annemarijn Oudejans, Student & Starter

Indiendatum: 23 mrt. 2023
Antwoorddatum: 23 mrt. 2023

Mondelinge vragen 4, 23 maart 2023

Op 3 februari 2022 is door de raad het Stedenbouwkundig Plan van Eisen voor de herontwikkeling van het Thomas à Kempisplantsoen vastgesteld en het bestemmingsplan zou op dit moment opgesteld moeten worden. Woonin en Portaal werken aan de herontwikkeling van deze locatie: circa 350 nieuwe sociale en middenhuurwoningen en sloop van 178 verouderde sociale huurwoningen. Nu blijkt uit de op 21 maart 2023 ontvangen raadsbrief ‘Update geuronderzoek Jacobs Douwe Egberts’ en uit een artikel hierover bij DUIC dat dit project een vertraging van minimaal een half jaar zal oplopen vanwege het zogenaamd ‘actualiseren’ van de milieueisen.

De vragenstellers zijn benieuwd naar de achtergrond van deze milieueisen en vernemen graag de reactie van de wethouder milieu op de volgende vragen:

Vragen:

  1. Welke milieueisen die genoemd worden in de raadsbrief, moeten worden geactualiseerd en waarom moeten ze worden geactualiseerd?
  2. Waarom leidt de actualisatie van de milieueisen tot een vertraging van een bouwproject? Zijn er nog andere redenen van deze vertraging?
  3. Hoe komt het dat het pas nu bekend is dat de milieueisen moeten worden geactualiseerd (en er dus vertraging komt op het bouwproject)?
  4. Is het college het met ons eens dat we ons geen vertraging van bouwprojecten kunnen veroorloven gezien de huizencrisis en de naderende bouwcrisis?
  5. Zijn er manieren om ervoor te zorgen dat we geen of minder vertraging oplopen, bijvoorbeeld door verschillende delen van het bouwproject in verschillende fasen op te leveren en dat we dan wel voldoen aan de milieueisen? En zijn er nog andere mogelijkheden met betrekking tot de milieueisen, bijvoorbeeld door ze niet te ‘actualiseren’?

Joost Vasters, D66
Anne Sasbrink, Partij voor de Dieren
Dirk-Jan van Vliet, D66
Rick van der Zweth, Partij van de Arbeid
Pepijn Zwanenberg, GroenLinks
Annemarijn Oudejans, Student & Starter

Antwoord: Allereerst het antwoord op vraag 1. Om het onderwerp geur In het ontwerpbestemmingsplan van het Thomas à Kempisplantsoen en bij eventuele andere toekomstige ontwikkeling in de omgeving goed in beeld te krijgen, hebben wij JDE verzocht om geurmetingen te laten verrichten. Tot nu toe is voor het milieuspoor bij JDE gebruik gemaakt van de geurberekeningen gebaseerd op metingen uit het verleden. Uit de eerste metingen is nu gebleken dat het toegestane geurvracht niet wordt overschreden, maar dat er wel meer geur door de lage bronnen uitgestoten wordt dan waar in het
model rekening mee is gehouden. De lage bronnen zijn de lage luchtafvoer en dus niet de allerhoogste schoorstenen, dus dat komt uit de lagere gebouwen. Deze kennis levert op dat het onderwerp geur in het concept-ontwerpbestemmingsplan niet correct opgenomen is en de huidige situatie niet weergeeft. We kunnen het ontwerpbestemmingsplan daardoor nu niet ter inzage leggen. Het is noodzakelijk om de geursituatie goed in beeld te brengen en op te nemen in het
ontwerpbestemmingsplan om zo ook aan te tonen dat wordt voldaan aan die eisen van een goede ruimtelijke ordening.

Het antwoord op vraag 2 is dat bij een inbreidingslocatie als deze in de omgeving van JDE de toegestane geursituatie altijd in beeld is geweest als een randvoorwaarde op grond waarvan het plan ontworpen kon worden. In dit geval blijkt dat de geursituatie anders is dan van tevoren was verwacht. Dit is de enige reden van de vertraging.

Het antwoord op vraag 3 is dat, omdat uit de vrijgegeven meetresultaten dus naar voren is gekomen dat de lagere bronnen meer geur uitstoten dan werd aangenomen, dit de reden is dat het moet worden geactualiseerd. Zo’n constatering maakt dat een aantal stappen doorlopen moet worden om te bepalen of de geur uit de lage bronnen binnen een aanvaardbaar geurniveau blijft of dat bijvoorbeeld geurbeperkende maatregelen genomen moeten worden door JDE. Mogelijk leidt het ook
tot het maken van nieuwe afspraken.

In antwoord op vraag 4 kan ik melden dat we het daar zeker mee eens zijn. Het antwoord op vraag 5 is, dat wij geen andere mogelijkheid zien dan zo snel mogelijk samen met JDE de benodigde stappen te doorlopen om juist de goede geursituatie in beeld te brengen, zodat ook een goede afweging gemaakt kan worden die recht doet aan de stedelijke woningbouwopgave
en de bedrijfsactiviteiten van JDE. Uiteraard kan ik als wethouder de kennis over de geur uit de lage bronnen niet negeren. JDE krijgt net als elk ander bedrijf de gelegenheid om nader onderzoek uit te voeren om de geursituatie goed in beeld te brengen.