Monde­linge vragen Transitie huis­hou­de­lijke zorg WMO


Indiendatum: 2 jun. 2022

Mondelinge vragen 2, 2 juni 2022

Er zijn flinke problemen met de uitvoering van de huishoudelijke zorg (HbH) in het kader van de WMO. Door aflopende contracten is een nieuwe aanbesteding uitgeschreven. De stad is in Noord en Zuid verdeeld waar beide 2 aanbieders actief zijn. Alle huishoudelijke hulpen dienen verplicht over te stappen naar een aanbieder in het stadsdeel waar ze wonen. Hierdoor moeten ze vaak overstappen naar een andere aanbieder. Dit is bovendien niet erg gemakkelijk. Gevolg is dat 40% van de hulpen niet gesolliciteerd heeft. Op 13 mei waren er 300 aanvragen open voor nieuwe cliënten en waren nog 440 bestaande cliënten niet geholpen. Het betreft hier vaak mensen in kwetsbare situaties en ernstige beperkingen. Vele van hen werden al jaren door dezelfde vertrouwde hulp geholpen en hebben nu geen hulp.

Hierover hebben wij de volgende vragen:

1. Herkent de wethouder de ernstige situatie en kan zij de huidige wachtlijst met ons delen onderverdeeld in Noord en Zuid en per wijk?

2. Kan de wethouder ons uitleggen wat de reden is achter de ingewikkelde overstapregeling van het bestaande personeel en of dit inderdaad, zoals de FNV stelt, een bezuinigingsmaatregel is doordat er b.v. minder reisgeld hoeft te worden betaald? En klopt het dat dit niet in overeenstemming is met raadsbrief 9027354, waarin toenmalig wethouder van Ooijen stelt dat”: “de aanbieders zich maximaal zullen inzetten om nieuwe medewerkers thuis te laten voelen en over te nemen met behoud van primaire en secundaire arbeidsvoorwaarden”?

3. Wat vindt de wethouder van de suggesties van de FNV om de voorgenomen tweedeling in de stad los te laten en de besluiten en regelingen aanzienlijk te vereenvoudigen zodat de WMO-gerechtigden op de wachtlijsten zo spoedig mogelijk van hulp worden voorzien?

4. Welke stappen gaat de wethouder nemen om deze situatie zo snel mogelijk te keren en te zorgen dat de mensen die wachten op huishoudelijke hulp deze eindelijk gaan krijgen?

Ruud Maas, Volt
Anne Sasbrink, Partij voor de Dieren
Margreet Ramaker, VVD
Yvonne Hessel, SP
Ingeborg Hornsveld, Groen Links
Nadia Stylianou, D66
David Bosch, PVV
Mahmut Sungur, Denk
Ilse Raaijmakers, PvdA
Noura Oul Fakir, Bij1
Wilma Duitscher, EenUtrecht
Bert van Steeg, CDA
Stefan Gailard, Stadsbelang Utrecht

Indiendatum: 2 jun. 2022
Antwoorddatum: 2 jun. 2022

Mondelinge vragen 2, 2 juni 2022

Er zijn flinke problemen met de uitvoering van de huishoudelijke zorg (HbH) in het kader van de WMO. Door aflopende contracten is een nieuwe aanbesteding uitgeschreven. De stad is in Noord en Zuid verdeeld waar beide 2 aanbieders actief zijn. Alle huishoudelijke hulpen dienen verplicht over te stappen naar een aanbieder in het stadsdeel waar ze wonen. Hierdoor moeten ze vaak overstappen naar een andere aanbieder. Dit is bovendien niet erg gemakkelijk. Gevolg is dat 40% van de hulpen niet gesolliciteerd heeft. Op 13 mei waren er 300 aanvragen open voor nieuwe cliënten en waren nog 440 bestaande cliënten niet geholpen. Het betreft hier vaak mensen in kwetsbare situaties en ernstige beperkingen. Vele van hen werden al jaren door dezelfde vertrouwde hulp geholpen en hebben nu geen hulp.

Hierover hebben wij de volgende vragen:

1. Herkent de wethouder de ernstige situatie en kan zij de huidige wachtlijst met ons delen onderverdeeld in Noord en Zuid en per wijk?

Het is niet voor het eerst dat wij spreken over huishoudelijke hulp en ook niet voor het laatst. Wij hebben de raad hierover vaak geïnformeerd. Ik ben zeer bekend met de situatie die de heer Maas omschrijft. Ik neem zijn woorden heel serieus. De hulpen die ik heb gesproken, zijn gecombineerd met die van de FNV. Wij spreken elke maand met de FNV. Deze hulpen zeiden de vertrouwde relatie met hun cliënten te willen behouden. Zij zien op tegen een overstap naar een andere werkgever. Tegelijkertijd zie ik dat aanbieders alles in het werk stellen om een overgang, zowel voor hulpen als voor cliënten, zo soepel mogelijk te laten verlopen. Hierover ga ik binnenkort opnieuw met de aanbieders en hulpen in gesprek. Wij spreken elkaar maandelijks. De zorgen die men zich maakt over de cliënten op de wachtlijst herken ik zeer goed. Na de tweede transitie op 2 mei jl. is de wachtlijst opgelopen. Het is een aanzienlijke lijst, er staan 700 cliënten op. Ik ben, net als de raad, zeer ongelukkig met dat aantal. De raad is hierover in de raadsbrief van 23 maart jl. en in de technische sessie van 13 mei jl. geïnformeerd. Het totale aantal wachtende cliënten dat is overgekomen van verlatende aanbieders is 342.
Het aantal wachtende nieuwe cliënten is 365. In Noord staan 204 cliënten op de wachtlijst en in Zuid 503. De meeste wachtenden zien wij in de wijken Leidsche Rijn en Vleuten-De Meern. In de
binnenstad, Dichterswijk en Rivierenwijk zijn bijna geen wachtenden. Het is de verwachting dat alle cliënten van verlatende aanbieders nog in juni van dit jaar kunnen worden geplaatst.

2. Kan de wethouder ons uitleggen wat de reden is achter de ingewikkelde overstapregeling van het bestaande personeel en of dit inderdaad, zoals de FNV stelt, een bezuinigingsmaatregel is doordat er b.v. minder reisgeld hoeft te worden betaald? En klopt het dat dit niet in overeenstemming is met raadsbrief 9027354, waarin toenmalig wethouder van Ooijen stelt dat”: “de aanbieders zich maximaal zullen inzetten om nieuwe medewerkers thuis te laten voelen en over te nemen met behoud van primaire en secundaire arbeidsvoorwaarden”?

De overstap van hulpen is ook het gevolg van de door de raad vastgestelde visie die wij uitgebreid hebben besproken. Daarin is het uitgangspunt om per 1 januari 2022 met een beperkt aantal aanbieders wijkgericht te werken om op die manier een betere vroegsignalering te bewerkstelligen en om voor cliënten een betere verbinding met zorg en ondersteuning in de wijk mogelijk te maken. Eerst hadden wij er 17 of meer, zonder enige sturing. Het worden er helaas vier. Wij vinden de situatie zorgelijk. De transitie is gemotiveerd op grond van de inhoud en niet op grond van een besparing van bijvoorbeeld reiskosten. Wij hebben hiervoor gezamenlijk gekozen. De transitie hoort erbij. De aanbieders doen er echt alles aan om de medewerkers zorgvuldig en op een gemakkelijke, maar zo goed mogelijke manier over te nemen, zonder sollicitatie. Zowel de primaire als de secundaire arbeidsvoorwaarden worden daarbij overgenomen. Voor tientallen van elders overgekomen hulpen heeft de overgang geleid tot een verbetering van de arbeidsvoorwaarden en de beloning, omdat in tegenstelling tot de vroegere situatie nu de cao zorgvuldig wordt toegepast.

3. Wat vindt de wethouder van de suggesties van de FNV om de voorgenomen tweedeling in de stad los te laten en de besluiten en regelingen aanzienlijk te vereenvoudigen zodat de WMO-gerechtigden op de wachtlijsten zo spoedig mogelijk van hulp worden voorzien?

Wij hebben gekozen voor wijkgericht werken, omdat daardoor de zorg beter wordt. Wij zien in het andere deel van het sociale domein hetzelfde. Het loslaten van de tweedeling draagt niet per se bij aan een betere zorg, maar ik blijf de nodige aandacht geven aan de zorgen van de hulpen. Wij moeten de wachtlijsten aanpakken door vol in te zetten op het behouden en werven van medewerkers, maar wij moeten ook nieuwe mensen vinden. Aanbieders zien het belang van het behoud van de hulp en zijn zeer bereid om afspraken op maat te maken. Daarom gaan zij met alle hulpen in gesprek. Als blijkt dat een hulp niet kan of wil kiezen tussen cliënten in verschillende gebieden, is maatwerk zeker mogelijk.

4. Welke stappen gaat de wethouder nemen om deze situatie zo snel mogelijk te keren en te zorgen dat de mensen die wachten op huishoudelijke hulp deze eindelijk gaan krijgen?

Ik begrijp uw zorgen ten zeerste. Ik wil net als u dat alle cliënten in Utrecht de zorg krijgen die zij nodig hebben. Het is goed om ons te realiseren dat er nog een belangrijke andere oorzaak van de wachtlijsten en de krapte op de arbeidsmarkt is, maar dat is een landelijk probleem. Dat probleem is niet eenvoudig op te lossen. Hierover voeren wij al sinds vorig jaar gesprekken met de FNV, de Wmo-cliëntenraad en de aanbieders. Binnenkort spreken wij de zorgaanbieders opnieuw tijdens het periodiek overleg over de wachtlijsten, de gebiedsindeling en de overgang van hulpen. Wij zoeken ook naar nieuwe manieren om hulpen te werven, bijvoorbeeld door in te zetten op een gezamenlijke wervingscampagne, het uitbreiden van opleidingsplaatsen en door aansluiting te zoeken bij potentiële kandidaten die een traject naar werk zien zitten.

Ruud Maas, Volt
Anne Sasbrink, Partij voor de Dieren
Margreet Ramaker, VVD
Yvonne Hessel, SP
Ingeborg Hornsveld, Groen Links
Nadia Stylianou, D66
David Bosch, PVV
Mahmut Sungur, Denk
Ilse Raaijmakers, PvdA
Noura Oul Fakir, Bij1
Wilma Duitscher, EenUtrecht
Bert van Steeg, CDA
Stefan Gailard, Stadsbelang Utrecht