Monde­linge vragen Voorkom laad­paal­toe­risme en bied Utrechters ook redelijke laad­ta­rieven


Indiendatum: 9 feb. 2023

Mondelinge vragen 8, 9 februari 2023

Van Utrecht naar Rotterdam omdat je elektrische auto opladen daar bijna de helft goedkoper kan zijn dan bij de laadpalen in onze Domstad. Afgelopen week berichtte AD over de grote prijsverschillen van laadtarieven in steden met mogelijk laadpaaltoerisme als gevolg. Met 73 cent per kWH, inclusief btw, spant Utrecht momenteel de kroon. Andere grote steden als Den Haag, Amsterdam en Rotterdam hebben tarieven die hier ver onder liggen. Een prijsverschil dat bepaald wordt door de verschillende afspraken die gemeenten hebben over het vastleggen van energieprijzen en bijbehorende contracten. Tegelijkertijd strookt dit hoge prijskaartje dat sterk verschilt van andere steden niet met de doelen die wij als Utrecht stellen: een duurzame stad waarbij we de benzineauto op den duur het liefst zo min mogelijk meer tegenkomen. Dat de prijzen van die benzine bijna voordeliger worden dan het schone rijden met een elektrische auto stelt ons dan ook teleur.

De prijsvorming, zowel kostprijzen als verkoopprijzen, van elektrisch laden is afhankelijk van veel factoren en vaak niet inzichtelijk. Vraag een aanbod zijn wisselend in de tijd; er zijn verschillende markten waarop energie ingekocht wordt; op die markten wordt gespeculeerd; er zijn mogelijkheden om verschillende duurzame en fossiele bronnen wisselend in te zetten, onder meer door bi-directioneel laden en opslaan; er zijn verschillende contractvormen. Wat op één moment goedkoop en duurzaam is kan op een ander moment duur en minder duurzaam zijn.

De gemeente kan met tarieven en contractvormen meerdere doelen nastreven: stabiele prijzen voor gebruikers, lage prijzen voor eindgebruikers, prijzen en contracten die bevorderen dat er een levensvatbare sector is en de energie via laadpalen levert en bevorderen dat zo duurzame bronnen van energie ingezet worden. Hierom hebben wij als partijen daarover de volgende vragen.

  1. Kan het college inzicht geven in de belangrijkste factoren die de kostprijzen van elektrisch laden bepalen?
  2. Kan het college inzicht geven in de knoppen waaraan de gemeente kan draaien om te bevorderen dat prijzen voor eindgebruikers stabiel laag zijn en door leveranciers zo veel als mogelijk duurzame bronnen benut worden?
  3. Is het college het met ons eens dat we moeten voorkomen dat duurzame alternatieven minder aantrekkelijk worden vanwege buitensporige prijsstijgingen?
  4. Is de wethouder bereid in gesprek te gaan met de aanbieders van laadpalen om te kijken hoe verdere prijsstijgingen voor de consument binnen de perken kunnen blijven?
  5. Zijn er andere manieren waarop de gemeente in de toekomst kan voorkomen dat prijzen van dergelijke faciliteiten die juist bedoeld zijn om inwoners te stimuleren duurzame keuzes te maken, verder stijgen? Bijvoorbeeld door verder vooruit te kijken en duidelijkere afspraken te maken met aanbieders?

Mohamed Talhaoui, PvdA
Anne Sasbrink, Partij voor de Dieren
Yvonne Hessel, Utrecht Solidair
Joost Vasters, D66
GertJan te Hoonte, VVD
Jantine Zwinkels, CDA
Veerle Smit, Volt
Ismail El Abassi, DENK
Rob van Den Enk, S&S
Fred Dekkers, GroenLinks
Wilma Duitscher, EenUtrecht

Indiendatum: 9 feb. 2023
Antwoorddatum: 2 feb. 2023

Mondelinge vragen 8, 9 februari 2023

Van Utrecht naar Rotterdam omdat je elektrische auto opladen daar bijna de helft goedkoper kan zijn dan bij de laadpalen in onze Domstad. Afgelopen week berichtte AD over de grote prijsverschillen van laadtarieven in steden met mogelijk laadpaaltoerisme als gevolg. Met 73 cent per kWH, inclusief btw, spant Utrecht momenteel de kroon. Andere grote steden als Den Haag, Amsterdam en Rotterdam hebben tarieven die hier ver onder liggen. Een prijsverschil dat bepaald wordt door de verschillende afspraken die gemeenten hebben over het vastleggen van energieprijzen en bijbehorende contracten. Tegelijkertijd strookt dit hoge prijskaartje dat sterk verschilt van andere steden niet met de doelen die wij als Utrecht stellen: een duurzame stad waarbij we de benzineauto op den duur het liefst zo min mogelijk meer tegenkomen. Dat de prijzen van die benzine bijna voordeliger worden dan het schone rijden met een elektrische auto stelt ons dan ook teleur.

De prijsvorming, zowel kostprijzen als verkoopprijzen, van elektrisch laden is afhankelijk van veel factoren en vaak niet inzichtelijk. Vraag een aanbod zijn wisselend in de tijd; er zijn verschillende markten waarop energie ingekocht wordt; op die markten wordt gespeculeerd; er zijn mogelijkheden om verschillende duurzame en fossiele bronnen wisselend in te zetten, onder meer door bi-directioneel laden en opslaan; er zijn verschillende contractvormen. Wat op één moment goedkoop en duurzaam is kan op een ander moment duur en minder duurzaam zijn.

De gemeente kan met tarieven en contractvormen meerdere doelen nastreven: stabiele prijzen voor gebruikers, lage prijzen voor eindgebruikers, prijzen en contracten die bevorderen dat er een levensvatbare sector is en de energie via laadpalen levert en bevorderen dat zo duurzame bronnen van energie ingezet worden. Hierom hebben wij als partijen daarover de volgende vragen.

  1. Kan het college inzicht geven in de belangrijkste factoren die de kostprijzen van elektrisch laden bepalen?
  2. Kan het college inzicht geven in de knoppen waaraan de gemeente kan draaien om te bevorderen dat prijzen voor eindgebruikers stabiel laag zijn en door leveranciers zo veel als mogelijk duurzame bronnen benut worden?
  3. Is het college het met ons eens dat we moeten voorkomen dat duurzame alternatieven minder aantrekkelijk worden vanwege buitensporige prijsstijgingen?
  4. Is de wethouder bereid in gesprek te gaan met de aanbieders van laadpalen om te kijken hoe verdere prijsstijgingen voor de consument binnen de perken kunnen blijven?
  5. Zijn er andere manieren waarop de gemeente in de toekomst kan voorkomen dat prijzen van dergelijke faciliteiten die juist bedoeld zijn om inwoners te stimuleren duurzame keuzes te maken, verder stijgen? Bijvoorbeeld door verder vooruit te kijken en duidelijkere afspraken te maken met aanbieders?

Mohamed Talhaoui, PvdA
Anne Sasbrink, Partij voor de Dieren
Yvonne Hessel, Utrecht Solidair
Joost Vasters, D66
Gert Jan te Hoonte, VVD
Jantine Zwinkels, CDA
Veerle Smit, Volt
Ismail El Abassi, DENK
Rob van Den Enk, S&S
Fred Dekkers, GroenLinks
Wilma Duitscher, EenUtrecht

Antwoord: Voorzitter! Dank aan de raad voor de vragen. De laadprijs is opgebouwd uit ca. 12 cent voor de installatievergoeding, ca. 15 cent voor de elektriciteitsprijs en 21% btw. Door de sterk gestegen energieprijzen was de laadprijs niet langer kostendekkend en daarom is op 1 april 2022 de indexatieformule aangepast, zodat de laadprijzen geïndexeerd konden
worden met de sterk gestegen energieprijzen. De gemeente mag deze aanpassing doen, omdat deze het gevolg is van de extreme omstandigheden die wij niet konden voorzien. Op 1 juli 2022 is besloten om ook de indexatietermijn aan te passen van eenmaal per jaar naar eenmaal per kwartaal. Zo sluiten de laadprijzen beter aan bij de sterk toegenomen prijsfluctuaties van elektriciteit. Als de elektriciteitsprijzen weer zakken, zakt ook de laadprijs het volgende kwartaal meteen mee omlaag.
Dat Den Haag en Rotterdam nog een lagere laadprijs hebben, heeft te maken met het moment van afsluiten van de contracten met aanbieders in die steden met een vaste prijs voor meerdere jaren. Net zoals je thuis nog een vast contract kan hebben van voor de prijsstijgingen, hebben ze in Rotterdam en Den Haag nog een vast contract lopen, waardoor de aanpassing daar niet noodzakelijk en mogelijk was. Dat leidt nu tot grote verschillen tussen de steden die binnen één of twee jaar ook weer zullen verdwijnen. We werken samen met de andere steden, regio's en het ministerie aan een
landelijke standaard voor die indexatie in de hoop dat deze verschillen in de toekomst minder voorkomen.

Wat betreft vraag 2 is het van belang dat de prijzen aan de laadpalen van de verschillende exploitanten gelijk zijn, omdat de keuze voor een gebruiker om te kiezen tussen laadpalen natuurlijk beperkt is. De prijs wordt dus in het contract vastgelegd bij de gunning. We kunnen ervoor kiezen de laadprijzen in het nieuwe contract lager vast te stellen, maar dan ontstaan er onwenselijke prijsverschillen tussen de laadpalen in de stad. We onderzoeken voor de volgende concessie,
ongeveer in 2024 ook de mogelijkheden om de laadprijs niet te fixeren, maar toch te laten meewegen in de gunning waardoor een lagere prijs kan ontstaan. Dat kan wel tot prijsverschillen leiden en hoe we daarmee omgaan, is nog een punt van onderzoek. Alle stroom op de laadpalen is groene stroom en door toepassing van slim laden wordt ook gestuurd op het gebruik van zo duurzaam mogelijke stroom.
In antwoord op vraag 3 merk ik op dat we er natuurlijk niet blij mee zijn dat er een hogere prijs aan de laadpalen moet worden gerekend, maar als de elektriciteitsprijs stijgt, gaat vroeg of laat de laadprijs echt mee omhoog.
Vraag 4: ja, we gaan het gesprek aan met de vier actieve aanbieders om te vragen of zij bereid zijn collectief de prijzen te verlagen, al zijn we dan natuurlijk wel afhankelijk van de medewerking van alle exploitanten.
Het antwoord op vraag 5 is dat die mogelijkheden beperkt zijn. De gemeente heeft geen invloed op de elektriciteitsprijs en die maakt een groot deel uit van de laadprijs. In het nieuwe contract dat de gemeente sluit met laadpaalexploitanten wordt de laadprijs altijd geïndexeerd met de elektriciteitsprijs, anders is het risico voor de exploitanten te groot en schrijven zij zich niet in op die aanbesteding.