Monde­linge vragen Waar kunnen de spreeuwen nu slapen?


Indiendatum: 25 jan. 2024

Mondelinge vragen 1, 25 januari 2024

Na een lang vergunningstraject zijn vorige week de bomen op het schoolplein van De Fakkel gekapt. Deze bomen zijn de slaapplaats van een grote spreeuwenkolonie die hier overwintert. Op het moment dat in september de vergunning verleend werd waren de spreeuwen nog niet in Utrecht gearriveerd. Nu het hartje winter is waren ze er echter wel, en met de kap van vorige week is hun verblijfplaats vernietigd. 's Ochtends zijn de spreeuwen hun dagelijkse zoektocht naar eten begonnen, en bij het terugkeren in de avond was hun veilige slaapplaats weg.

Men kan een mening hebben over de esthetiek van de uitgegroeide coniferenrij of de locatie ervan. De Partij voor de Dieren is daarover nog steeds van mening dat de bomen niet gekapt hadden moeten worden. Maar los daarvan is met deze kap op dit moment de overwinteringsplaats van honderden spreeuwen vernietigd.

Hierover hebben we de volgende vragen:

1. Wat vindt het college ervan dat de slaapplaats van deze spreeuwenkolonie is vernietigd?

2. Hoe vaak, in welke periode en door wie is vooraf aan de kap gemonitord of er vogels aanwezig waren?

3. Waarom is aan de velvergunning niet de voorwaarde verbonden om te wachten met kappen tot de spreeuwenkolonie in het voorjaar weer terug zou gaan naar het noorden?

De herplant voegt volgens het college biodiversiteitswaarde toe, deels op locatie en deels op een ander schoolplein in Leidsche Rijn, maar geen waarde als verblijfplaats voor spreeuwen. Als Partij voor de Dieren maken we ons zorgen over het feit dat er steeds minder verblijfplekken zijn voor spreeuwen in de stad, dit terwijl het aantal spreeuwen in een zorgelijk tempo afneemt.

4. Welke mogelijkheden ziet het college om in de directe omgeving van de verdwenen verblijfplaats in Tuinwijk op korte en langere termijn iets voor spreeuwen te betekenen door het toevoegen van dichte en groenblijvende bomen en heesters?

5. Wat zou er, financieel en ruimtelijk, nodig zijn om meer alternatieve verblijfplekken voor spreeuwen in de omgeving toe te voegen?

Anne Sasbrink, Partij voor de Dieren

Indiendatum: 25 jan. 2024
Antwoorddatum: 25 jan. 2024

Mondelinge vragen 1, 25 januari 2024

Na een lang vergunningstraject zijn vorige week de bomen op het schoolplein van De Fakkel gekapt. Deze bomen zijn de slaapplaats van een grote spreeuwenkolonie die hier overwintert. Op het moment dat in september de vergunning verleend werd waren de spreeuwen nog niet in Utrecht gearriveerd. Nu het hartje winter is waren ze er echter wel, en met de kap van vorige week is hun verblijfplaats vernietigd. 's Ochtends zijn de spreeuwen hun dagelijkse zoektocht naar eten begonnen, en bij het terugkeren in de avond was hun veilige slaapplaats weg.

Men kan een mening hebben over de esthetiek van de uitgegroeide coniferenrij of de locatie ervan. De Partij voor de Dieren is daarover nog steeds van mening dat de bomen niet gekapt hadden moeten worden. Maar los daarvan is met deze kap op dit moment de overwinteringsplaats van honderden spreeuwen vernietigd.

Hierover hebben we de volgende vragen:

1. Wat vindt het college ervan dat de slaapplaats van deze spreeuwenkolonie is vernietigd?

Antwoord: In maart 2022 heeft de PvdD ook vragen gesteld over deze bomen en de aanwezigheid van spreeuwen. Toen hebben we ook geantwoord dat we niet zomaar bomen kappen voor overlast. In de tussenliggende tijd is er veel overleg geweest met de twee scholen om te zoeken naar een alternatieve oplossing. We hebben plannen gemaakt, zoals het inzetten van een valkenier en netten over de bomen, maar beide oplossingen bleken niet haalbaar. De betreffende coniferen waren inmiddels in slechte tot matige staat met veel afgestorven binnenkronen, omdat ze heel dicht op de gevel stonden. Verdere snoei was zelfs niet mogelijk zonder snoei tot op het kale hout. Dat was grond voor deze kap. De spreeuw is landelijk en in Utrecht aan het afnemen. Daarom vinden we dat we goed moeten zorgen voor de spreeuwen in deze stad. We vinden het natuurlijk jammer dat de slaapplaats van deze spreeuwenkolonie is verdwenen, maar tegelijkertijd is de inschatting die wij samen met de RUD hebben gemaakt, dat deze groep spreeuwen wel alternatieve rustmogelijkheden in de buurt heeft. Daardoor verwachten we niet dat deze groep spreeuwen hier blijvend problemen van zal ondervinden. De opdracht aan de school is het herplanten van de bomen en dit doen ze met steeneiken. Steeneiken vergroten de biodiversiteit en kunnen door hun plaatsing ook beter uitgroeien. Ze zijn bovendien ook weer wintergroen, dus ook geschikt voor vogels om in de winter beschutting te zoeken en te nestelen. Daarmee denken wij dat het herplantplan uiteindelijk een verbetering van de biodiversiteit en het groen biedt.

2. Hoe vaak, in welke periode en door wie is vooraf aan de kap gemonitord of er vogels aanwezig waren?

Antwoord: Het antwoord op de tweede vraag is dat een van onze toezichthouders ten tijde van de kap bij de school is geweest. Hij heeft geconstateerd dat er op dat moment geen vogels zich in de bomen schuilhielden. In algemene zin is het niet haalbaar om voortdurend de aanwezigheid van vogels te monitoren, aangezien dit ook van dag tot dag kan verschillen. Er is overigens ook geen grond voor ons om in te grijpen, omdat er ten tijde van de kap geen vogels in de bomen aanwezig waren.

3. Waarom is aan de velvergunning niet de voorwaarde verbonden om te wachten met kappen tot de spreeuwenkolonie in het voorjaar weer terug zou gaan naar het noorden?

Antwoord: Dan het antwoord op de derde vraag. Uit de quickscan Wet natuurbescherming bleek dat de bomen ook worden gebruikt als broedplaats door onder andere duiven. Daarom is het juist niet verstandig om te wachten tot het broedseizoen. Om te voorkomen dat de nesten zouden worden verstoord, is juist als voorwaarde opgenomen dat de bomen buiten het broedseizoen gekapt moeten worden. In overleg met de RUD is bepaald dat de spreeuwen voldoende alternatieven in de buurt hebben om te rusten. Een wettelijke en praktische basis voor een dergelijke voorwaarde ontbreekt daarmee.

De herplant voegt volgens het college biodiversiteitswaarde toe, deels op locatie en deels op een ander schoolplein in Leidsche Rijn, maar geen waarde als verblijfplaats voor spreeuwen. Als Partij voor de Dieren maken we ons zorgen over het feit dat er steeds minder verblijfplekken zijn voor spreeuwen in de stad, dit terwijl het aantal spreeuwen in een zorgelijk tempo afneemt.

4. Welke mogelijkheden ziet het college om in de directe omgeving van de verdwenen verblijfplaats in Tuinwijk op korte en langere termijn iets voor spreeuwen te betekenen door het toevoegen van dichte en groenblijvende bomen en heesters?

Antwoord: Dan het antwoord op de vierde vraag. Zoals gezegd, hebben we met de RUD beoordeeld dat er in de omgeving voldoende rustplekken zijn om de vergunning niet te weigeren. Daarnaast is er ook, zoals gezegd, een herplantplan gemaakt waar ook wintergroene bomen voor worden gebruikt. Spreeuwen kiezen een slaapplaats waar ze relatief veilig zijn voor roofdieren. Dat is natuurlijk ook het geval in woonwijken. De grote aantallen spreeuwen zijn natuurlijk spectaculair en worden ook vaak door mensen gewaardeerd. Tegelijkertijd zorgen de spreeuwen ook voor overlast, voornamelijk door stank en uitwerpselen en voor sommigen ook geluid. Dat heeft ook invloed, want we zien ook dat op locaties waar veel overlast wordt ervaren de rust van spreeuwen door omwonenden ook actief wordt verstoord. Wij blijven echter van mening dat onze stad een slaapplaats voor spreeuwenkolonies moet blijven. Zoals gezegd, zijn er dus ook voldoende plekken in de buurt voor deze spreeuwen om te kunnen rusten, maar we weten natuurlijk niet of dat tot overlast kan leiden.

5. Wat zou er, financieel en ruimtelijk, nodig zijn om meer alternatieve verblijfplekken voor spreeuwen in de omgeving toe te voegen?

Antwoord: Dan het antwoord op de vijfde vraag. Om meer verblijfplekken voor spreeuwen toe te voegen, zou er een ruimtelijke verkenning gedaan moeten worden en moeten er vervolgens ook ruimtelijke ingrepen plaatsvinden. Op dit moment is er geen ruimte in het budget voor groen om dit te doen. Wel kunnen we in de lopende projecten de wens tot meer verblijfplekken meenemen. De kosten zijn afhankelijk van het aantal locaties dat je vervolgens wilt herinrichten, het aantal bomen dat geplant kan worden en de ingrepen in de openbare ruimte die daarvoor nodig zijn.

Anne Sasbrink, Partij voor de Dieren