Monde­linge vragen Leegstand monu­mentaal pand ‘t Hoogt


Indiendatum: 23 jan. 2020

Mondelinge vragen 6, 23 januari 2020

In december 2018 moest Filmtheater ‘t Hoogt het pand aan Slachtstraat 5 verlaten, omdat de huur afliep en eigenaar het Utrechts Monumenten Fonds de wens had om appartementen te maken op de plek van de kleine filmzalen. Maar deze plannen zijn door het UMF niet doorgezet, aangezien de erfpacht, die afgedragen moet worden aan de gemeente, zou toenemen. Filmtheater ’t Hoogt was inmiddels al vertrokken – het UMF had de huur opgezegd – met als gevolg dat het monumentale pand een jaar leeg heeft gestaan. En dat terwijl ’t Hoogt graag nog langer was gebleven op de locatie waar ze al 46 jaar zat.

Inmiddels zijn er plannen om het pand aan Slachtstraat 5 weer een culturele functie te geven en er opnieuw een filmhuis te huisvesten. Wij zijn er positief over dat het pand mogelijk toch een culturele bestemming behoudt maar hebben over het proces wel de volgende vragen:

1. Kan het college aangeven hoe de erfpacht-constructie met een stichting als het UMF werkt?

2. Het UMF heeft geen winstoogmerk en is niet vpb-plichtig, maar zet de herinrichting voor appartementen niet door vanwege een hogere erfpacht-constructie met de gemeente. Hoe kijkt het college hiernaar?

3. Om situaties als deze in de toekomst te vermijden: hadden onderhandelingen over erfpacht niet eerder gevoerd kunnen worden zodat leegstand voorkomen had kunnen worden en ’t Hoogt mogelijk langer had kunnen blijven zitten? (tijdens de onderhandelingen)

4. Is het college van mening dat leegstand voorkomen had kunnen worden en zo ja hoe?

5. Deelt het college de mening van de fracties PvdA, PvdD en Student & Starter dat er lessen getrokken moeten worden uit deze situatie? Zo ja, welke?

Hester Assen, PvdA
Anne Sasbrink, Partij voor de Dieren
Eva Oosters, Student & Starter

Indiendatum: 23 jan. 2020
Antwoorddatum: 23 jan. 2020

Mondelinge vragen 6, 23 januari 2020

In december 2018 moest Filmtheater ‘t Hoogt het pand aan Slachtstraat 5 verlaten, omdat de huur afliep en eigenaar het Utrechts Monumenten Fonds de wens had om appartementen te maken op de plek van de kleine filmzalen. Maar deze plannen zijn door het UMF niet doorgezet, aangezien de erfpacht, die afgedragen moet worden aan de gemeente, zou toenemen. Filmtheater ’t Hoogt was inmiddels al vertrokken – het UMF had de huur opgezegd – met als gevolg dat het monumentale pand een jaar leeg heeft gestaan. En dat terwijl ’t Hoogt graag nog langer was gebleven op de locatie waar ze al 46 jaar zat.

Inmiddels zijn er plannen om het pand aan Slachtstraat 5 weer een culturele functie te geven en er opnieuw een filmhuis te huisvesten. Wij zijn er positief over dat het pand mogelijk toch een culturele bestemming behoudt maar hebben over het proces wel de volgende vragen:

1. Kan het college aangeven hoe de erfpacht-constructie met een stichting als het UMF werkt?

Tussen de gemeente en het Utrechts Monumenten Fonds zou volgens de vragenstellers privaatrechtelijk een verhouding bestaan van erfverpachter en erfpachter. De erfpachtverhouding wordt bepaald door de algemene bepalingen voor uitgifte in erfpacht uit 1974. De notariële akte tot vestiging van het erfpachtrecht is opgesteld in 1985. Het gaat dan om de percelen Slachtstraat 5 en 't Hoogt 4, 6, 6a, 8 en 10, die samen Cultureel centrum 't Hoogt hebben gevormd. Het perceel 't Hoogt 2 heeft een woonbestemming. Als het UMF als erfpachter een plan wil uitvoeren waarbij de erfpachtbestemming wordt gewijzigd, kan er volgens de algemene bepalingen sprake zijn van een te betalen economische meerwaarde omdat de nieuwe bestemming een hogere economische waarde vertegenwoordigt. Bij het eerder gepresenteerde plan van het UMF zou de culturele bestemming wijzigen in een volledige woonbestemming. Over de omvang van de meerwaarde is tussen UMF en de gemeente overleg begonnen. Dit overleg is tot op dit moment niet afgerond.

2. Het UMF heeft geen winstoogmerk en is niet vpb-plichtig, maar zet de herinrichting voor appartementen niet door vanwege een hogere erfpacht-constructie met de gemeente. Hoe kijkt het college hiernaar?

Het UMF heeft geen bijzondere positie vanuit het erfpachtrecht, maar een positie als elke andere erfpachter. De beslissing om een plan al dan niet uit te voeren, ligt uitsluitend aan de zijde van het UMF. Op dit moment onderzoeken een ondernemer en het UMF gezamenlijk de haalbaarheid van een nieuw filmtheater. De gesprekken met de gemeente over de voorgenomen wijziging naar woningbouw zijn op dit moment nog niet door het UMF gestaakt.

3. Om situaties als deze in de toekomst te vermijden: hadden onderhandelingen over erfpacht niet eerder gevoerd kunnen worden zodat leegstand voorkomen had kunnen worden en ’t Hoogt mogelijk langer had kunnen blijven zitten? (tijdens de onderhandelingen)

Het UMF heeft zich tot de gemeente gewend in verband met de mogelijke wijzigingen van de erfpachtbestemmingen en de daarmee samenhangende consequenties. Het UMF heeft als verhuurder zelf de huur met Filmtheater 't Hoogt opgezegd. De gemeente staat daar buiten. De gesprekken tussen de gemeente en het UMF konden inhoudelijk pas beginnen nadat de plannen van het UMF voldoende concreet waren en de gemeente kenbaar waren gemaakt.

4. Is het college van mening dat leegstand voorkomen had kunnen worden en zo ja hoe?

Zoals onder vraag 3 reeds is aangegeven, zijn het beslissingen van het UMF zelf geweest om tot planontwikkeling over te gaan en om de huur met Filmtheater 't Hoogt te beëindigen. De gemeente is bij deze beslissingen van het UMF niet betrokken geweest.

5. Deelt het college de mening van de fracties PvdA, PvdD en Student & Starter dat er lessen getrokken moeten worden uit deze situatie? Zo ja, welke?

Het UMF heeft vanuit zijn positie als erfpachter eigen verantwoordelijkheden en beslissingsbevoegdheden.

Hester Assen, PvdA
Anne Sasbrink, Partij voor de Dieren
Eva Oosters, Student & Starter