Schrif­te­lijke vragen Biomas­sa­cen­trale Lage Weide


Indiendatum: 13 sep. 2018

Schriftelijke vragen 119/2018

Eneco bouwt de energiecentrale op Lage Weide momenteel om tot een biomassacentrale; vanaf begin 2019 kan de eerste warmte opgeleverd worden. De Partij voor de Dieren heeft er altijd op gewezen dat biomassa geen duurzaam alternatief is voor fossiele energie, omdat er bijvoorbeeld nog altijd sprake is van CO2-uitstoot. Ook hebben we tegen de bouw van de biomassacentrale gepleit omdat er in Nederland nooit genoeg duurzame biomassa beschikbaar is om de al bestaande centrales van brandstof te voorzien. De afgelopen maanden bereikten onze fractie meerdere berichten die het negatieve beeld van biomassa versterken. De Partij voor de Dieren heeft een aantal vragen, verspreid over drie deelonderwerpen: fijnstof en gezondheid; herkomst biomassa na 2030; en zin(loosheid) van Utrechtse bomenkap voor stadsverwarming.

Dagblad Trouw publiceerde een alarmerend artikel over de waarschuwing van het RIVM dat biomassacentrales slecht kunnen zijn voor de volksgezondheid. Door verbranding van ‘houtige biomassa’ komt fijnstof vrij. Het is algemeen bekend dat het inademen van fijn stof slecht is voor de gezondheid, zeker in het geval van kinderen, ouderen en longpatiënten.[1]

1. Heeft het college kennis genomen van de waarschuwing van het RIVM en is het van mening dat biomassa door deze kennis minder aantrekkelijk is geworden? Zo nee, waarom niet?

2. De provincie is bevoegd gezag voor de vergunning voor de biowarmte-installatie en voor toezicht en handhaving. Maar de gemeente gaat wel zelf over de luchtkwaliteit in de stad. Ziet het college mogelijkheden om bij Eneco aan te dringen om de uitstoot van fijnstof tot een minimum te beperken? Zo nee, waarom niet?

3. Door de komst van de biomassacentrale neemt de hoeveelheid fijnstof in de Utrechtse lucht toe. Maakt het college zich hier zorgen over en gaat het college ervoor zorgen dat elders in de gemeente minder fijnstof uitgestoten wordt, met als doel dat de hoeveelheid fijnstof niet toeneemt? Zo ja, hoe? Zo nee, waarom niet?

Uit onderzoek van Stichting Probos, in februari 2018 nog door college aangehaald als betrouwbare bron bij beantwoording van eerdere schriftelijke vragen over biomassa, blijkt dat de doelstelling van Eneco om alleen regionaal hout te verstoken, in 2030 niet meer gehaald kan worden. De vraag wordt dan groter dan het aanbod.[2] Dit zou kunnen betekenen dat de biomassa van ver moet komen, bijvoorbeeld van houtplantages in Noord-Amerika.

4. Eneco zegt dat de biomassa die in Utrecht gebruikt gaat worden, van leveranciers komt “op een zo kort mogelijke afstand van Utrecht” en dat het doel is “zo veel mogelijk biomassa te gebruiken van lokale en regionale bronnen”.[3] Is het college het met de Partij voor de Dieren eens dat deze ambities nogal vaag en in elk geval niet afrekenbaar zijn?

5. De gemeente krijgt van Eneco jaarlijks een rapportage over het type, de hoeveelheid, de herkomst en de certificatie van de gebruikte biomassastromen. Aan welke meetbare prestatieafspraken kan Eneco gehouden worden? In hoeverre gaat het college ingrijpen als prestaties ondermaats blijken? Is het college bereid om de jaarlijkse rapportage met de raad te delen?

6. Zijn de waarschuwingen van Stichting Probos een reden voor het college om steun voor biomassacentrale in te trekken? Zo nee, waarom niet?

De warmte van biomassacentrale wordt gebruikt voor stadsverwarming.

7. Tijdens het bezoek aan de Nul-op-de-meter-woning in Overvecht op 30 augustus jl. hoorden dat we stadsverwarming in 2018 nog altijd voor 100% gasgestookt is. Is er inmiddels een tijdspad gemaakt over de afbouw naar 0% gas, en wat zijn dan de toenames aan biomassa hierin? Wordt stadsverwarming uiteindelijk 100% biomassa?

In de Cremerstraat moeten, als het aan Eneco ligt, 65 bomen gekapt worden, om stadswarmteleidingen te vernieuwen. Door een bezwaar van de Utrechtse Bomenstichting is de kap uitgesteld tot in elk geval 1 januari 2019.

8. Waarom worden de leidingen vernieuwd? Gaat het om acute capaciteitsuitbreiding en/of veroudering? Kan vervanging eventueel langer uitgesteld worden, tot bijvoorbeeld over vijf jaar, een moment waarop beter beoordeeld kan worden of stadsverwarming nog wel toekomst heeft?

9. Op welke juridische grond wil het college de vergunning voor de kap verlenen? Is onderzocht dat het belang van Eneco om de bomen te kappen zwaarder weegt dan het belang van behoud van de bomen? Is hierin ook meegenomen dat boven en rond de leidingen geen nieuwe bomen aangeplant worden vanwege mogelijke wortelingroei en dat de Cremerstraat hiermee een kale boel wordt? Is het college bereid de gemaakte afwegingen met de raad te delen?

10. Wat vindt het college van de conclusie van de Bomenstichting en andere expertise-organisaties dat uitbreiding/vernieuwing van stadsverwarming (die steeds meer van de verbranding van biomassa afhankelijk is) niet in een beleid past dat erop gericht is CO2 terug te dringen?

11. In hoeverre is het college het met de Partij voor de Dieren eens dat het bizar en ongewenst is dat bomen gekapt gaan worden voor leidingen met water dat verwarmd is door hout te verbranden?

Maarten van Heuven, Partij voor de Dieren
Eva van Esch, Partij voor de Dieren

[1] https://www.trouw.nl/

[2] https://www.probos.nl/

[3] https://www.eneco.nl/

Indiendatum: 13 sep. 2018
Antwoorddatum: 12 okt. 2018

Schriftelijke vragen 119/2018

Eneco bouwt de energiecentrale op Lage Weide momenteel om tot een biomassacentrale; vanaf begin 2019 kan de eerste warmte opgeleverd worden. De Partij voor de Dieren heeft er altijd op gewezen dat biomassa geen duurzaam alternatief is voor fossiele energie, omdat er bijvoorbeeld nog altijd sprake is van CO2-uitstoot. Ook hebben we tegen de bouw van de biomassacentrale gepleit omdat er in Nederland nooit genoeg duurzame biomassa beschikbaar is om de al bestaande centrales van brandstof te voorzien. De afgelopen maanden bereikten onze fractie meerdere berichten die het negatieve beeld van biomassa versterken. De Partij voor de Dieren heeft een aantal vragen, verspreid over drie deelonderwerpen: fijnstof en gezondheid; herkomst biomassa na 2030; en zin(loosheid) van Utrechtse bomenkap voor stadsverwarming.

Dagblad Trouw publiceerde een alarmerend artikel over de waarschuwing van het RIVM dat biomassacentrales slecht kunnen zijn voor de volksgezondheid. Door verbranding van ‘houtige biomassa’ komt fijnstof vrij. Het is algemeen bekend dat het inademen van fijn stof slecht is voor de gezondheid, zeker in het geval van kinderen, ouderen en longpatiënten.[1]

1. Heeft het college kennis genomen van de waarschuwing van het RIVM en is het van mening dat biomassa door deze kennis minder aantrekkelijk is geworden? Zo nee, waarom niet?

Ja, wij hebben kennis genomen van de waarschuwing van het RIVM. Zoals wij u eerder meldden in de raadsbrief van 31 januari 2018 (5004203/20180124VH) weten we dat het duurzame karakter van biomassa regelmatig ter discussie staat en spannen wij ons in om actuele inzichten mee te nemen. In de raadsbrief van 25 november 2016 (kenmerk 16.509165) hebben we twee onafhankelijke reviews aan u gestuurd; één over de luchtkwaliteit en één over de duurzaamheid van het stadswarmtenet. Het onderzoek van het RIVM geeft geen nieuwe informatie die aanleiding geeft om deze onafhankelijke reviews te herzien.

2. De provincie is bevoegd gezag voor de vergunning voor de biowarmte-installatie en voor toezicht en handhaving. Maar de gemeente gaat wel zelf over de luchtkwaliteit in de stad. Ziet het college mogelijkheden om bij Eneco aan te dringen om de uitstoot van fijnstof tot een minimum te beperken? Zo nee, waarom niet?

In de raadsbrief van 31 januari 2018 zijn de extra monitoringsafspraken ten aanzien van de luchtkwaliteiteisen van de biowarmteinstallatie bijgevoegd.

3. Door de komst van de biomassacentrale neemt de hoeveelheid fijnstof in de Utrechtse lucht toe. Maakt het college zich hier zorgen over en gaat het college ervoor zorgen dat elders in de gemeente minder fijnstof uitgestoten wordt, met als doel dat de hoeveelheid fijnstof niet toeneemt? Zo ja, hoe? Zo nee, waarom niet?

In de raadsbrief van 25 november 2016 zijn twee onafhankelijke reviews bijgesloten. Daarin is te lezen dat de bijdrage aan de roetemissies en de fijn stof concentraties als verwaarloosbaar of nihil worden ingeschat. Bij de monitoringsafspraken met Eneco (raadsbrief 31 januari 2018) is onder andere opgenomen dat Eneco tijdens de exploitatie van de biowarmte installatie (naar verwachting in het tweede jaar) een extra roetmeting uitvoert om deze waarden nogmaals te verifiëren.

Uit onderzoek van Stichting Probos, in februari 2018 nog door college aangehaald als betrouwbare bron bij beantwoording van eerdere schriftelijke vragen over biomassa, blijkt dat de doelstelling van Eneco om alleen regionaal hout te verstoken, in 2030 niet meer gehaald kan worden. De vraag wordt dan groter dan het aanbod.[2] Dit zou kunnen betekenen dat de biomassa van ver moet komen, bijvoorbeeld van houtplantages in Noord-Amerika.

4. Eneco zegt dat de biomassa die in Utrecht gebruikt gaat worden, van leveranciers komt “op een zo kort mogelijke afstand van Utrecht” en dat het doel is “zo veel mogelijk biomassa te gebruiken van lokale en regionale bronnen”.[3] Is het college het met de Partij voor de Dieren eens dat deze ambities nogal vaag en in elk geval niet afrekenbaar zijn?

De gemaakte afspraken met Eneco (raadsbrief 31 januari 2018) doen volgens ons voldoende recht om inzicht te krijgen in de herkomst van de te gebruiken biomassa. De gemeente kan Eneco aanspreken zodra niet in lijn wordt gehandeld met de afspraken. De provincie heeft de publiekrechtelijke rol om de emissie-eisen in de vergunning te toetsen.

5. De gemeente krijgt van Eneco jaarlijks een rapportage over het type, de hoeveelheid, de herkomst en de certificatie van de gebruikte biomassastromen. Aan welke meetbare prestatieafspraken kan Eneco gehouden worden? In hoeverre gaat het college ingrijpen als prestaties ondermaats blijken? Is het college bereid om de jaarlijkse rapportage met de raad te delen?

De afspraken over type biomassa, de hoeveelheid en de certificering zijn opgenomen in de vergunning. Er zal dan ook getoetst worden aan de vergunningsvoorwaarden. Het is niet toegestaan om in de vergunning eisen op te leggen over de herkomst van de biomassa. Met inachtneming de bescherming van de bedrijfsgegevens van Eneco zullen wij u informeren over de rapportages die door Eneco worden geleverd ten aanzien van de herkomst van de biomassa. Veel informatie is nu al te vinden op https://www.eneco.nl/over-ons/projecten/biowarmte-installatie-lage-weide#

6. Zijn de waarschuwingen van Stichting Probos een reden voor het college om steun voor biomassacentrale in te trekken? Zo nee, waarom niet?

Zoals in de raadsbrief van 25 november 2016 is geschreven is vooralsnog de biowarmteinstallatie, na zorgvuldige overweging, de meest concrete oplossing om de stadswarmte te verduurzamen en het aardgas te vervangen. Zoals in de raadsbrief van 31 januari 2018 is aangegeven is de zoektocht van Eneco voor de verduurzaming van de stadswarmte breder gericht dan op biomassa, onder andere ook het gebruiken van de restwarmte uit de rioolwaterzuivering in Overvecht.

Conform de vergunning mag Eneco alleen laagwaardige houtige biomassa verstoken: shreds en chips. Verbranding van pellets (die over het algemeen geïmporteerd worden) of andere hoogwaardige houtproducten is niet toegestaan. Probos concludeert dat in 2030 de vraag naar shreds en chips voor energieproductie 15% groter is dan het Nederlandse aanbod. Dat betekent niet automatisch dat Eneco in 2030 onvoldoende regionale biomassa kan betrekken:

1. Eneco beschikt over één van de weinige biomassacentrales die shreds kan verbranden. Deze laagwaardige vorm van biomassa (afkomstig van snoeiafval en restproduct van compostproductie) wordt nu nog grotendeels geëxporteerd. Eneco is in staat om deze exportstromen nu lokaal in te zetten voor de verduurzaming van de stadswarmte.
2. De iets hoogwaardigere chips zullen volgens Probos sneller schaars worden. Omdat Eneco de eerste grote biomassamassacentrale heeft in Utrecht, is er op dit moment nog ruimte voor Eneco om deze biomassastromen langjarig contractueel vast te leggen.

De warmte van biomassacentrale wordt gebruikt voor stadsverwarming.

7. Tijdens het bezoek aan de Nul-op-de-meter-woning in Overvecht op 30 augustus jl. hoorden dat we stadsverwarming in 2018 nog altijd voor 100% gasgestookt is. Is er inmiddels een tijdspad gemaakt over de afbouw naar 0% gas, en wat zijn dan de toenames aan biomassa hierin? Wordt stadsverwarming uiteindelijk 100% biomassa?

Door Eneco is een tijdspad gemaakt voor de verduurzaming van het warmtenet tot aan 2040 en de afbouw van aardgas in deze periode. Deze routekaart is bijgevoegd bij de raadsbrief van 31 januari 2018. Daaruit blijkt dat de stadswarmte wordt verduurzaamd door allerlei (lokale) duurzame warmtebronnen, zoals bijvoorbeeld invoeding van restwarmtebronnen, mogelijk aardwarmte, zonthermie et cetera. Ook zal in de toekomst meer ruimte voor opslag van warmte in het warmtenet moeten worden gemaakt. Eneco wil de biowarmtecentrale op dit moment niet verder uitbreiden dan is vergund, omdat de verwachting is dat ze de biowarmtecentrale in de toekomst vooral gaan inzetten voor koude dagen waarop er veel warmtevraag van de klanten (pieklast). Hiermee wordt het aandeel biomassa kleiner in de energiemix van de stadswarmte.

In de Cremerstraat moeten, als het aan Eneco ligt, 65 bomen gekapt worden, om stadswarmteleidingen te vernieuwen. Door een bezwaar van de Utrechtse Bomenstichting is de kap uitgesteld tot in elk geval 1 januari 2019.

8. Waarom worden de leidingen vernieuwd? Gaat het om acute capaciteitsuitbreiding en/of veroudering? Kan vervanging eventueel langer uitgesteld worden, tot bijvoorbeeld over vijf jaar, een moment waarop beter beoordeeld kan worden of stadsverwarming nog wel toekomst heeft?

Ter voorbereiding van de commissie van 14 januari 2016 hebben wij u middels een brief op 13 januari 2016 geïnformeerd over de noodzaak van Eneco voor het vervangen de warmteleiding binnen vijf jaar. De leidingen worden vernieuwd omdat de bestaande leidingen aan het eind van hun levensduur zijn. Eneco geeft verder naar aanleiding van deze vraag aan dat, om de veiligheid naar de omgeving en de bedrijfsvoering van het warmtenet te kunnen garanderen, verder uitstel niet mogelijk is. De oorspronkelijke vervanging van de warmteleiding stond gepland in 2016.

9. Op welke juridische grond wil het college de vergunning voor de kap verlenen? Is onderzocht dat het belang van Eneco om de bomen te kappen zwaarder weegt dan het belang van behoud van de bomen? Is hierin ook meegenomen dat boven en rond de leidingen geen nieuwe bomen aangeplant worden vanwege mogelijke wortelingroei en dat de Cremerstraat hiermee een kale boel wordt? Is het college bereid de gemaakte afwegingen met de raad te delen?

Op 27 juni 2018 is de gevraagde omgevingsvergunning voor het mogen vellen van 65 bomen aan Eneco verleend. Tegen deze beslissing is een bezwaarschift ingediend. Op dit moment loopt de bezwaarschriftprocedure. Het belang van Eneco en het belang van het behoud van de bomen is afgewogen bij de beslissing op de aanvraag. Met bewoners, Eneco en ProRail is een definitief ontwerp (herstelplan) opgesteld voor de herinrichting van de parkstrook (zie ook utrecht.nl/Cremerstraat). Over ons besluit om het Definitief Ontwerp vast te stellen, hebben wij u 6 december 2017 schriftelijk geïnformeerd.

Het is inderdaad niet toegestaan om bomen boven de warmteleidingen aan te brengen. Om toch zo veel mogelijk groen te kunnen compenseren in de parkstrook, zijn de wandelpaden in het definitief ontwerp grotendeels boven de warmteleidingen gelegen. Hierdoor is op andere plekken meer ruimte voor nieuwe bomen en beplanting. Het onderdeel van de vergunning uitmakende herstelplan zal uitgevoerd moeten worden. Hierin staan de locaties van de 45 te herplanten bomen (en sierbeplanting) opgenomen. 20 bomen worden elders in de wijk (of de westelijke stadsboulevard) herplant.

10. Wat vindt het college van de conclusie van de Bomenstichting en andere expertise-organisaties dat uitbreiding/vernieuwing van stadsverwarming (die steeds meer van de verbranding van biomassa afhankelijk is) niet in een beleid past dat erop gericht is CO2 terug te dringen?

In de raadsbrief van 25 november 2016 is ook een onafhankelijke review van de verduurzaming van het stadswarmtenet bijgesloten. We zijn het met de organisaties eens dat de duurzaamheid van biomassa ter discussie kan staan en dat we zorgvuldig met actuele inzichten moeten omgaan. Daarvoor zijn aanvullende afspraken onder andere wat betreft de herkomst van de biomassa gemaakt met Eneco. Echter zoals toegelicht in vraag 7 is de zoektocht van Eneco naar de duurzame alternatieven voor aardgas breder dan alleen gericht op de inzet van biomassa. Uw conclusie dat de uitbreiding/vernieuwing van het stadswarmtenet daarom niet past in een beleid om CO2 terug te dringen delen wij daarom niet.

11. In hoeverre is het college het met de Partij voor de Dieren eens dat het bizar en ongewenst is dat bomen gekapt gaan worden voor leidingen met water dat verwarmd is door hout te verbranden?

We delen uw conclusie niet. Het kappen van de bomen aan de Cremerstraat is helaas noodzakelijk voor het onderhoud aan de transportleidingen. Dit is nodig voor het in stand houden van de leveringszekerheid van warmte afnemers die aangesloten zijn op een bestaand stadswarmtenet. Zoals in de warmtevisie door uw raad is vastgelegd (2 november 2017) is leveringszekerheid een van de uitgangspunten voor de warmtevisie van de stad. Wij sturen op een warmtevoorziening die duurzaam, betaalbaar en betrouwbaar is. Daarbij hoort dus ook noodzakelijk onderhoud aan de transportleidingen.

Maarten van Heuven, Partij voor de Dieren
Eva van Esch, Partij voor de Dieren

[1] https://www.trouw.nl/

[2] https://www.probos.nl/

[3] https://www.eneco.nl/