Schrif­te­lijke vragen Bomen en groen water geven in droge tijden


Indiendatum: 22 sep. 2022

Schriftelijke vragen, 22 september 2022

Afgelopen zomer werd de natuur opnieuw geconfronteerd met extreme droogte. En als gevolg van klimaatverandering zal dit in de toekomst alleen maar vaker gaan voorkomen. Hierdoor hebben bomen en struiken het ook in Utrecht moeilijk. Niet alleen door het gebrek aan regen, maar ook door het zeer lage grondwaterpeil, waardoor ze met hun wortels niet meer bij water kunnen.

Als gevolg van droogtestress zijn bomen vervroegd in ‘herfstmodus’ gegaan en laten ze hun bladeren vallen. Er zijn ook bomen en struiken doodgegaan door deze droogte. Op langere termijn kan de conditie van bomen verslechteren als gevolg van droogte en worden bomen kwetsbaarder voor stormen en/of ziektes, lees hier.

De Partij voor de Dieren vraagt zich wat de gemeente al doet om bomen zo goed mogelijk door droge periodes te helpen en welke mogelijkheden er zijn om iets extra’s te doen. Drinkwaterbedrijven roepen in droge tijden op om tuinen niet te besproeien om zo water te besparen. In Utrecht is echter geen tekort aan oppervlaktewater en golden tot nog toe geen beperkingen op het gebruik daarvan.

Dit leidt tot de volgende vragen:

  1. Wat zijn de afwegingen van het college om bij droogte bomen wel of geen water te geven?
  2. Hoeveel bomen zijn in de afgelopen droge periode bewaterd door de gemeente? En hoe verhoudt dat zich tot het totaal aantal bomen in de gemeente?
  3. Als bomen bewaterd worden, waar komt dit water dan vandaan? Is het drinkwater, oppervlaktewater uit Utrecht, of iets anders?
  4. Op welke manier – rekening houdend met welke aspecten en kenmerken van zowel de bomen zelf, de ondergrond als de omgeving – wordt bepaald welke bomen wel en niet in aanmerking komen om extra water te krijgen in droge periodes?
  5. Wat is het beleid op het water geven aan andere natuur zoals struikgewas?
  6. Hoe wordt er bij nieuwe aanplant rekening gehouden met en geanticipeerd op de gevolgen van droogte, en ook het waarschijnlijk toenemen van periodes van extreme droogte?
  7. Omdat nieuwe aanplant kwetsbaarder is, wordt ook de overlevingskans van nieuwe aanplant in het kader van de herplantplicht kleiner. Het kan dan dat aan de herplantplicht voldaan wordt maar de nieuwe aanplant vervolgens doodgaat door droogte. Wordt wanneer er herplantplicht is opgelegd extra gecontroleerd of deze herplant een droge periode overleeft? En als bij controle blijkt dat dit niet zo is, een aanvullende/nieuwe herplantplicht opgelegd?
  8. Hoe wordt op lange termijn de gevolgen van een droge periode voor de stedelijke natuur gemonitord? Hoe voorkomen we dat bomen eerst verzwakt raken door droogte en daarna minder in staat zijn een storm te doorstaan?
  9. Welke mogelijkheden ziet het college om in een volgende droge periode ruimhartiger te zijn in het water geven aan bomen, zodat ook bomen die op het eerste oog de droogte wel overleven toch wat extra’s krijgen om in goede conditie te blijven? Is het college bereid om die mogelijkheden dan ook in de praktijk te brengen?
  10. Onder andere in 2018 hadden Utrechtse bomen het ook al zwaar als gevolg van extreme droogte. Welke lessen zijn daar destijds uit geleerd en wat is er sindsdien veranderd in het beleid voor beheer van groen tijdens droogte?
  11. Hoe en in hoeverre wordt bij de soortkeuze van nieuwe aanplant al rekening gehouden met bestendigheid tegen droogte? Hoe verhoudt dit zich tot de keuze voor soorten die inheems en biodivers zijn?

Anne Sasbrink, Partij voor de Dieren

Indiendatum: 22 sep. 2022
Antwoorddatum: 19 okt. 2022

Schriftelijke vragen, 22 september 2022

Afgelopen zomer werd de natuur opnieuw geconfronteerd met extreme droogte. En als gevolg van klimaatverandering zal dit in de toekomst alleen maar vaker gaan voorkomen. Hierdoor hebben bomen en struiken het ook in Utrecht moeilijk. Niet alleen door het gebrek aan regen, maar ook door het zeer lage grondwaterpeil, waardoor ze met hun wortels niet meer bij water kunnen.

Als gevolg van droogtestress zijn bomen vervroegd in ‘herfstmodus’ gegaan en laten ze hun bladeren vallen. Er zijn ook bomen en struiken doodgegaan door deze droogte. Op langere termijn kan de conditie van bomen verslechteren als gevolg van droogte en worden bomen kwetsbaarder voor stormen en/of ziektes, lees hier.

De Partij voor de Dieren vraagt zich wat de gemeente al doet om bomen zo goed mogelijk door droge periodes te helpen en welke mogelijkheden er zijn om iets extra’s te doen. Drinkwaterbedrijven roepen in droge tijden op om tuinen niet te besproeien om zo water te besparen. In Utrecht is echter geen tekort aan oppervlaktewater en golden tot nog toe geen beperkingen op het gebruik daarvan.

Dit leidt tot de volgende vragen:

1. Wat zijn de afwegingen van het college om bij droogte bomen wel of geen water te geven?

De keuze om bomen wel of geen water te geven in tijden van droogte wordt gemaakt door de voormannen (m/v/x) van de afdeling Wijkonderhoud & Service die werkzaam zijn in de verschillende wijken. Zij hebben de nodige expertise om de afweging te maken of een boom water nodig heeft of niet. Dit is onder andere afhankelijk van de soort boom, de leeftijd en de ondergrond. De voormannen houden de weersvoorspelling in de gaten, monitoren de grond rondom bomen en hebben de kennis en ervaring om te weten wanneer er extra water gegeven moet worden. Als algemene regel geldt dat we net aangeplante bomen (en ander groen zoals struiken en vaste planten) tot en met het derde jaar na aanplant altijd extra water geven bij droogte. Alle net aangeplante bomen, struiken en vaste planten zijn kwetsbaar bij droogte, omdat zij nog minder diep wortelen en daardoor sneller last krijgen als de toplaag van de bodem uitdroogt ten opzichte van dieper wortelende oudere bomen.

2. Hoeveel bomen zijn in de afgelopen droge periode bewaterd door de gemeente? En hoe verhoudt dat zich tot het totaal aantal bomen in de gemeente?

Het totaal aantal park- en straatbomen in de gemeente Utrecht is 140.000, daarnaast beheren we bijna 190 hectare bos en bosplantsoen. Het aantal bomen dat extra water krijgt wordt niet geteld, omdat het in een droge periode per week kan verschillen. Het aantal bomen dat minder dan vier jaar geleden is aangeplant, is ongeveer 5.500. Deze bomen hebben in ieder geval extra water gekregen in deze droge periode.

3. Als bomen bewaterd worden, waar komt dit water dan vandaan? Is het drinkwater, oppervlaktewater uit Utrecht, of iets anders?

Dit water is oppervlaktewater uit Utrecht.

4. Op welke manier – rekening houdend met welke aspecten en kenmerken van zowel de bomen zelf, de ondergrond als de omgeving – wordt bepaald welke bomen wel en niet in aanmerking komen om extra water te krijgen in droge periodes?

Zoals geantwoord bij vraag 1 wordt de keuze om bomen wel of geen water te geven in tijden van droogte gemaakt door de voormannen die werkzaam zijn in de verschillende wijken. Of een boom extra water nodig heeft is onder andere afhankelijk van de soort boom, de leeftijd en de ondergrond. De voormannen houden de weersvoorspelling in de gaten, monitoren de grond rondom bomen en hebben de expertise om te weten wanneer er water gegeven moet worden. We zijn gestart met proeven met het plaatsen van vochtsensoren bij net aangeplante bomen en plantvakken, om zo vast te kunnen stellen welke bomen of beplanting extra water nodig hebben.

5. Wat is het beleid op het water geven aan andere natuur zoals struikgewas?

Voor andere natuur zoals struikgewas en vaste planten geldt hetzelfde beleid als bij bomen; deze geven we tot en met het derde jaar na aanplant sowieso extra water in tijden van droogte. Verder bepalen de voormannen of extra water nodig is. Voor ander groen zoals hanging baskets is er een onderhoudscontract met Utrecht Werkt (UW), zij geven deze planten water en geven extra water wanneer de weersvoorspelling daarom vraagt.

6. Hoe wordt er bij nieuwe aanplant rekening gehouden met en geanticipeerd op de gevolgen van droogte, en ook het waarschijnlijk toenemen van periodes van extreme droogte?

Bij de plaatsing van bomen letten we op goede aanleg van groeiplaatsen om ervoor te zorgen dat bomen, ook in de toekomst, voldoende toegang hebben tot water in de bodem. Een goed aangelegde groeiplaats geeft bomen een betere start en maakt dat ze ook op de langere termijn beter bestand zijn tegen droge zomers. Ook zijn er op enkele locaties als proef waterzakken geplaatst rond nieuw geplante bomen. Dit zorgt voor een gerichtere waterafgifte en minder sterfte. En we zijn gestart met proeven met het plaatsen van vochtsensoren bij net aangeplante bomen en plantvakken. Hiermee willen we voorkomen dat de boom of beplanting te laat of juist te veel water krijgt.

7. Omdat nieuwe aanplant kwetsbaarder is, wordt ook de overlevingskans van nieuwe aanplant in het kader van de herplantplicht kleiner. Het kan dan dat aan de herplantplicht voldaan wordt maar de nieuwe aanplant vervolgens doodgaat door droogte. Wordt wanneer er herplantplicht is opgelegd extra gecontroleerd of deze herplant een droge periode overleeft? En als bij controle blijkt dat dit niet zo is, een aanvullende/nieuwe herplantplicht opgelegd?

Nieuwe en herplante aanplant krijgt tot en met het derde jaar na aanplant extra water in tijden van droogte, zo geven we de plant de beste kans om een droge periode te overleven. Mocht de herplante beplanting of boom toch doodgaan, dan wordt er standaard opnieuw herplant.

8. Hoe wordt op lange termijn de gevolgen van een droge periode voor de stedelijke natuur gemonitord? Hoe voorkomen we dat bomen eerst verzwakt raken door droogte en daarna minder in staat zijn een storm te doorstaan?

Er is geen structurele monitoring specifiek gericht op droogte van het gemeentelijk groen. Via de reguliere boominspecties houden we wel in de gaten of er tijdens droogte bijvoorbeeld spontane takbreuk optreedt, zoals in de droge zomer van 2018. Daar zijn de afgelopen zomer geen meldingen over geweest (zie ook Algemene inleiding bij beantwoording SV 142). Voor het antwoord met betrekking tot het voorkomen van verzwakte bomen door droogte; zie antwoord 6.

9. Welke mogelijkheden ziet het college om in een volgende droge periode ruimhartiger te zijn in het water geven aan bomen, zodat ook bomen die op het eerste oog de droogte wel overleven toch wat extra’s krijgen om in goede conditie te blijven? Is het college bereid om die mogelijkheden dan ook in de praktijk te brengen?

Bestaande bomen hebben in de regel een goed ontwikkeld wortelstelsel en zijn in staat om een droge zomer goed door te komen. Water geven is dan ook niet nodig. Wel zullen de bomen -net als in de natuur- in droge jaren minder snel groeien dan in natte jaren. We monitoren de bomen door middel van de reguliere boominspectie, zodat we op kunnen treden bij bijvoorbeeld eventuele takbreuk. Bij net aangeplante bomen steken we in op een goede start van de boom door een goede groeiplaats te realiseren en de eerste jaren na aanplant de boom van voldoende water te voorzien.

10. Onder andere in 2018 hadden Utrechtse bomen het ook al zwaar als gevolg van extreme droogte. Welke lessen zijn daar destijds uit geleerd en wat is er sindsdien veranderd in het beleid voor beheer van groen tijdens droogte?

Er zijn geen structurele veranderingen doorgevoerd in het beleid voor het beheer van groen tijdens droge zomers. Daar zien we nu nog geen aanleiding voor, maar dit houden we in de gaten. Wel doen we proeven met plaatsen van waterzakken bomen en het plaatsen van vochtsensoren bij net aangeplant groen (zie ook antwoord 6).

11. Hoe en in hoeverre wordt bij de soortkeuze van nieuwe aanplant al rekening gehouden met bestendigheid tegen droogte? Hoe verhoudt dit zich tot de keuze voor soorten die inheems en biodivers zijn?

Bij de soortkeuze houden we rekening met de groeiplaats (denk hierbij aan bijvoorbeeld aan grondsoort, droog of vochtig, etc.). We streven naar een gevarieerder bomenbestand. Daarbij gebruiken we inheemse soorten als dit kan. Dit is met name in de randen van de stad of in groenstructuren en -gebieden met primair een ecologische functie. Op andere locaties gebruiken we naast inheemse ook niet-inheemse soorten. Veel inheemse soorten zijn namelijk niet goed bestand tegen het warmer en droger wordende stedelijke klimaat.

Anne Sasbrink, Partij voor de Dieren

Interessant voor jou

Schriftelijke vragen Zorgen over populariteit houtstook door oplopen gasprijzen

Lees verder

Mondelinge vragen Voorkom groenverwijdering binnenterrein achter Harz/Karpaten in Lunetten

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer