Schriftelijke vragen De facto verbod opgelegd voor Hoger Onderwijs demonstratie
Indiendatum: 28 nov. 2024
Schriftelijke vragen 199/2024
Donderdag 14 november organiseerden de FNV, studentenorganisaties, andere vakbonden en onderwijswerkgevers een landelijke demonstratie in het Moreelsepark in Utrecht tegen de bezuinigingen van het kabinet op onderwijs en onderzoek.
Een dag voor de demonstratie, op 13 november, is deze geannuleerd door de FNV en AOb nadat de driehoek ze heeft gewaarschuwd over een vermeende dreiging van een pro-Palestina organisatie die voornemens zou zijn om de demonstratie te kapen en daarbij geweld niet zou schuwen. De driehoek liet weten dat de demonstratie verboden zou worden als het niet werd geannuleerd, vandaar dat de organisatoren spreken van een 'de facto verbod'. Vele studenten, vakbondsleden en andere actievoerders waren boos en teleurgesteld dat de actie niet heeft kunnen plaatsvinden. Directeur van de FNV Tuur Elzinga stelde hierover het volgende: ‘Dijksma was gisteren zeer duidelijk, ze kon de veiligheid van onze leden níet garanderen. Als wij de stekker niet uit onze demonstratie zouden trekken, dan zou zij dat voor ons doen. Met het mes op de keel hebben wij daarom last minute onze demonstratie moeten cancelen. Voor de FNV is het demonstratierecht heilig. Het afzeggen van een demonstratie gaat in tegen alles waar we voor staan, maar de burgemeester liet ons geen keuze.'
Hierna hebben onder andere de studentenvakbonden een nieuwe demonstratie aangekondigd op dezelfde dag, tijd en locatie. De driehoek nam vervolgens contact op om de organisatoren dringend af te raden deze demonstratie door te zetten, maar sprak niet van een verbod. De driehoek gaf zeer weinig informatie over de dreiging die ze zagen, waardoor het voor Utrechtse organisatie VIDIUS en de andere studentenvakbonden onmogelijk werd gemaakt om een weloverwogen keuze te maken om zelf de organisatie van de demonstratie over te nemen en de demonstratie dus door te laten gaan. De studentenvakbonden hebben er uiteindelijk voor gekozen om dit wel te doen, maar stonden voor een lastige keuze omdat ze geen inzicht kregen in wat de dreiging precies was.
Op de ochtend van 14 november liet de politie weten het protest wel te zullen faciliteren, omdat ze 500 mensen verwachtten en daarmee niet hetzelfde risico zagen om het te verbieden. Ze zeiden toen ook dat ze een mars niet zouden faciliteren, maar dat hebben ze uiteindelijk wel gedaan, aldus VIDIUS. Uiteindelijk kwamen er duizenden demonstranten hierop af en trokken zij gezamenlijk na de manifestatie op het Moreelsepark met een mars door het centrum van Utrecht. De demonstratie verliep zonder wanordelijkheden en was vreedzaam. Bovendien werd er onder de demonstranten en organisatie, naast de oproepen tegen de onderwijsbezuinigingen, veel solidariteitsleuzen geroepen voor Palestina.
De fracties van BIJ1, Partij voor de Dieren en DENK hebben de volgende vragen:
Vragen:
Volgens het college en de driehoek zou een bij hen onbekende (grotendeels lokale) groep pro-Palestina demonstranten de Hoger onderwijs demonstratie tegen de zin van FNV en Aob wilden gebruiken om hun eigen boodschap te laten horen.
1. Hoe heeft deze informatie de driehoek bereikt op basis waarvan werd de beslissing gemaakt om organisatoren een de facto verbod op te leggen? Graag een volledige en transparante uiteenzetting over hoe dit exact is verlopen.
2. Deelt de burgemeester het beeld wat door de FNV wordt geschetst van ‘met mes op de keel moeten aflasten onder dreigement van verbod’, en zo nee, hoe duidt zij het verhaal vanuit FNV dan wel? Hoe ziet zij dit in lijn met het inzetten op goede samenwerking en onderling afstemmen met organisatoren?
3. Waarom heeft de gemeente opgeroepen om niet te komen naar de alternatieve demonstratie? En waarom stelt de burgemeester in een interview met RTV Utrecht dat de alternatieve demonstratie met een open podium minder snel ‘gekaapt’ zou kunnen worden dan een vastgesteld programma met aangekondigde sprekers? Waarom zou dit een andere dreigingsinschatting zijn?
De FNV communiceerde zelf via social media dat zij solidair zijn met pro-Palestina demonstranten en nodigden hen expliciet voor de verplaatste demonstratie op 25 november in Den Haag. Van een scheiding van verschillende uitgedragen boodschappen lijkt dan ook geen sprake, het was zelfs expliciet onderdeel van het programma.
4. In hoeverre heeft de driehoek zich bij het faciliteren van de demonstratie gehouden aan het principe om niet te beoordelen op de inhoud?
In de beantwoording van de Schriftelijke Vragen van o.a. Student & Starter wordt gesteld dat de politie de burgemeester informeerde dat een tot nu toe onbekende pro-Palestina beweging van plan is de demonstratie van de FNV/Aob te kapen en daarbij geweld niet zal schuwen. Deze vertrouwelijke informatie zou afkomstig zijn van buiten de stad en zou volgens de politie zorgvuldig geverifieerd/ beoordeeld zijn en daardoor door hen is geduid als betrouwbaar. De groep zou volgens de politie zijn best doen om ‘zo min mogelijk zichtbaar te zijn (zowel on- als offline).’ Verschillende lokale pro-Palestina demonstranten hebben laten weten zich niet te herkennen in deze berichtgeving.
5. Is op basis van de informatie hoor en wederhoor gedaan bij de verschillende lokale pro-Palestina bewegingen in de stad?
6. Volgens welke wijze is deze berichtgeving geverifieerd, zeker als dit van buiten de stad kwam?
Het Israëlische ministerie van Diaspora en Bestrijding Antisemitisme stuurde afgelopen week voorafgaand aan het Tweede Kamerdebat over de aanvallen op Maccabi-supporters in Amsterdam een ‘speciaal rapport’ met een eigen analyse naar politici. Uit dat document van 27 pagina’s, zou blijken dat Nederlandse organisaties die achter de aanvallen in Amsterdam zaten, nauwe banden onderhouden met de militante Palestijnse organisatie Hamas, zo is in de Volkskrant te lezen. In dit ‘speciaal rapport’ worden ook Utrechtse organisaties beschuldigd. Volstrekt, ten onrechte, volgens de desbetreffende organisaties. Meerdere bronnen in en rond ministeries die zich bezighouden met veiligheid vinden dat sprake is van ongewenste Israëlische inmenging in de Nederlandse politiek. Tot op het hoogste ambtelijke niveau bestaan zorgen, zeggen twee bronnen tegen de Volkskrant.
7. Kan het college aangeven of dit rapport uit Israël het besluit van de burgemeester en de driehoek heeft bereikt en beïnvloed?
8. Deelt het college de zorgen van onze fracties over mogelijke inmenging vanuit buitenlandse overheden op lokaal beleid, besluitvorming en specifiek ook afwegingen rondom het al dan niet faciliteren van demonstraties?
9. In hoeverre herkent de burgemeester zorgen op ambtelijk niveau hierover? Indien zij dit herkent, hoe is het college van plan deze zorgen weg te nemen? Indien de burgemeester deze zorgen niet herkent, hoe duidt zij dat dan in relatie tot recente berichtgeving hierover in o.a. de Volkskrant? Zijn er binnen de gemeentelijke organisatie ook dergelijke zorgen geuit?
10. Herkent de burgemeester dat het linken van een specifieke - voor ons onduidelijk welke - beweging aan mogelijk geweld, kan bijdragen aan stigmatisering van alle pro-Palestina demonstranten? En deelt zij met ons dat dit onwenselijk is?
In het kader van Utrecht Utrecht Demonstratie Stad en het door de burgemeester ondertekende manifest Right to Protest van Amnesty International:
11. Is Amnesty International betrokken over het al dan niet inperken van het demonstratierecht op 14 november?
12. Deelt de burgemeester dat, ondanks dat de demonstratie niet verboden is, het de facto verbieden van een protest een zorgwekkende ontwikkeling is en een afschrikkend (chilling) effect heeft?
13. Zeker aangezien de alternatieve demonstratie probleemloos en vreedzaam is verlopen, deelt de burgemeester met ons dat er een inschattingsfout is gemaakt, en zo ja, hoe is zij voornemens dit recht te trekken?
Stevie Nolten, BIJ1
Louise de Vries, Partij voor de Dieren
Mahmut Sungur, DENK
Indiendatum:
28 nov. 2024
Antwoorddatum: 17 dec. 2024
Schriftelijke vragen 199/2024
Donderdag 14 november organiseerden de FNV, studentenorganisaties, andere vakbonden en onderwijswerkgevers een landelijke demonstratie in het Moreelsepark in Utrecht tegen de bezuinigingen van het kabinet op onderwijs en onderzoek.
Een dag voor de demonstratie, op 13 november, is deze geannuleerd door de FNV en AOb nadat de driehoek ze heeft gewaarschuwd over een vermeende dreiging van een pro-Palestina organisatie die voornemens zou zijn om de demonstratie te kapen en daarbij geweld niet zou schuwen. De driehoek liet weten dat de demonstratie verboden zou worden als het niet werd geannuleerd, vandaar dat de organisatoren spreken van een 'de facto verbod'. Vele studenten, vakbondsleden en andere actievoerders waren boos en teleurgesteld dat de actie niet heeft kunnen plaatsvinden. Directeur van de FNV Tuur Elzinga stelde hierover het volgende: ‘Dijksma was gisteren zeer duidelijk, ze kon de veiligheid van onze leden níet garanderen. Als wij de stekker niet uit onze demonstratie zouden trekken, dan zou zij dat voor ons doen. Met het mes op de keel hebben wij daarom last minute onze demonstratie moeten cancelen. Voor de FNV is het demonstratierecht heilig. Het afzeggen van een demonstratie gaat in tegen alles waar we voor staan, maar de burgemeester liet ons geen keuze.'
Hierna hebben onder andere de studentenvakbonden een nieuwe demonstratie aangekondigd op dezelfde dag, tijd en locatie. De driehoek nam vervolgens contact op om de organisatoren dringend af te raden deze demonstratie door te zetten, maar sprak niet van een verbod. De driehoek gaf zeer weinig informatie over de dreiging die ze zagen, waardoor het voor Utrechtse organisatie VIDIUS en de andere studentenvakbonden onmogelijk werd gemaakt om een weloverwogen keuze te maken om zelf de organisatie van de demonstratie over te nemen en de demonstratie dus door te laten gaan. De studentenvakbonden hebben er uiteindelijk voor gekozen om dit wel te doen, maar stonden voor een lastige keuze omdat ze geen inzicht kregen in wat de dreiging precies was.
Op de ochtend van 14 november liet de politie weten het protest wel te zullen faciliteren, omdat ze 500 mensen verwachtten en daarmee niet hetzelfde risico zagen om het te verbieden. Ze zeiden toen ook dat ze een mars niet zouden faciliteren, maar dat hebben ze uiteindelijk wel gedaan, aldus VIDIUS. Uiteindelijk kwamen er duizenden demonstranten hierop af en trokken zij gezamenlijk na de manifestatie op het Moreelsepark met een mars door het centrum van Utrecht. De demonstratie verliep zonder wanordelijkheden en was vreedzaam. Bovendien werd er onder de demonstranten en organisatie, naast de oproepen tegen de onderwijsbezuinigingen, veel solidariteitsleuzen geroepen voor Palestina.
De fracties van BIJ1, Partij voor de Dieren en DENK hebben de volgende vragen:
Vragen:
Volgens het college en de driehoek zou een bij hen onbekende (grotendeels lokale) groep pro-Palestina demonstranten de Hoger onderwijs demonstratie tegen de zin van FNV en Aob wilden gebruiken om hun eigen boodschap te laten horen.
1. Hoe heeft deze informatie de driehoek bereikt op basis waarvan werd de beslissing gemaakt om organisatoren een de facto verbod op te leggen? Graag een volledige en transparante uiteenzetting over hoe dit exact is verlopen.
Antwoord: Op de avond van 12 november informeert de politie de burgemeester dat een tot nu toe onbekende pro-Palestina beweging van plan is de demonstratie van de FNV/Aob te kapen en daarbij geweld niet zal schuwen. Deze vertrouwelijke informatie is afkomstig van buiten de stad en gaat niet over lokale pro-Palestina demonstranten. De politie heeft deze informatie zorgvuldig uitgelopen en is door de politie geduid als betrouwbaar. In de driehoek is vervolgens gesproken over deze informatie en wat dat zou betekenen voor het veilig faciliteren van de demonstratie op basis van het informatiebeeld en de duiding. Het uitgangspunt daarbij was dat het veilig verloop van de demonstratie voorop stond. Helaas heeft de driehoek moeten constateren dat het op basis van de beschikbare informatie niet mogelijk was om deze demonstratie veilig te laten verlopen, ook niet met extra inzet van politie of door de demonstratie in een andere vorm of op een andere locatie plaats te laten vinden. Uit veiligheidsoverwegingen kan niet meer worden gedeeld over de wijze waarop de dreigingsinformatie precies is geverifieerd en wat deze inhoudt.
2. Deelt de burgemeester het beeld wat door de FNV wordt geschetst van ‘met mes op de keel moeten aflasten onder dreigement van verbod’, en zo nee, hoe duidt zij het verhaal vanuit FNV dan wel? Hoe ziet zij dit in lijn met het inzetten op goede samenwerking en onderling afstemmen met organisatoren?
Antwoord: Naar aanleiding van de informatie die de politie aanreikte aan de driehoek heeft de driehoek direct contact opgenomen met de organisator en geadviseerd om de demonstratie geen doorgang te laten vinden. De organisator heeft dit advies overgenomen. De driehoek is de organisatie hiervoor erkentelijk, omdat het hierdoor niet nodig is om over te gaan tot een verbod van de demonstratie. Hierdoor kwamen we niet tegenover de FNV/Aob te staan, maar konden wij in gezamenlijkheid onze zorgen en afschuw uitspreken over de noodzaak van het besluit om de demonstratie af te gelasten. Dat de FNV spreekt over ‘met het mes op de keel moeten afgelasten’ herkennen wij, waarbij de hand die het spreekwoordelijke mes vasthield van de organisatie was die dreigde de demonstratie te kapen met geweld.
3. Waarom heeft de gemeente opgeroepen om niet te komen naar de alternatieve demonstratie? En waarom stelt de burgemeester in een interview met RTV Utrecht dat de alternatieve demonstratie met een open podium minder snel ‘gekaapt’ zou kunnen worden dan een vastgesteld programma met aangekondigde sprekers? Waarom zou dit een andere dreigingsinschatting zijn?
Antwoord: De dreigingsinformatie waarover de driehoek beschikte, richtte zich specifiek op de aangekondigde demonstratie van de FNV/Aob. Er was geen sprake van een dreiging tegen demonstraties over de bezuinigingen in het onderwijs of tegen demonstraties op die dag in het algemeen. Dat was ook de reden waarom de driehoek geen demonstratieverbod heeft ingesteld in Utrecht, maar ervoor heeft gekozen om eventuele demonstraties op 14 november, zoals gebruikelijk, te beoordelen op basis van de dan geldende omstandigheden. In de loop van de ochtend heeft de driehoek op basis van de op dat moment beschikbare informatie beoordeeld of de demonstratie van ROOD onder de op dat moment geldende omstandigheden kon worden gefaciliteerd. Dat bleek het geval. Verschillende elementen zijn in de afwegingen op het inschatten van het risico op geweld en wanordelijkheden betrokken. Uit veiligheidsoverwegingen kunnen hier geen gedetailleerde uitspraken over worden gedaan, maar in algemene zin kan wel worden gesteld dat een open podium- inherent aan de vorm- veel minder risico op kaping met geweld met zich meebrengt. Eenieder mag namelijk spreken, je hoeft geen geweld te gebruiken om je het podium toe te eigenen. De driehoek vreesde wel dat de oproepen dit rondgingen om te gaan demonstreren zouden leiden tot een ongecontroleerde toestroom naar de stad, zonder dat er een duidelijk programma of aanspreekpunt was. Dit was reden voor ons om nogmaals te melden dat de aangekondigde demonstratie geen doorgang zou vinden en om niet naar de stad te komen.
De FNV communiceerde zelf via social media dat zij solidair zijn met pro-Palestina demonstranten en nodigden hen expliciet voor de verplaatste demonstratie op 25 november in Den Haag. Van een scheiding van verschillende uitgedragen boodschappen lijkt dan ook geen sprake, het was zelfs expliciet onderdeel van het programma.
4. In hoeverre heeft de driehoek zich bij het faciliteren van de demonstratie gehouden aan het principe om niet te beoordelen op de inhoud?
In de beantwoording van de Schriftelijke Vragen van o.a. Student & Starter wordt gesteld dat de politie de burgemeester informeerde dat een tot nu toe onbekende pro-Palestina beweging van plan is de demonstratie van de FNV/Aob te kapen en daarbij geweld niet zal schuwen. Deze vertrouwelijke informatie zou afkomstig zijn van buiten de stad en zou volgens de politie zorgvuldig geverifieerd/ beoordeeld zijn en daardoor door hen is geduid als betrouwbaar. De groep zou volgens de politie zijn best doen om ‘zo min mogelijk zichtbaar te zijn (zowel on- als offline).’ Verschillende lokale pro-Palestina demonstranten hebben laten weten zich niet te herkennen in deze berichtgeving.
Antwoord: De inhoud van een demonstratie speelt nooit een rol bij het al dan niet faciliteren van de demonstratie. Ook tijdens deze demonstratie heeft de inhoud geen rol gespeeld in de afweging om de demonstratie van FNV/Aob al dan niet te verbieden.
5. Is op basis van de informatie hoor en wederhoor gedaan bij de verschillende lokale pro-Palestina bewegingen in de stad?
Antwoord: De dreigingsinformatie had betrekking op een tot dan toe nog onbekende groep pro-Palestina sympathisanten die niet uit Utrecht kwamen. Er was dan ook geen reden om navraag te doen bij de ons bekende pro-Palestina groepen uit Utrecht. Wij hebben geen enkele reden om aan te nemen dat deze groepen betrokken waren bij de dreigingsinformatie.
6. Volgens welke wijze is deze berichtgeving geverifieerd, zeker als dit van buiten de stad kwam?
Antwoord: De politie heeft de informatie geverifieerd en als betrouwbaar beoordeeld. Uit veiligheidsoverwegingen kan niet meer worden gedeeld over de wijze waarop de dreigingsinformatie precies is geverifieerd.
Het Israëlische ministerie van Diaspora en Bestrijding Antisemitisme stuurde afgelopen week voorafgaand aan het Tweede Kamerdebat over de aanvallen op Maccabi-supporters in Amsterdam een ‘speciaal rapport’ met een eigen analyse naar politici. Uit dat document van 27 pagina’s, zou blijken dat Nederlandse organisaties die achter de aanvallen in Amsterdam zaten, nauwe banden onderhouden met de militante Palestijnse organisatie Hamas, zo is in de Volkskrant te lezen. In dit ‘speciaal rapport’ worden ook Utrechtse organisaties beschuldigd. Volstrekt, ten onrechte, volgens de desbetreffende organisaties. Meerdere bronnen in en rond ministeries die zich bezighouden met veiligheid vinden dat sprake is van ongewenste Israëlische inmenging in de Nederlandse politiek. Tot op het hoogste ambtelijke niveau bestaan zorgen, zeggen twee bronnen tegen de Volkskrant.
7. Kan het college aangeven of dit rapport uit Israël het besluit van de burgemeester en de driehoek heeft bereikt en beïnvloed?
Antwoord: Ten tijde van de demonstratie was het voornoemde rapport nog niet naar de Tweede Kamer verzonden en derhalve ook niet bij ons bekend. Overigens hebben wij ook sindsdien geen kennisgenomen van het rapport en zijn wij ook niet voornemens om dit te doen. De politie en andere veiligheidsdiensten adviseren de burgemeester indien er op basis van informatie zorgen zijn over specifieke groepen of personen. Deze informatie is geverifieerd en kan als betrouwbaar worden gezien.
8. Deelt het college de zorgen van onze fracties over mogelijke inmenging vanuit buitenlandse overheden op lokaal beleid, besluitvorming en specifiek ook afwegingen rondom het al dan niet faciliteren van demonstraties?
Antwoord: Wij sluiten ons aan bij de kabinetsreactie op voornoemd rapport.
9. In hoeverre herkent de burgemeester zorgen op ambtelijk niveau hierover? Indien zij dit herkent, hoe is het college van plan deze zorgen weg te nemen? Indien de burgemeester deze zorgen niet herkent, hoe duidt zij dat dan in relatie tot recente berichtgeving hierover in o.a. de Volkskrant? Zijn er binnen de gemeentelijke organisatie ook dergelijke zorgen geuit?
Antwoord: Wij herkennen deze zorgen niet op basis van eigen ervaringen. Ook hebben wij geen signalen ontvangen dat hier ambtelijk zorgen over zouden leven binnen de organisatie. Wij zijn niet bekend met contacten tussen vertegenwoordigers van de staat Israël en de ambtelijke organisatie. Contact over veiligheidskwesties verlopen in de regel via het ministerie van Buitenlandse Zaken. Daarvan is overigens ten aanzien van de (geannuleerde) demonstatie geen sprake geweest.
10. Herkent de burgemeester dat het linken van een specifieke - voor ons onduidelijk welke - beweging aan mogelijk geweld, kan bijdragen aan stigmatisering van alle pro-Palestina demonstranten? En deelt zij met ons dat dit onwenselijk is?
Antwoord: Als een organisatie wordt gelinkt aan mogelijk geweld zal dit bijdragen aan stigmatisering van de desbetreffende organisatie. Wij zijn ons ervan bewust dat het verbinden van een bepaalde groep aan geweld, een uitstraling kan hebben naar een bredere groep personen die wel op een vreedzame wijze aandacht vraagt voor hetzelfde onderwerp.
In het kader van Utrecht Utrecht Demonstratie Stad en het door de burgemeester ondertekende manifest Right to Protest van Amnesty International:
11. Is Amnesty International betrokken over het al dan niet inperken van het demonstratierecht op 14 november?
Antwoord: Nee. Bij besluiten van de driehoek wordt Amnesty International niet geconsulteerd. Overigens is er wel met enige regelmaat contact met Amnesty over demonstreren in Utrecht.
12. Deelt de burgemeester dat, ondanks dat de demonstratie niet verboden is, het de facto verbieden van een protest een zorgwekkende ontwikkeling is en een afschrikkend (chilling) effect heeft?
Antwoord: We staan in Utrecht pal voor het demonstratierecht en vinden het dan ook verschrikkelijk dat de driehoek heeft advies heeft moeten geven om de demonstratie te annuleren in verband met een geweldsdreiging. In de raadsbrief van 13 november jl. heeft de burgemeester haar zorg aangegeven over dat we in een tijd leven waarin er personen zijn die anderen onder de dreiging van geweld de vrijheid en het recht om te demonstreren willen ontnemen. De driehoek blijft er alles aan doen om iedere demonstratie, ongeacht de inhoud, te faciliteren en te beschermen.
13. Zeker aangezien de alternatieve demonstratie probleemloos en vreedzaam is verlopen, deelt de burgemeester met ons dat er een inschattingsfout is gemaakt, en zo ja, hoe is zij voornemens dit recht te trekken?
Antwoord: Wij staan nog steeds achter de destijds genomen beslissingen en inschattingen. Op de alternatieve demonstratie zat niet hetzelfde dreigingsrisico als op de demonstratie van FNV/Aob. Dat de alternatieve demonstratie zonder noemenswaardige incidenten is verlopen zegt dan ook niet dat hetzelfde zou gelden als de demonstratie van FNV/Aob zou zijn doorgegaan.
Stevie Nolten, BIJ1
Louise de Vries, Partij voor de Dieren
Mahmut Sungur, DENK
Wij staan voor:
Interessant voor jou
Schriftelijke vragen Verhard, tenzij 2.0
Lees verderSchriftelijke vragen Iepziekte III
Lees verder