Schrif­te­lijke vragen Demo of evenement?


Indiendatum: 20 mei 2022

Schriftelijke vragen 96/2022

Op 1 mei jongstleden mocht de FNV een demonstratie houden in het Julianapark. Het is een groot goed dat Utrecht het recht op protesteren koestert, maar in dit geval zijn er wel vragen te stellen of het zo slim was om deze demonstratie in het Julianapark te houden. Het monumentale park is niet ingericht op de komst van duizenden bezoekers, de opbouw van een groot podium met versterkt geluid en het gebruik van zwaar materiaal. Ook het gekozen moment, in het broedseizoen, is ongelukkig omdat in het park in het algemeen, en specifiek in de Dierenweide, zwangere en net bevallen dieren aanwezig waren. Naar wij begrepen was al maanden duidelijk dat de demonstratie in het Julianapark plaats zou vinden, en dat hier een marstocht met honderden tot duizenden mensen aan vooraf zou gaan, maar toch zijn de Dierenweide en omwonenden pas op 26 april ingelicht. Dit leidt bij ons tot de volgende vragen:

1. Waarom is er zo lang gewacht met het inlichten van de Dierenweide en omwonenden over het houden van deze demonstratie in het Julianapark? Wanneer is precies voor deze locatie gekozen en hoe heeft het overleg plaatsgevonden met belanghebbenden zoals de Dierenweide?

2. Dat er onrust kwam over deze demo kwam niet alleen door de late communicatie, maar ook door het feit dat de gemeente communiceerde dat de demonstratie 5.000-8.000 bezoekers zou trekken, terwijl vanuit de FNV een aantal van 2.000-5.000 is gecommuniceerd. Hoe reflecteert het college hierop? Deelt zij met ons dat onrust voorkomen had kunnen worden als eerder contact was gezocht met de Dierenweide en eenduidig gecommuniceerd was over het aantal te verwachten mensen?

3. De demonstratie vond plaats in het Julianapark, omdat Park Transwijk – de eerste keuze van de FNV – niet beschikbaar was vanwege de opbouw van het Bevrijdingsfestival. In hoeverre heeft de gemeente overwogen een stenige locatie zoals Jaarbeursplein of Berlijnplein te opperen?

4. Na het uiten van zorgen van de beheerder van de Dierenweide en van omwonenden toonde de FNV zich bereidwillig om daar rekening mee te houden, bijvoorbeeld door beperkt gebruik te maken van versterkt geluid en de opbouw met kleinere vrachtwagens te doen. Desondanks begrepen wij dat er wel schade is ontstaan als gevolg van vrachtwagens die door een perk heen zijn gereden. In hoeverre heeft de FNV zich aan alle gemaakte afspraken gehouden en in hoeverre hebben flora en fauna schade ondervonden van de demonstratie? Vindt er nog een evaluatie plaats?

5. Al met al, zo concluderen wij, komt de demonstratie van de FNV behoorlijk in de buurt van een festival (denk aan: veel publiek, een groot podium met versterkt geluid en zwaar materiaal voor op- en afbouw). Waar ligt voor het college de scheiding tussen een demonstratie/manifestatie en een evenement/festival?

6. Voor festivals en evenementen zijn richtlijnen en regels vastgesteld, zoals bijvoorbeeld de verplichting van een flora- en faunaonderzoek. In hoeverre heeft de burgemeester instrumenten om de impact van demonstraties in parken op aanwezige flora en fauna te beperken? Kan zij bijvoorbeeld grootschalige demonstraties in parken, zeker tijdens het broedseizoen, actief verplaatsen, ook als de organisatie dat zelf niet wil?

7. Een ideaal instrument zouden natuurlijk de locatieprofielen zijn. In hoeverre gaan de locatieprofielen voor demonstraties gelden? Wat vindt het college van het idee dat ook demonstraties zich gaan houden aan regels en mogelijkheden zoals gesteld in de locatieprofielen?

8. Een nadeel is wel dat de locatieprofielen door dit college terzijde zijn gelegd. Is het college bereid om de locatieprofielen, ook gezien het feit dat het festivalseizoen weer flink van start is gegaan, van de plank te halen en ter besluitvorming aan de raad voor te leggen? Zo nee, waarom niet?

Maarten van Heuven, Partij voor de Dieren
Rachel Heijne, GroenLinks
Hester Assen, PvdA

Indiendatum: 20 mei 2022
Antwoorddatum: 15 jun. 2022

Schriftelijke vragen 96/2022

Op 1 mei jongstleden mocht de FNV een demonstratie houden in het Julianapark. Het is een groot goed dat Utrecht het recht op protesteren koestert, maar in dit geval zijn er wel vragen te stellen of het zo slim was om deze demonstratie in het Julianapark te houden. Het monumentale park is niet ingericht op de komst van duizenden bezoekers, de opbouw van een groot podium met versterkt geluid en het gebruik van zwaar materiaal. Ook het gekozen moment, in het broedseizoen, is ongelukkig omdat in het park in het algemeen, en specifiek in de Dierenweide, zwangere en net bevallen dieren aanwezig waren. Naar wij begrepen was al maanden duidelijk dat de demonstratie in het Julianapark plaats zou vinden, en dat hier een marstocht met honderden tot duizenden mensen aan vooraf zou gaan, maar toch zijn de Dierenweide en omwonenden pas op 26 april ingelicht. Dit leidt bij ons tot de volgende vragen:

1. Waarom is er zo lang gewacht met het inlichten van de Dierenweide en omwonenden over het houden van deze demonstratie in het Julianapark? Wanneer is precies voor deze locatie gekozen en hoe heeft het overleg plaatsgevonden met belanghebbenden zoals de Dierenweide?

Demonstreren in de openbare ruimte is een grondrecht. De burgemeester beschermt dit recht, biedt zoveel mogelijk ruimte aan dit grondrecht en kan alleen voorschriften stellen aan een demonstratie indien er sprake is van (vrees voor) wanordelijkheden, risico’s voor het verkeer en/of risico’s voor de gezondheid. Dat betekent dat indien een openbare plaats beschikbaar is en er geen sprake is van bovenstaande vrees en/of risico’s, de burgemeester de demonstratie op de door de organisatie gewenste locatie dient te faciliteren. Ook als dit in een park is en dit voor omliggende bedrijven en/of omwonenden voor tijdelijke hinder kan zorgen. De organisatie heeft in de door haar gedane kennisgeving als voorkeurslocatie Park Transwijk aangegeven. Deze locatie was echter niet beschikbaar wegens de opbouw van het evenement Bevrijdingsfestival. In april hebben meerdere (telefonische) gesprekken met de organisatie plaatsgevonden om tot een beschikbare eindlocatie te komen. Op 4 april bezocht de organisatie de locatie met de parkbeheerder. Vervolgens heeft de organisatie op 15 april het definitieve plan voor het Julianapark aangeleverd. Zoals te doen gebruikelijk bij grote demonstraties zijn omwonende en omliggende bedrijven vooraf geïnformeerd over de demonstratie op 1 mei. Zo is voorkomen dat men er op de dag zelf door wordt verrast. Daarom is op 26 april ook De Dierenweide telefonisch over de demonstratie geïnformeerd. Het informeren van omwonenden en omliggende bedrijven gebeurt op het moment dat de demonstratielocatie en route in de WOM-brief (Wet Openbare Manifestaties) worden bevestigd aan de kennisgever. Eerder communiceren heeft niet de voorkeur, omdat dat voor onduidelijkheid en mogelijk voor onrust zou kunnen zorgen in het geval de route of de locatie nog wijzigt.

2. Dat er onrust kwam over deze demo kwam niet alleen door de late communicatie, maar ook door het feit dat de gemeente communiceerde dat de demonstratie 5.000-8.000 bezoekers zou trekken, terwijl vanuit de FNV een aantal van 2.000-5.000 is gecommuniceerd. Hoe reflecteert het college hierop? Deelt zij met ons dat onrust voorkomen had kunnen worden als eerder contact was gezocht met de Dierenweide en eenduidig gecommuniceerd was over het aantal te verwachten mensen?

In de communicatie over het aantal deelnemers houdt de gemeente de aantallen aan zoals in de kennisgeving door de organisatie is opgegeven. In de kennisgeving meldde de organisator 5.000 –
8.000 deelnemers. Op dinsdag hield de organisatie zelf ook nog vast aan die aantallen. Hoewel de aanmeldingen op dat moment lager waren, werd nog gehoopt op laatste minuut aanmeldingen.
Uiteindelijk viel het daadwerkelijke aantal deelnemers flink lager uit dan het vooraf opgegeven aantal deelnemers en dat aantal is uiteindelijk ook door de FNV gecommuniceerd.

3. De demonstratie vond plaats in het Julianapark, omdat Park Transwijk – de eerste keuze van de FNV – niet beschikbaar was vanwege de opbouw van het Bevrijdingsfestival. In hoeverre heeft de gemeente overwogen een stenige locatie zoals Jaarbeursplein of Berlijnplein te opperen?

In de kennisgeving heeft de organisatie aangegeven een route te willen lopen vanaf het Jaarbeursplein naar Park Transwijk. Omdat het park in verband met de opbouw van het Bevrijdingfestival niet beschikbaar was, is in (telefonische) overleggen samen met de organisatie gekeken naar alternatieve locaties, waarbij de keuze van de organisatie uiteindelijk op het Julianapark viel. De gemeente heeft bij de organisatie de kwetsbaarheid van het Julianapark benadrukt. Alternatieve locaties voor de demonstratie wees de organisatie echter om verschillende redenen van de hand. Ook voor het Julianpark geldt dat het een openbare plaats is in de zin van de Wet Openbare Manifestaties (WOM) en dat de burgemeester een demonstratie daar dient te faciliteren. De keuze van een organisator voor de plaats van een demonstratie is in beginsel vrij. De burgemeester kan daar alleen op ingrijpen als daartoe aanleiding bestaat op basis van één van de wettelijke beperkingsgronden. Dat was bij de demonstratie van de FNV op 1 mei niet het geval. De WOM geeft namelijk geen ruimte om een demonstratie te weren in openbare groengebieden. Zoals geschetst in de toelichting voorafgaand aan de beantwoording, is een verplaatsing naar een ander terrein elders in de stad, omdat demonstreren in een park niet passend zou zijn, onvoldoende grond voor een beperking.

4. Na het uiten van zorgen van de beheerder van de Dierenweide en van omwonenden toonde de FNV zich bereidwillig om daar rekening mee te houden, bijvoorbeeld door beperkt gebruik te maken van versterkt geluid en de opbouw met kleinere vrachtwagens te doen. Desondanks begrepen wij dat er wel schade is ontstaan als gevolg van vrachtwagens die door een perk heen zijn gereden. In hoeverre heeft de FNV zich aan alle gemaakte afspraken gehouden en in hoeverre hebben flora en fauna schade ondervonden van de demonstratie? Vindt er nog een evaluatie plaats?

Er is vooraf meermalen uitvoerig overleg gevoerd over de plannen van de organisatie. Die hadden namelijk te zeer de kenmerken van een evenement, dus meer gericht op vermaak dan op
meningsuiting. De organisatie heeft uiteindelijk de noodzakelijke aanpassingen gedaan en op basis van dat plan zijn strikte afspraken geformuleerd over de vorm van de demonstratie in het Julianapark. Ook waar het specifiek ging om de op- en afbouw in het park. Daarover zijn ook voorschriften opgenomen in de WOM-brief:

- Vrachtauto mag het park niet in, vanaf het grindpad met een manitou op gazonbanden alles vervoeren naar het veld;
- Op het grindpad moet indien slecht/nat weer rijplaten geplaatst worden;
- De ingangen naar de speeltuin moeten worden dicht gezet;
- Er mag alleen over het gras gereden worden als er gebruik wordt gemaakt van rijplaten;
- De locatie waar het podium komt moet vol met rijplaten;
- Er mogen geen objecten of voertuigen onder de kroonprojectie van de bomen worden
geplaatst.
Ten tijde van de op- en afbouw is er ook gecontroleerd op de naleving van deze voorschriften. Helaas is er geconstateerd dat de organisatie niet alle voorschriften in acht had genomen. Daar is zij op
aangesproken en voor zover mogelijk is er direct actie ondernomen. Bij de ontstane schade aan het gazon was direct herstel niet mogelijk. Daarom heeft na afloop van de demonstratie een naschouw
plaatsgevonden en zijn de herstelkosten op de organisatie verhaald. Bij elke demonstratie kijken we na afloop naar de verbeter- en aandachtspunten. Op dit moment worden ook de evaluatiepunten van de 1 mei demonstratie opgehaald bij de betrokken (hulp)diensten en op basis daarvan wordt bepaald of een evaluerend gesprek noodzakelijk is, of dat deze punten meegenomen worden bij een volgende demonstratie.

5. Al met al, zo concluderen wij, komt de demonstratie van de FNV behoorlijk in de buurt van een festival (denk aan: veel publiek, een groot podium met versterkt geluid en zwaar materiaal voor op- en afbouw). Waar ligt voor het college de scheiding tussen een demonstratie/manifestatie en een evenement/festival?

De kern van het demonstratierecht bestaat uit een (collectieve) meningsuiting op een openbare plaats. Daarbij is, binnen de grenzen van de wet, alles toegestaan wat dienstbaar is aan die meningsuiting. Alles wat die functie niet heeft en moet worden aangemerkt als vermaak valt binnen het beoordelingskader van de vergunningsplicht voor evenementen. Dit neemt niet weg dat er wel enige ruimte voor vermaak van deelnemers bij een demonstratie is, mits dat vermaak primair in verband staat met die meningsuiting, en dat het vermaak in omvang en tijd is beperkt. Dat betekent dat de burgemeester in voorkomende gevallen aan de hand van de plannen van de organisatie beoordeelt of de voorgenomen, als demonstratie gemelde activiteiten (gedeeltelijk) vergunningsplichtig zijn als evenement. Dat betekent dat bij de beoordeling van een gedane kennisgeving de volgende zaken betrokken kunnen worden:
- Het plan van de organisatie voor de inrichting van de demonstratie locatie;
- Het plan van de organisatie voor de programmering van de demonstratie;
- Het gebruik van bijvoorbeeld constructies, attributen of voorwerpen, die kennelijk niet primair in verband staan met de meningsuiting;
- Het gebruik van bijvoorbeeld constructies, attributen of voorwerpen, die kennelijk enkel bedoeld zijn om publiek ter plaatse te laten verpozen;
Aan de hand van dit afwegingskader heeft uiteindelijk een beoordeling plaatsgevonden van een grondig herziene versie van de plannen van de FNV voor de demonstratie van 1 mei. Daaruit volgde
dat de zodanig aangepaste plannen inderdaad primair waren gericht op meningsuiting en niet langer primair op vermaak.

6. Voor festivals en evenementen zijn richtlijnen en regels vastgesteld, zoals bijvoorbeeld de verplichting van een flora- en faunaonderzoek. In hoeverre heeft de burgemeester instrumenten om de impact van demonstraties in parken op aanwezige flora en fauna te beperken? Kan zij bijvoorbeeld grootschalige demonstraties in parken, zeker tijdens het broedseizoen, actief verplaatsen, ook als de organisatie dat zelf niet wil?

De bescherming van de flora en fauna valt onder de Wet Natuurbescherming. Hierin staat opgenomen dat één ieder voldoende zorg in acht neemt voor de in het wild levende dieren en planten, alsmede voor hun directe leefomgeving en dat één ieder alle maatregelen dient te nemen die redelijkerwijs van hem kunnen worden gevergd ten einde eventuele nadelige gevolg voor de flora en fauna te voorkomen dan wel zoveel mogelijk te beperken of ongedaan te maken. Handhaving hierop valt onder de bevoegdheid van de provincie (en in uitzonderlijke gevallen bij het
Rijk). Organisatoren van demonstraties worden wel gewezen op de Wet Natuurbescherming, maar het beperken en/of verbieden van een demonstratie door de burgemeester op basis hiervan is niet
mogelijk, omdat het niet onder één van de drie gronden, zoals genoemd in de beantwoording onder 1., valt.

7. Een ideaal instrument zouden natuurlijk de locatieprofielen zijn. In hoeverre gaan de locatieprofielen voor demonstraties gelden? Wat vindt het college van het idee dat ook demonstraties zich gaan houden aan regels en mogelijkheden zoals gesteld in de locatieprofielen?

Locatieprofielen kunnen nooit van invloed zijn op (de locatie van) demonstraties.

8. Een nadeel is wel dat de locatieprofielen door dit college terzijde zijn gelegd. Is het college bereid om de locatieprofielen, ook gezien het feit dat het festivalseizoen weer flink van start is gegaan, van de plank te halen en ter besluitvorming aan de raad voor te leggen? Zo nee, waarom niet?

In overeenstemming met onze brief van 1 oktober 2021 (kenmerk: 9277293) informeren wij u medio dit jaar over het tijdspad om te komen tot een actualisatie van de locatieprofielen en de manier waarop wij de stad hierbij betrekken, de inrichting van de pilotperiode en de middelen die dit vraagt.

Maarten van Heuven, Partij voor de Dieren
Rachel Heijne, GroenLinks
Hester Assen, PvdA