Schriftelijke vragen diervriendelijke kinderboerderijen
Indiendatum: 10 aug. 2016
Schriftelijke vragen 120/2016
Op 16 juni 2016 werd in Amsterdam het Kinderboerderijenbesluit gelanceerd, ondersteund door zeventien dierenorganisaties. Er zijn veel zorgen over het welzijn van dieren op kinderboerderijen. Zo worden bijvoorbeeld sociale dieren als konijnen alleen gehouden, worden zieke dieren niet (goed) behandeld en worden elk voorjaar jonge dieren gefokt die worden verkocht en daardoor bij opfokbedrijven of op de slachtbank eindigen. Het Amsterdams college heeft inmiddels aangegeven maatregelen te gaan nemen om kinderboerderijen diervriendelijker te maken.
Utrecht
Al eerder, onder meer op 12 oktober en 12 november 2015, vroeg de Partij voor de Dieren aan de wethouder Dierenwelzijn of er op de Utrechtse kinderboerderijen dieren worden gefokt voor vermaak van de bezoekers, die vervolgens in het slachthuis belanden. Volgens de wethouder formuleert Stichting Utrecht Natuurlijk het beleid voor haar steedes als volgt: “Er wordt niet gefokt zonder duidelijk doel en met stamboekdieren om deze dieren dan zoveel mogelijk voor het leven te verkopen”. Dit interpreteerde hij als: “Er wordt niet voor de slacht gefokt”. Wat het duidelijke doel van het fokken dan wel is, is de Partij voor de Dieren niet duidelijk.
Begin juli berichtte RTV Utrecht over het feit dat er op Griftsteede 21 biggen zijn geboren, waarvan er 5 bij de geboorte stierven. Het 4-jarige moedervarken komt van een grootschalige varkenshouderij en is in haar leven al zeven keer bevallen. Voor de 16 overgebleven biggen zocht men een nieuw tehuis, maar een opfokbedrijf of het slachthuis vormden zeker ook een optie, aldus de beheerder van Griftsteede. De Partij voor de Dieren heeft tegen deze omgang met kinderboerderijdieren geprotesteerd.
De Partij voor de Dieren heeft over het bovenstaande de volgende vragen:
1. Is het college op de hoogte van het nieuwe Kinderboerderijenbesluit? Zo ja, hoe beoordeelt het college dit? Zo nee, is het college bereid hiernaar te kijken?
2. Zijn in 2015 alle Utrechtse kinderboerderijen, steedes en dierenweides gekeurd op dierenwelzijn? Dus niet alleen de steedes onder beheer van Stichting Utrecht Natuurlijk, maar ook de dierenweides en kinderboerderijen onder beheer van buurtbewoners, vrijwilligers etc.? Zo nee, waarom niet?
2a. Zo ja, welke dierenwelzijnsrichtlijnen werden hiervoor gehanteerd?
2b. Zo ja, welke knelpunten op het gebied van dierenwelzijn zijn vastgesteld?
3. Heeft de gemeente een actieprogramma opgesteld om kinderboerderijen diervriendelijker te maken? Zo ja, welke acties worden er ondernomen om kinderboerderijen diervriendelijker te maken en wanneer?
3a. Zo nee, waarom niet? En zo nee, is het college bereid om alsnog een actieprogramma op te stellen?
4. Worden er op dit moment door het college dierenwelzijnsrichtlijnen gehanteerd, die moeten bijdragen aan het verbeteren van dierenwelzijn op kinderboerderijen? Zo ja, welke? Zo nee, waarom niet?
5. Is het college bereid de richtlijnen van het nieuwe Kinderboerderijenbesluit te hanteren bij het verbeteren van het dierenwelzijn op kinderboerderijen? Zo nee, waarom niet?
Indiendatum:
10 aug. 2016
Antwoorddatum: 13 sep. 2016
Schriftelijke vragen 120/2016
Op 16 juni 2016 werd in Amsterdam het Kinderboerderijenbesluit gelanceerd, ondersteund door zeventien dierenorganisaties. Er zijn veel zorgen over het welzijn van dieren op kinderboerderijen. Zo worden bijvoorbeeld sociale dieren als konijnen alleen gehouden, worden zieke dieren niet (goed) behandeld en worden elk voorjaar jonge dieren gefokt die worden verkocht en daardoor bij opfokbedrijven of op de slachtbank eindigen. Het Amsterdams college heeft inmiddels aangegeven maatregelen te gaan nemen om kinderboerderijen diervriendelijker te maken.
Utrecht
Al eerder, onder meer op 12 oktober en 12 november 2015, vroeg de Partij voor de Dieren aan de wethouder Dierenwelzijn of er op de Utrechtse kinderboerderijen dieren worden gefokt voor vermaak van de bezoekers, die vervolgens in het slachthuis belanden. Volgens de wethouder formuleert Stichting Utrecht Natuurlijk het beleid voor haar steedes als volgt: “Er wordt niet gefokt zonder duidelijk doel en met stamboekdieren om deze dieren dan zoveel mogelijk voor het leven te verkopen”. Dit interpreteerde hij als: “Er wordt niet voor de slacht gefokt”. Wat het duidelijke doel van het fokken dan wel is, is de Partij voor de Dieren niet duidelijk.
Begin juli berichtte RTV Utrecht over het feit dat er op Griftsteede 21 biggen zijn geboren, waarvan er 5 bij de geboorte stierven. Het 4-jarige moedervarken komt van een grootschalige varkenshouderij en is in haar leven al zeven keer bevallen. Voor de 16 overgebleven biggen zocht men een nieuw tehuis, maar een opfokbedrijf of het slachthuis vormden zeker ook een optie, aldus de beheerder van Griftsteede. De Partij voor de Dieren heeft tegen deze omgang met kinderboerderijdieren geprotesteerd.
De Partij voor de Dieren heeft over het bovenstaande de volgende vragen:
1. Is het college op de hoogte van het nieuwe Kinderboerderijenbesluit? Zo ja, hoe beoordeelt het college dit? Zo nee, is het college bereid hiernaar te kijken?
Ja. Het Kinderboerderijenbesluit is een initiatief van Comité Dierennoodhulp en Stichting DierenVangnet en heeft geen wettelijke status. Voor de gemeente is landelijke wetgeving uitgangspunt van beleid. Eventuele aanscherping van regels m.b.t. dierenwelzijn dient landelijk geregeld te worden.
2. Zijn in 2015 alle Utrechtse kinderboerderijen, steedes en dierenweides gekeurd op dierenwelzijn? Dus niet alleen de steedes onder beheer van Stichting Utrecht Natuurlijk, maar ook de dierenweides en kinderboerderijen onder beheer van buurtbewoners, vrijwilligers etc.? Zo nee, waarom niet?
2a. Zo ja, welke dierenwelzijnsrichtlijnen werden hiervoor gehanteerd?
2b. Zo ja, welke knelpunten op het gebied van dierenwelzijn zijn vastgesteld?
De dierenweides en de Steedes moeten zich houden aan de landelijke wetgeving. Hiervoor is de gemeente geen bevoegd gezag.
3. Heeft de gemeente een actieprogramma opgesteld om kinderboerderijen diervriendelijker te maken? Zo ja, welke acties worden er ondernomen om kinderboerderijen diervriendelijker te maken en wanneer?
3a. Zo nee, waarom niet? En zo nee, is het college bereid om alsnog een actieprogramma op te stellen?
Nee. De gemeente is geen bevoegd gezag t.a.v. het naleven van de Wet Dieren en het Besluit houders van dieren.
4. Worden er op dit moment door het college dierenwelzijnsrichtlijnen gehanteerd, die moeten bijdragen aan het verbeteren van dierenwelzijn op kinderboerderijen? Zo ja, welke? Zo nee, waarom niet?
Nee. Dierenwelzijnsbeleid wordt geregeld door landelijke wetgeving.
Stichting Utrecht Natuurlijk (UN) beheert de Steedes en voldoet (naast de landelijke wetgeving) aan de keurmerkeisen van de Vereniging Samenwerkende Kinderboerderijen Nederland (VSKBN), waar UN bij aangesloten is. Het dierenwelzijnsbeleid van UN (zie bijlage) is op basis van de keurmerkeisen van VSKBN.
UN ziet in het Kinderboerderijenbesluit geen aanleiding om haar beleid te wijzigen, aangezien dit initiatief niet aansluit bij de educatieve doelstellingen van de stichting. De initiatiefnemers van het Kinderboerderijenbesluit zijn o.a. van mening dat er geen dieren gefokt mogen worden. UN heeft hierover een andere mening. UN heeft jonge dieren om de levenscyclus te kunnen laten zien aan kinderen.
5. Is het college bereid de richtlijnen van het nieuwe Kinderboerderijenbesluit te hanteren bij het verbeteren van het dierenwelzijn op kinderboerderijen? Zo nee, waarom niet?
Nee. Het college is van mening dat dit via landelijke wetgeving geregeld moet worden, zodat ook de handhaving op toepassen van de wet geregeld wordt. Wel zullen de keurmerkeisen van de VSKBN onder de aandacht van de gesubsidieerde dierenweides worden gebracht.
Wij staan voor:
Interessant voor jou
Mondelinge vragen 'Het nieuwe Inzamelen' in Noord Oost
Lees verderMondelinge vragen zonnepanelen op daken
Lees verder