Schrif­te­lijke vragen Economie tijdens de corona­crisis


Indiendatum: 21 apr. 2020

Schriftelijke vragen nav coronacrisis, geen vraagnummer

Op dit moment hebben ondernemers het zwaar. Horecagelegenheden zijn verplicht gesloten, winkelstraten zijn voor een groot gedeelte leeg en opdrachten voor ZZP’ers worden geannuleerd. Kortom, de omzet van veel ondernemers daalt zo sterk dat het voortbestaan van hun bedrijf in gevaar komt.

Huurkosten winkeliers

Op dit moment lijken kredietverzekeraars winkeliers geen of weinig krediet te willen geven en zelfs kredietlimieten sterk te verlagen. Hierdoor dreigen winkeliers hun vaste lasten niet meer te kunnen betalen.

Verder zien we dat personeelskosten, waar het rijk een regeling voor heeft getroffen (NOW), doorlopen. Huurkosten is een andere grote post die doorloopt. Voor vaste lasten heeft het rijk wel eenmalig € 4.000,- als tegemoetkoming om die te betalen, maar veel winkeliers kunnen hiervan hun huur niet betalen. Het is daarom belangrijk voor het voortbestaan van deze winkeliers dat er uitstel van betaling van huurkosten komt, of zelfs een stap verder: kwijtschelding van een gedeelte van de huur. Hiervoor is medewerking van eigenaren van panden nodig. Een aantal vastgoedeigenaren heeft reeds uitstel van betaling verleend. Dat geldt voor de panden die eigendom van de gemeente Utrecht zijn. Landelijk is er tussen de brancheverenigingen afgesproken dat er indien mogelijk uitstel van betaling van huur wordt uitgevoerd. Echter, het blijkt dat niet alle vastgoedeigenaren dit hebben gedaan. Dit kan leiden tot een groot aantal faillissementen van winkeliers, met alle gevolgen van dien voor de werkgelegenheid en maatschappelijk.

Daarnaast zien we dat er winkels of winkelketens zijn die eenzijdig de betaling van hun huur uitstellen. Dat kan bij vooral kleine vastgoedeigenaren weer tot problemen leiden, want hun vaste lasten lopen ook door. Wellicht dat kredietverstrekkers hier wel weer een rol in kunnen spelen.

1. In hoeverre is het college bereid om in gevallen waar winkeliers en vastgoedeigenaren er samen niet uitkomen de rol van intermediair te nemen om tot een gezamenlijke oplossing te komen?

2. In hoeverre is het college bereid om proactief een oproep te doen aan winkeliers en vastgoedeigenaren om in lijn met de overeenkomst tussen de brancheverenigingen te komen tot een oplossing omtrent het opschorten van huur (indien mogelijk)?[1]

3. Kan de gemeente als verhuurder de mogelijkheden bekijken van huurkortingen voor (kleine) ondernemers? Hierbij denken de fracties aan vooral kleinere ondernemers die grotendeels of geheel hun inkomsten zien wegvallen. Kan het college ook aangeven wat de geschatte financiële impact hiervan voor de gemeente is?

4. Het is positief dat de gemeente uitstel van betaling voor haar huurders hanteert. Wij krijgen signalen dat ook het uitgesteld betalen van meerdere maanden huur tot grote problemen bij ondernemers kan leiden. Kan het college aangeven welke termijn wordt gehanteerd voor het betalen van de uitgestelde huur? Is het mogelijk een regeling te treffen zodat de niet-betaalde maanden over een langere termijn terugbetaald kunnen worden?

5. In hoeverre is het mogelijk en is het college bereid om steun (verdeling van Utrechtse deel van de landelijke steunmaatregel van € 100 miljoen) van start-ups en scale-ups via de ROM uit te voeren?

Start-ups & scale-ups

Verder zien we dat bedrijven die snel groeien en bijvoorbeeld daarvoor mensen hebben aangenomen, niet altijd kunnen terugvallen op de recent geïntroduceerde regelingen van het rijk waarbij de tegemoetkoming is gebaseerd op de omzet van vorig jaar. Dit geldt voor veel start-ups en scale-ups. Om hen tegemoet te komen zou de Regionale Ontwikkelingsmaatschappij (ROM) een rol kunnen spelen in het financieren van deze bedrijven. Landelijk is zo’n € 100 miljoen beschikbaar voor met name start-ups en scale-ups.

Landelijke regelingen (o.a. TOZO)

De gemeente voert de uitbetaling van TOZO (Tijdelijke Overbruggingsregeling Zelfstandig Ondernemers) uit. Vanuit ondernemers (onder andere ZZP’ers) komen signalen dat dit traag verloopt en dat er een voorschot niet altijd mogelijk is (pas nadat de termijn van 4 weken zijn verstreken). In andere gemeenten blijkt een voorschot na 2 weken uitbetaald te kunnen worden. Ook blijkt een bevestiging van een ingediend verzoek te ontbreken.

6. In hoeverre zijn deze knelpunten bij het college bekend?

7. In hoeverre kan het college deze knelpunten binnen welke termijn oplossen? Welke maatregelen neemt het college hierbij?

8. Zijn er bij het college signalen van ondernemers bekend over mogelijk knelpunten bij zowel TOZO als TOGS (na het besluit van het kabinet om het aantal sectoren uit te breiden) als NOW? Om welke knelpunten gaat dat en welke maatregelen heeft het college genomen? In hoeverre krijgt het college ook signalen over bedrijven die tussen wal en schip vallen (o.a. vanwege SBI-codes) en hoe acteert het college daarop?

Gemeente als opdrachtgever/inkoper

De gemeente Utrecht is een grote organisatie en heeft daarmee als inkopende partij veel impact op de economie. Zij kan opdrachten in deze tijd uitstellen of juist laten doorlopen of zelfs investeren. We zien bij veel organisaties dat opdrachten voor bedrijven en ZZP’ers worden geannuleerd.[2]

9. In hoeverre heeft het college opdrachten uitgevoerd door bedrijven (en ZZP’ers) geannuleerd of uitgesteld vanwege de coronacrisis? Om wat voor type opdrachten gaat dit?

10. In hoeverre is het college bereid om opdrachten uitgevoerd door bedrijven en ZZP’ers (indien mogelijk) juist in deze tijd van de coronacrisis door te laten lopen?

11. In hoeverre is het college bereid om extra investeringen te doen en daarmee opdrachten passende in het beleid en de begroting naar voren te halen en uit te laten voeren door bedrijven en ZZP’ers? Om welk type opdrachten gaat dit en om welk geschat bedrag (de impact op de economie) gaat dit?

Martijn van Dalen, VVD
Maarten van Heuven, Partij voor de Dieren
Eva Oosters, Student & Starter
Rick van der Zweth, PvdA
Ruurt Wiegant, SP
Henk van Deún, PVV
Jony Ferket, D66
Fred Dekkers, GroenLinks
Jantine Zwinkels, CDA
Cees Bos, Stadsbelang Utrecht

[1] Hierover zijn op 19 maart 2020 eerder vragen gesteld. Inmiddels is er een landelijk oproep vanuit de brancheverenigingen.

[2] Er zijn eerder vragen gesteld over opdrachten voor specifiek ZZP’ers op 19 maart 2020. Op 27 maart 2020 zijn deze beantwoord. Deze vragen betreffen een breder spectrum dan alleen opdrachten voor ZZP’ers.

Indiendatum: 21 apr. 2020
Antwoorddatum: 24 apr. 2020

Schriftelijke vragen n.a.v. coronacrisis, geen vraagnummer

Op dit moment hebben ondernemers het zwaar. Horecagelegenheden zijn verplicht gesloten, winkelstraten zijn voor een groot gedeelte leeg en opdrachten voor ZZP’ers worden geannuleerd. Kortom, de omzet van veel ondernemers daalt zo sterk dat het voortbestaan van hun bedrijf in gevaar komt.

Huurkosten winkeliers

Op dit moment lijken kredietverzekeraars winkeliers geen of weinig krediet te willen geven en zelfs kredietlimieten sterk te verlagen. Hierdoor dreigen winkeliers hun vaste lasten niet meer te kunnen betalen.

Verder zien we dat personeelskosten, waar het rijk een regeling voor heeft getroffen (NOW), doorlopen. Huurkosten is een andere grote post die doorloopt. Voor vaste lasten heeft het rijk wel eenmalig € 4.000,- als tegemoetkoming om die te betalen, maar veel winkeliers kunnen hiervan hun huur niet betalen. Het is daarom belangrijk voor het voortbestaan van deze winkeliers dat er uitstel van betaling van huurkosten komt, of zelfs een stap verder: kwijtschelding van een gedeelte van de huur. Hiervoor is medewerking van eigenaren van panden nodig. Een aantal vastgoedeigenaren heeft reeds uitstel van betaling verleend. Dat geldt voor de panden die eigendom van de gemeente Utrecht zijn. Landelijk is er tussen de brancheverenigingen afgesproken dat er indien mogelijk uitstel van betaling van huur wordt uitgevoerd. Echter, het blijkt dat niet alle vastgoedeigenaren dit hebben gedaan. Dit kan leiden tot een groot aantal faillissementen van winkeliers, met alle gevolgen van dien voor de werkgelegenheid en maatschappelijk.

Daarnaast zien we dat er winkels of winkelketens zijn die eenzijdig de betaling van hun huur uitstellen. Dat kan bij vooral kleine vastgoedeigenaren weer tot problemen leiden, want hun vaste lasten lopen ook door. Wellicht dat kredietverstrekkers hier wel weer een rol in kunnen spelen.

1. In hoeverre is het college bereid om in gevallen waar winkeliers en vastgoedeigenaren er samen niet uitkomen de rol van intermediair te nemen om tot een gezamenlijke oplossing te komen?

Zie hieronder

2. In hoeverre is het college bereid om proactief een oproep te doen aan winkeliers en vastgoedeigenaren om in lijn met de overeenkomst tussen de brancheverenigingen te komen tot een oplossing omtrent het opschorten van huur (indien mogelijk)?[1]

Zie hieronder

3. Kan de gemeente als verhuurder de mogelijkheden bekijken van huurkortingen voor (kleine) ondernemers? Hierbij denken de fracties aan vooral kleinere ondernemers die grotendeels of geheel hun inkomsten zien wegvallen. Kan het college ook aangeven wat de geschatte financiële impact hiervan voor de gemeente is?

Zie hieronder

4. Het is positief dat de gemeente uitstel van betaling voor haar huurders hanteert. Wij krijgen signalen dat ook het uitgesteld betalen van meerdere maanden huur tot grote problemen bij ondernemers kan leiden. Kan het college aangeven welke termijn wordt gehanteerd voor het betalen van de uitgestelde huur? Is het mogelijk een regeling te treffen zodat de niet-betaalde maanden over een langere termijn terugbetaald kunnen worden?

Zie hieronder

5. In hoeverre is het mogelijk en is het college bereid om steun (verdeling van Utrechtse deel van de landelijke steunmaatregel van € 100 miljoen) van start-ups en scale-ups via de ROM uit te voeren?

Huren
De gevolgen van de coronamaatregelen zijn zeer ingrijpend voor ondernemers en wij proberen zo breed mogelijk ondernemers te ondersteunen. Wij zijn dan ook in direct contact met ondernemers en vastgoedeigenaren. In lijn met de overeenkomst van brancheverenigingen roept het college in haar contacten met ondernemers en vastgoedeigenaren op om in gesprek te gaan over mogelijkheden tot verlichting van kosten en opschorten van vaste lasten. Dit gebeurt ook al. Op verschillende plekken worden goede afspraken gemaakt over verlichting van lasten en oplossingen om ondernemers op korte termijn te ondersteunen. Deze urgentie wordt door alle partijen gevoeld. Wij doen wat wij kunnen binnen onze mogelijkheden om ondernemers te ondersteunen en met elkaar in gesprek te blijven.

De betaaltermijn voor onze debiteuren hebben wij verruimd van 30 naar 180 dagen; ook onze huurders krijgen uitstel van betaling met 180 dagen. Wij zijn in nauw contact met onze huurders, brengen in kaart welke problemen waar spelen en welke oplossingen daarbij passen. Op basis daarvan nemen wij een besluit over eventuele vervolgmaatregelen, en wij brengen de consequenties hiervan in beeld voor onze begroting.

Start-ups & scale-ups

Verder zien we dat bedrijven die snel groeien en bijvoorbeeld daarvoor mensen hebben aangenomen, niet altijd kunnen terugvallen op de recent geïntroduceerde regelingen van het rijk waarbij de tegemoetkoming is gebaseerd op de omzet van vorig jaar. Dit geldt voor veel start-ups en scale-ups. Om hen tegemoet te komen zou de Regionale Ontwikkelingsmaatschappij (ROM) een rol kunnen spelen in het financieren van deze bedrijven. Landelijk is zo’n € 100 miljoen beschikbaar voor met name start-ups en scale-ups.

Startups en scale ups
De ROM Utrecht is de beoogde uitvoeringsorganisatie voor deze aangekondigde landelijke regeling met overbruggingskredieten voor innovatief MKB. Er komt één landelijke portal op de website van Techleap die geschikte aanvragen naar de desbetreffende regio doorgeleidt. Het ministerie van EZK heeft de ROM’s (regionale ontwikkelingsmaatschappijen) gevraagd de regionale beoordeling te doen en de kredieten te gaan verstrekken, ook in Utrecht. In afwachting van de formele oprichting van de ROM Regio Utrecht BV, voert de Regionale Samenwerkingsmaatschappij Regio Utrecht BV deze regeling uit (welke wordt gelieerd aan de ROM Regio Utrecht i.o. en waarvan de uitvoering bij oprichting van de ROM zal worden overgenomen). De regeling gaat naar verwachting eind april in.

Landelijke regelingen (o.a. TOZO)

De gemeente voert de uitbetaling van TOZO (Tijdelijke Overbruggingsregeling Zelfstandig Ondernemers) uit. Vanuit ondernemers (onder andere ZZP’ers) komen signalen dat dit traag verloopt en dat er een voorschot niet altijd mogelijk is (pas nadat de termijn van 4 weken zijn verstreken). In andere gemeenten blijkt een voorschot na 2 weken uitbetaald te kunnen worden. Ook blijkt een bevestiging van een ingediend verzoek te ontbreken.

6. In hoeverre zijn deze knelpunten bij het college bekend?

Zie hieronder

7. In hoeverre kan het college deze knelpunten binnen welke termijn oplossen? Welke maatregelen neemt het college hierbij?

Zie hieronder

8. Zijn er bij het college signalen van ondernemers bekend over mogelijk knelpunten bij zowel TOZO als TOGS (na het besluit van het kabinet om het aantal sectoren uit te breiden) als NOW? Om welke knelpunten gaat dat en welke maatregelen heeft het college genomen? In hoeverre krijgt het college ook signalen over bedrijven die tussen wal en schip vallen (o.a. vanwege SBI-codes) en hoe acteert het college daarop?

Tijdelijke Overbruggingsregeling Zelfstandig Ondernemers (Tozo)
Vanaf het begin van de coronacrisis zijn wij voortvarend aan de slag gegaan om gedupeerde Utrechtse ondernemers bij de kosten voor levensonderhoud te ondersteunen. Het loket was heel snel online. Inmiddels hebben bijna 12.000 ondernemers een beroep gedaan op de regeling. Met name in de week van 23 - 29 maart was er een enorme piek met ruim 7050 aanvragen. Utrecht toetst de aanvragen minimaal (op basis van door het rijk gestelde eisen) en met coulance alvorens tot het uitbetalen van voorschotten over te gaan.

Wij zijn in de week van 13 april met uitbetaling gestart. Per 24 april zijn in totaal ruim 4.000 voorschotten verstrekt. Daarmee lijkt het erop dat wij vooralsnog ‘op schema’ liggen met de uitbetalingen. Om verschillende redenen kon de uitbetaling niet eerder starten. De eerste weken was er namelijk veel onduidelijkheid over de interpretatie van de regeling en kwamen er extra voorwaarden vanuit het Rijk. Naar aanleiding van deze extra voorwaarden hebben wij twee weken geleden helaas alle aanvragers om een extra verklaring moeten vragen waarin aangegeven moest worden dat zij tot de doelgroep van de regeling behoren. Dat heeft extra werk en ook weer extra vragen opgeleverd.

Daarnaast krijgen wij veel aanvragen binnen waarbij de meest basale bewijsstukken ontbreken of niet kloppen. Dat zorgt voor extra werk en een langere doorlooptijd. De hausse aan aanvragen van de week 23 - 29 maart (nu vier weken geleden) zullen wij deze week niet helemaal kunnen opvangen. Naar verwachting zullen ruim 1500 aanvragers maximaal twee weken langer op hun eerste voorschot moeten wachten. Overigens zien wij een vergelijkbaar beeld bij de meeste andere gemeenten. Mensen die hierdoor acuut in de problemen komen, kunnen dit melden. Wij doen dan ons uiterste best om hen met voorrang te helpen en direct een volledig voorschot uit te keren. Vanaf deze week kunnen wij elke week 3.000 aanvragers een voorschot uitkeren. In de week van 4-8 mei verwachten wij weer helemaal bij te zijn met de uitbetalingen. Als tegemoetkoming voor de opgelopen vertraging wordt het tweede voorschot binnen drie weken na het eerste voorschot uitbetaald.

Doelgroep Tozo valt niet onder U-pasverordening
Wij hebben vandaag vastgesteld dat de Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (Tozo) niet valt onder de reikwijdte van de Verordening U-pas. In de U-pasverordening staat dat een gemeentelijke uitkering recht geeft op de U-pas. De U-pas is echter op grond van de verordening en de onderliggende beleidsopvatting duidelijk bedoeld als ondersteuning van inwoners met een structureel laag inkomen. De doelgroep van de Tozo voldoet daar in ieder geval niet aan en behoort daarmee niet tot de doelgroep van de verordening U-pas. De kortdurende Tozo is immers een tijdelijke inkomensondersteuning. Bovendien wordt bij de aanvragen voor Tozo niet gevraagd naar vermogen en inkomen van de partner. Schattingen van het CBS geven aan dat veel aanvragers vermogen hebben of een partner met inkomen. Bij de reguliere gemeentelijke uitkeringen waarbij wel automatisch recht is op een U-pas, wordt bij de aanvraag van de uitkering getoetst op (gezins)inkomen en vermogen.

Met dit besluit zorgen wij ervoor dat de U-pas bestemd blijft voor inwoners met een structureel laag inkomen. Overigens kunnen inwoners met een Tozo-uitkering altijd zelf een individuele aanvraag indienen voor een U-pas. In dat geval wordt hun aanvraag beoordeeld op (gezamenlijk) bruto jaarinkomen en vermogen, net zoals bij andere aanvragen. Een U-pas voor het huidige U-pasjaar kan aangevraagd worden tot 30 april. Een aanvraag na die datum wordt automatisch omgezet in een aanvraag voor een U-pas voor het nieuwe U-pasjaar (dat start per 1 juli) omdat de behandeling van een aanvraag tot 8 weken in beslag kan nemen.

Knelpunten andere regelingen
Wij hebben signalen ontvangen dat sommige ondernemers en zzp’ers in de knoop komen met het aanvragen van andere regelingen. Het gaat om de Tegemoetkoming Ondernemers Getroffen Sectoren (TOGS), uitgevoerd door de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland en Noodmaatregel Overbrugging Werkgelegenheid (NOW), uitgevoerd door het UWV. Voor de TOGS heeft dit te maken met dat de Kamer van Koophandel een zogenaamde SBI-code nodig heeft en niet meer werkt met een (verouderde) BIC-code. Verandering van de code is niet meer mogelijk waardoor veel ondernemers geen aanspraak kunnen maken op de ondersteuning. Wij kennen dit probleem. Wij dringen er bij het Rijk op aan dat zzp’ers die wel degelijk met hun eigen bedrijf in hun levensonderhoud voorzien maar geen KvK-inschrijving kunnen overleggen wel aanspraak zouden moeten kunnen maken op Tozo.

Voor de NOW-regeling kunnen wij constateren dat het een generieke regeling is, gericht op een snelle en makkelijke uitvoering waarbij vooralsnog geen rekening kan worden gehouden met alle uitzonderingen. Er zijn knelpunten die te maken hebben met de periode van de loonsom (de loonsom van januari 2020 is leidend) en het loonheffingsnummer. Als er recent een overname is geweest of de rechtspositie is gewijzigd dan kan het zijn dat het loonheffingsnummer is gewijzigd. Als de loonsom zoals bekend bij de belastingdienst, ontbreekt, kan er geen berekening worden gemaakt en subsidie worden toegekend. Het UWV staat hierover in nauw contact met het ministerie van SZW. Helaas kunnen wij niet alle knelpunten (direct) wegnemen. Wel proberen wij te voorkomen dat bedrijven en ondernemers tussen wal en schip vallen. Daarvoor hebben wij een hulploket ingesteld bestaande uit medewerkers van gemeente en UWV. Zij vangen de vragen op die niet door het KCC of de vakafdelingen beantwoord kunnen worden. Het hulploket staat in nauw contact met het ondernemersloket van de Utrecht Region Economische Corona Alliantie (verbonden aan de Economic Board Utrecht).

Gemeente als opdrachtgever/inkoper

De gemeente Utrecht is een grote organisatie en heeft daarmee als inkopende partij veel impact op de economie. Zij kan opdrachten in deze tijd uitstellen of juist laten doorlopen of zelfs investeren. We zien bij veel organisaties dat opdrachten voor bedrijven en ZZP’ers worden geannuleerd.[2]

9. In hoeverre heeft het college opdrachten uitgevoerd door bedrijven (en ZZP’ers) geannuleerd of uitgesteld vanwege de coronacrisis? Om wat voor type opdrachten gaat dit?

Geen antwoord kunnen vinden

10. In hoeverre is het college bereid om opdrachten uitgevoerd door bedrijven en ZZP’ers (indien mogelijk) juist in deze tijd van de coronacrisis door te laten lopen?

Geen antwoord kunnen vinden

11. In hoeverre is het college bereid om extra investeringen te doen en daarmee opdrachten passende in het beleid en de begroting naar voren te halen en uit te laten voeren door bedrijven en ZZP’ers? Om welk type opdrachten gaat dit en om welk geschat bedrag (de impact op de economie) gaat dit?

Geen antwoord kunnen vinden

Martijn van Dalen, VVD
Maarten van Heuven, Partij voor de Dieren
Eva Oosters, S&S
Rick van der Zweth, PvdA
Ruurt Wiegant, SP
Henk van Deún, PVV
Jony Ferket, D66
Fred Dekkers, GroenLinks
Jantine Zwinkels, CDA
Cees Bos, SBU

[1] Hierover zijn op 19 maart 2020 eerder vragen gesteld. Inmiddels is er een landelijk oproep vanuit de brancheverenigingen.

[2] Er zijn eerder vragen gesteld over opdrachten voor specifiek ZZP’ers op 19 maart 2020. Op 27 maart 2020 zijn deze beantwoord. Deze vragen betreffen een breder spectrum dan alleen opdrachten voor ZZP’ers.

Interessant voor jou

Schriftelijke vragen Een lokale donut voor Utrecht

Lees verder

Schriftelijke vragen Corona en cultuur

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer