Schriftelijke Vragen Groenverwijdering door woningcorporaties
Indiendatum: 21 feb. 2019
Schriftelijke vragen 55/2019
De Partij voor de Dieren ontvangt met steeds grotere regelmaat signalen van bewoners van sociale huurwoningen dat hun woningcorporatie onder de noemer ‘onderhoud’ bomen kapt, groen verwijdert en tuinen ‘kaalslaat’ in hun omgeving. Recent gebeurde dit in Utrecht Oost in de buurt van de Bosch van Drakesteinlaan, waar Mitros bomen kapt en heel veel groen verwijdert om tuinen zogenaamd ‘op te schonen’ en waar als ‘service’ naar huurders bomen gekapt worden. Huurders en omwonenden maken zich terecht zorgen over het verwijderen van groen door woningcorporaties.
De Partij voor de Dieren heeft naar aanleiding van deze ontwikkeling de volgende vragen:
Omdat tuinen van corporatiewoningen veelal kleiner zijn dan 300 m2 zijn de bomen die erin staan niet velvergunningplichtig.
1. Klopt het dat bij het wijzigen van het bomenbeleid in 2009 de kapverordening is aangepast, met als doel dat kleine particuliere tuinen buiten de kapverordening zouden vallen?
2. Klopt het dat met deze wijziging de particuliere aanvragen van velvergunningen moesten vervallen, om daarmee bewoners tegemoet te komen?
3. Zo nee (zowel op vraag 1 als 2), hoe legt het college de tekst in paragraaf 3.7.1 van de nota bomenbeleid Utrecht dan wél uit?
4. Is het college het met de Partij voor de Dieren eens dat corporaties die vele tuinen bezitten, niet vergelijkbaar zijn met particuliere inwoners die één tuin bezitten? Zo nee, waarom niet?
5. Wat is de mening van het college over het ongestoord kunnen kappen van bomen door corporaties, terwijl de gemeente ondertussen zélf steeds zorgvuldiger en behoudender met haar bomenbestand omgaat?
6. Klopt het dat Utrechtse woningcorporaties wanneer een huis met tuin wordt opgeleverd aan een nieuwe huurder, zij de tuin ‘schoon’ en ‘onderhoudsvriendelijk’ opleveren, waarbij aanwezige bomen en struiken verwijderd worden?
7. Hoeveel bomen worden op deze manier jaarlijks in de tuinen van de verschillende corporaties verwijderd?
8. Is het college bereid om met de woningcorporaties in gesprek te gaan over hoe zij het groen in en rondom de tuinen van hun woningen zo goed en zo vaak mogelijk kunnen behouden? Zo nee, waarom niet?
Mitros is tevens bezig met de (her)inrichting van de openbare pleinen op het van der Werffplein en Ripperdaplein. Er is groen verwijderd en Mitros heeft aan omwonenden toegezegd dat het groen na afronding van de bouwwerkzaamheden in de omgeving weer zou worden hersteld. Omwonenden trekken nu echter aan de bel, omdat de plannen van Mitros een stuk minder groen zijn dan de voormalige inrichting van de pleinen.
9. Is het college het met de Partij voor de Dieren eens dat een zo groen mogelijke inrichting van openbare pleinen van zeer grote meerwaarde is voor klimaatadaptatie, biodiversiteit en de gezondheid van omwonenden? Zo nee, waarom niet?
10. Klopt het dat bewoners hierover ook bezwaar hebben ingediend bij de gemeente? Zo ja, wat heeft de gemeente hiermee gedaan?
11. Is het college bereid om met Mitros in gesprek te gaan zodat de inrichting van de pleinen minstens net zo groen wordt als vóór de werkzaamheden, en hierbij de wensen en motivatie uit het bezwaar van de omwonenden mee te nemen? Zo nee, waarom niet?
Anne Sasbrink, Partij voor de Dieren
Indiendatum:
21 feb. 2019
Antwoorddatum: 21 mrt. 2019
Schriftelijke vragen 55/2019
De Partij voor de Dieren ontvangt met steeds grotere regelmaat
signalen van bewoners van sociale huurwoningen dat hun woningcorporatie
onder de noemer ‘onderhoud’ bomen kapt, groen verwijdert en tuinen
‘kaalslaat’ in hun omgeving. Recent gebeurde dit in Utrecht Oost in de
buurt van de Bosch van Drakesteinlaan, waar Mitros bomen kapt en heel
veel groen verwijdert om tuinen zogenaamd ‘op te schonen’ en waar als
‘service’ naar huurders bomen gekapt worden. Huurders en omwonenden
maken zich terecht zorgen over het verwijderen van groen door
woningcorporaties.
De Partij voor de Dieren heeft naar aanleiding van deze ontwikkeling de volgende vragen:
Omdat tuinen van corporatiewoningen veelal kleiner zijn dan 300 m2 zijn de bomen die erin staan niet velvergunningplichtig.
1. Klopt het dat bij het wijzigen van het bomenbeleid in 2009 de kapverordening is aangepast, met als doel dat kleine particuliere tuinen buiten de kapverordening zouden vallen?
Het klopt dat de kapverordening in 2009 zo is aangepast, maar het was geen doel op zich om kleine particuliere tuinen vrij te stellen. Landelijk speelde deregulering een belangrijke rol en veel gemeenten schaften het gehele kapvergunningstelsel af. Dat wilden we in Utrecht niet. In overleg met milieuorganisaties is voor een beperkte deregulering gekozen. In de praktijk werden de vergunningen in kleine tuinen altijd verleend en zorgde deze wijze van deregulering niet tot ander handelen. De vrijstelling in deze kleine tuinen geldt overigens alleen voor bomen jonger dan 50 jaar zodat het belang van volwassen en beeldbepalende bomen is geborgd en apart kan worden afgewogen. Hierbij geldt dus wel de vergunningplicht.
De maatregel was onderdeel van een totaalpakket waarbij is gezocht naar een optimum tussen de inzet van ambtelijke capaciteit en het beoogde effect. In dat pakket waren naast de deregulering rondom kleine tuinen (minder dan 300m2) maatregelen opgenomen om een impuls te geven aan het gemeentelijke bomenbestand zoals meer aandacht voor instandhouding van volwassen bomen (groeiplaatsverbetering), extra zorg voor monumentale bomen, een zwaardere maat boom bij aanplant in hoofdstructuren, meer diversiteit en meer bomen etc. Dat laat de meest recente evaluatie bomenbeleid 2016 ook zien. De 300 m2 grens is destijds bepaald op basis van advies van de VNG en Landelijke Bomenstichting.
2. Klopt het dat met deze wijziging de particuliere aanvragen van velvergunningen moesten vervallen, om daarmee bewoners tegemoet te komen?
Nee, zoals in antwoord 1 aangegeven was er sprake van deregulering.
3. Zo nee (zowel op vraag 1 als 2), hoe legt het college de tekst in paragraaf 3.7.1 van de nota bomenbeleid Utrecht dan wél uit?
Zoals bij de vraag 1 en 2 toegelicht was er sprake van deregulering. In de tekst van de bomennota is aangegeven dat de wens bestond te dereguleren voor bewoners waarmee uitdrukking is gegeven aan een algemene wens om minder en begrijpelijkere regels te stellen voor inwoners van Utrecht en daarmee ook de ambtelijke capaciteit beter te benutten.
4. Is het college het met de Partij voor de Dieren eens dat corporaties die vele tuinen bezitten, niet vergelijkbaar zijn met particuliere inwoners die één tuin bezitten? Zo nee, waarom niet?
Als corporaties een aaneengesloten (gezamenlijke) tuin bezitten op een perceel van meer dan 300 m2 hoort deze gewoon onder het vergunningstelsel. Bij tuinen die onderdeel van specifieke woningen uitmaken hanteren we wel de vrijstelling, die komt daarmee overeen met gewone woningen met tuin. Corporaties behandelen we daarmee op gelijke wijze als particuliere verhuurders of huizenbezitters. Net als particuliere bezitters kan een corporatie per perceel zelf het nut en de noodzaak van kap afwegen. Corporaties verschillen van particuliere huizenbezitters in het opzicht dat we vaak reguliere overleggen met hen hebben en daarbij in gesprek kunnen gaan over het belang van groene en klimaatadaptieve tuinen.
5. Wat is de mening van het college over het ongestoord kunnen kappen van bomen door corporaties, terwijl de gemeente ondertussen zélf steeds zorgvuldiger en behoudender met haar bomenbestand omgaat?
Er is bij ons niet de indruk dat corporaties ongestoord kappen. Die berichten bereiken ons in ieder geval niet.
6. Klopt het dat Utrechtse woningcorporaties wanneer een huis met tuin wordt opgeleverd aan een nieuwe huurder, zij de tuin ‘schoon’ en ‘onderhoudsvriendelijk’ opleveren, waarbij aanwezige bomen en struiken verwijderd worden?
De regels die corporaties hebben rondom de oplevering van de woning verschillen; veelal is het aan de vertrekkende bewoner zelf om te zorgen voor een redelijke oplevering van de tuin. In het geval van ernstig verwilderde tuinen kan de corporatie er voor kiezen om zelf nog onderhoud te plegen. In de reguliere overleggen met de corporaties zullen we het belang van groene klimaatadaptieve tuinen en de afwegingen daarin bij de regels voor oplevering benadrukken.
7. Hoeveel bomen worden op deze manier jaarlijks in de tuinen van de verschillende corporaties verwijderd?
Wij zijn niet op de hoogte om hoeveel bomen het gaat. De gemeente bezit enkel gegevens over de bomen in openbaar gebied die wij beheren.
8. Is het college bereid om met de woningcorporaties in gesprek te gaan over hoe zij het groen in en rondom de tuinen van hun woningen zo goed en zo vaak mogelijk kunnen behouden? Zo nee, waarom niet?
Ja, dat zullen wij opnemen in onze overleggen met de diverse corporaties. Groen en bomen in tuinen hebben positieve effecten en dat is ook de reden dat in het kader van klimaatadaptatie veel aandacht wordt besteed aan het inrichten van de tuin met minder verharding (actie Steenbreek). De uiteindelijke afweging hierin ligt echter bij de corporatie.
Mitros is tevens bezig met de (her)inrichting van de openbare pleinen op het van der Werffplein en Ripperdaplein. Er is groen verwijderd en Mitros heeft aan omwonenden toegezegd dat het groen na afronding van de bouwwerkzaamheden in de omgeving weer zou worden hersteld. Omwonenden trekken nu echter aan de bel, omdat de plannen van Mitros een stuk minder groen zijn dan de voormalige inrichting van de pleinen.
9. Is het college het met de Partij voor de Dieren eens dat een zo groen mogelijke inrichting van openbare pleinen van zeer grote meerwaarde is voor klimaatadaptatie, biodiversiteit en de gezondheid van omwonenden? Zo nee, waarom niet?
Ja, daar zijn wij het volledig mee eens.
10. Klopt het dat bewoners hierover ook bezwaar hebben ingediend bij de gemeente? Zo ja, wat heeft de gemeente hiermee gedaan?
Ja. In het proces over de herinrichting heeft een deel van de bewoners van het Ripperdaplein aangegeven meer groen (en minder spelen) te willen en dit ingebracht bij de gemeente. De gemeente is in overleg getreden met Mitros en er worden nu meerdere varianten voorbereid door Mitros (zie beantwoording vraag 11).
11. Is het college bereid om met Mitros in gesprek te gaan zodat de inrichting van de pleinen minstens net zo groen wordt als vóór de werkzaamheden, en hierbij de wensen en motivatie uit het bezwaar van de omwonenden mee te nemen? Zo nee, waarom niet?
Dat gesprek heeft al plaatsgevonden. Mitros heeft in overleg met bewoners van de Rode Driehoek plannen gemaakt voor een kwaliteitsverbetering van de collectieve binnentuinen en de beide genoemde pleinen, met verblijfsplekken en speelgelegenheid. Na de presentatie van de plannen is gebleken dat een aantal bewoners rond de pleinen de rust voor hun huis wil bewaren en daar geen speel- of verblijfsplekken in wil, terwijl die wens er bij andere bewoners wel is.
Mitros heeft daarom besloten drie varianten uit te werken waar de bewoners uit kunnen kiezen. Naast het eerder uitgewerkte ontwerp zullen zij een groener plan met minder speelplekken uitwerken. Een derde door Mitros aangegeven mogelijkheid is om de oorspronkelijke situatie terug te brengen. Alle omwonenden van beide pleinen kunnen uiteindelijk aangeven welke van de drie plannen hun voorkeur heeft, waarna bepaald zal worden welk plan uitgevoerd zal worden. De verwachting is dat deze keuze nog voor de zomer wordt gemaakt.
Anne Sasbrink, Partij voor de Dieren
Interessant voor jou
Mondelinge vragen Kringloopwinkel betaalt hoofdprijs
Lees verderSchriftelijke vragen Duurzaamheid en groen in de prestatieafspraken
Lees verder