Schrif­te­lijke vragen Herstel en behoud van werf­kelders in samen­spraak met bewoners


Indiendatum: 10 feb. 2021

Schriftelijke vragen 48/2021

Begin februari ontvingen wij als raadsleden opnieuw zorgelijke signalen van bewoners over proces omtrent het herstel van de wal en kluismuren en de relatie tot de bewoners en gebruikers van de werfkelders. We zijn ons ervan bewust dat de gemeente momenteel werkt aan een grootschalige operatie waarin de staat van alle werfkelders in beeld wordt gebracht en ook samen met bewoners wordt besproken welke rol de gemeente en de eigenaren van de werfkelders hebben in de aanpak van de wal en kluismuren.

Vooruitlopend op de nieuwe informatieronde vanuit het college die wij verwachten eind maart / begin april, en een bijbehorende raadsinformatiebijeenkomst, willen wij alvast de signalen en vragen daarbij kenbaar maken via deze route.

Op 13 februari jl. had een aantal woordvoerders, een overleg met een aantal bewoners van de werkgroep Oudegracht. Zij hebben een toelichting gegeven op de zorgen die zij eerder hebben geuit over de uitvoering van het aangenomen amendement. De bewoners geven aan dat zij op een fatsoenlijke, gelijkwaardige manier het gesprek aan willen gaan met de gemeente. Bewoners wilden voorkomen dat er oude en nieuwe disputen ontstonden, maar ze ervaren een juridisering van de kwestie. Onlangs ontvingen we per e-mail van hen ook het “Code Oranje Boek”.

1. Hoe heeft het college in de afgelopen maanden invulling gegeven aan het amendement?

2. Kan het college aangeven op welke wijze zij ervoor gezorgd hebben dat de commissie van Wijzen onafhankelijk duidelijkheid zowel voor de gemeente als voor de eigenaren van de werfkelders verschaft?

Het rapport van Benthem en Van Keulen kwam op bewoners over als een voorbereiding van de gemeente tegenover vervelende bewoners. Terwijl volgens hen een verdedigingscommissie niet de bedoeling moest zijn. Een voorbeeld hiervan is hoe de gemeente het wetsartikel “Ladderrecht” had geïnterpreteerd.

De bewoners vinden dat er onwaarachtig met onderzoeken wordt omgegaan: “Er kwam een man langs om te inventariseren en daarna kwam twee dagen later een brief op de post die zei dat de kelder van de betreffende bewoners gewoon in goede staat was”. Deze werkwijze is niet vruchtbaar voor de bewoners.

3. Hoe kijkt het college terug op deze twee zaken?

De vraag in een technisch rapport was: “kan de scheur wel toegewezen schuld zijn van de gemeente?” In plaats van “hoe komt het, hoe kan het voorkomen worden?” De bewoners willen inspraak in de opdrachtformulering van de onderzoeken.

4. Kan het college aangeven hoe bewoners voortaan betrokken worden bij de opdrachtformulering van de beoordeling van de staat van de kwaliteit van de kelders?

De gemeente gaf aan dat er al een onderzoek was gestart naar eigendomsverhoudingen. Maar dat bleek het onderzoek van Benthem en Van Keulen te zijn. Daarin wordt echter helemaal niet ingegaan op deze verhoudingen.

5. Kunnen we op korte termijn alsnog een onderzoek verwachten hiernaar? Zo ja, wanneer en zal het plan van aanpak samen met bewoners opgesteld kunnen worden? De Commissie van wijzen moet als onafhankelijke partij hierin een adviesrol spelen. Volgens de bewoners heeft de gemeente hun echter verteld dat deze commissie vooral is bedoeld voor de juridische onderbouwing en wilde daarom vijf juristen aanstellen. Dit is op initiatief van de bewoners aangepast naar een andere samenstelling (o.a. ook een bestuurskundige en watertechneut). Er werd recent gekozen voor het aanstellen van een juridisch adviseur apart voor de bewoners.

6. Hoe verklaart het college de initiële keuze voor de samenstelling van de commissie?

7. Waarom wordt er tóch een aparte juridische adviseur voor de bewoners ingeschakeld, terwijl de insteek zou zijn om zaken in gezamenlijkheid op te pakken?

De Commissie van wijzen werd gehouden aan een tijdslimiet, namelijk de deadline om in april een rapportage op te leveren. De bewoners kregen daarmee de indruk dat zij hierdoor niet voldoende ruimte hadden, en hebben daarom de werkgroepen opgeschort.

8. Waarom is er een relatief korte doorlooptijd gekozen voor het werk van de commissie? Hoe realistisch en wenselijk was deze planning?

9. Waardoor is de korte doorlooptijd ontstaan? Had dit voorkomen kunnen worden?

De Commissie van wijzen heeft nu een second opinion gevraagd aan Ploeger. Dat nieuwe onderzoek concludeert dat de gehanteerde uitgangspunten onhoudbaar zijn.

10. Hoe zal er omgegaan worden met deze second opinion? Hoe zorgt het college ervoor dat de uitspraken van de commissie van wijzen niet langer tot discussie tussen bewoners en de gemeente zal leiden?

Tot april is alle inzet erop gericht om te komen tot een voorstel voor toekomstige inrichting van de samenwerking.

11.Waar verwacht het college op dit punt te staan in april, gelet op de complexiteit? Welke aanvullende inspanningen zijn (na april) nodig om tot een degelijk voorstel te komen?

12. Is het college bereid om de werkperiode van de Commissie van wijzen te verlengen? Zo ja, met welke tijdshorizon zou dit logisch zijn?

Corona bemoeilijkt de samenwerking, want overleggen vinden plaats op afstand, digitaal.

13. Wat gaat het college doen om deze nadelen zo klein mogelijk te houden?

14. Hoe wil het college de algehele samenwerking met de bewoners gaan verbeteren?

Op 2 maart volgt het conceptadvies van de Commissie van wijzen, en op 1 april wordt het definitief afgerond waarbij het advies van de Commissie “zwaarwegend” wordt meegenomen.

15. Op welke wijze gaat het college breed communiceren dat er gereageerd mag worden door bewoners (en andere eigenaren) op het conceptadvies van de Commissie?

Tot slot vragen we aandacht voor het zware verkeer, dat in november al gestopt had moeten zijn.

16. Hoe wil het college hierin harder ingrijpen? Is het mogelijk om diverse straten af te zetten?

17. Is het college bereid om ook metingen (o.a. van trillingen) uit te voeren, of zijn hier al plannen voor?

Gesteld door:
Jantine Zwinkels, CDA
Anne Sasbrink, Partij voor de Dieren
Susanne Schilderman, D66
Erwin Virginia, GroenLinks
Jan Wijmenga, ChristenUnie
Tim Schipper, SP
Bülent Isik, PvdA
Erik van der Marel, VVD
Henk van Deún, PVV
Tessa Sturkenboom, Student & Starter

Indiendatum: 10 feb. 2021
Antwoorddatum: 26 feb. 2021

Schriftelijke vragen 48/2021

Begin februari ontvingen wij als raadsleden opnieuw zorgelijke signalen van bewoners over proces omtrent het herstel van de wal en kluismuren en de relatie tot de bewoners en gebruikers van de werfkelders. We zijn ons ervan bewust dat de gemeente momenteel werkt aan een grootschalige operatie waarin de staat van alle werfkelders in beeld wordt gebracht en ook samen met bewoners wordt besproken welke rol de gemeente en de eigenaren van de werfkelders hebben in de aanpak van de wal en kluismuren.

Vooruitlopend op de nieuwe informatieronde vanuit het college die wij verwachten eind maart / begin april, en een bijbehorende raadsinformatiebijeenkomst, willen wij alvast de signalen en vragen daarbij kenbaar maken via deze route.

Op 13 februari jl. had een aantal woordvoerders, een overleg met een aantal bewoners van de werkgroep Oudegracht. Zij hebben een toelichting gegeven op de zorgen die zij eerder hebben geuit over de uitvoering van het aangenomen amendement. De bewoners geven aan dat zij op een fatsoenlijke, gelijkwaardige manier het gesprek aan willen gaan met de gemeente. Bewoners wilden voorkomen dat er oude en nieuwe disputen ontstonden, maar ze ervaren een juridisering van de kwestie. Onlangs ontvingen we per e-mail van hen ook het “Code Oranje Boek”.

1. Hoe heeft het college in de afgelopen maanden invulling gegeven aan het amendement?

Samen met 3 keldereigenaren hebben we de Commissie van wijzen (verder te noemen: de
Commissie) samengesteld en de opdracht uitgewerkt. Op 2 november 2020 hebben we u per
raadsbrief
hierover geïnformeerd (daarbij was de door de betrokken keldereigenaren mede
ondertekende, opdracht als bijlage bijgevoegd). Daarmee is invulling gegeven aan amendement A76
waarmee u ons opdracht heeft geven om samen met de eigenaren een Commissie van wijzen in te
stellen, te benoemen en de opdracht aan deze Commissie te formuleren met als doel de eigenaren,
het college en de raad te adviseren over de rechten en plichten van de gemeente en de eigenaren, de
eigendomsverhoudingen en de samenwerkingsvorm van de gemeente en de eigenaren in het
toekomstig beheer en onderhoud van het wervengebied.


2. Kan het college aangeven op welke wijze zij ervoor gezorgd hebben dat de commissie van Wijzen onafhankelijk duidelijkheid zowel voor de gemeente als voor de eigenaren van de werfkelders verschaft?

Zowel door de samenstelling als door de opdracht hebben we ervoor gezorgd dat de Commissie
onafhankelijk is en voldoende gezag heeft. De Commissie bestaat uit de volgende leden:
-de heer mr. H.F.M. (Hans) Hofhuis, oud-president van de rechtbanken Den Haag en 's Hertogenbosch en oud-vicepresident van de rechtbank Utrecht, tevens voorzitter;
-de heer prof.dr.ir. J.G. (Jan) Rots, hoogleraar Constructiemechanica aan de TU-Delft;
-de heer drs. A.H.L.M. (Ton) van Snellenberg, programmamanager bij de gemeente Enschede
en betrokken geweest bij de herontwikkeling van de wijk Roombeek na de vuurwerkramp.
Door de statuur van de Commissieleden is een gezaghebbende Commissie geïnstalleerd waarin alle noodzakelijke disciplines zijn vertegenwoordigd.

In de opdracht staat expliciet vermeld dat de Commissie opdracht heeft een onafhankelijk advies uit
te brengen aan de gemeente en de eigenaren in het wervengebied over de samenwerkingsvorm,
over de beheerverantwoordelijkheden en de eigendomsverhoudingen. De Commissie heeft de ruimte gekregen de adviesvraag aan te vullen of aan te passen. Zoals beschreven in de opdracht heeft de Commissie grote vrijheid in het bepalen van haar werkwijze en de vrijheid om afzonderlijk overleg te voeren met gemeente, eigenaren en deskundigen. Er is hiervoor ook een budget beschikbaar gesteld. Zoals aan u gemeld in de raadsbrief van 2 november 2020 beschouwen we het advies van de Commissie als zwaarwegend.


Het rapport van Benthem en Van Keulen kwam op bewoners over als een voorbereiding van de gemeente tegenover vervelende bewoners. Terwijl volgens hen een verdedigingscommissie niet de bedoeling moest zijn. Een voorbeeld hiervan is hoe de gemeente het wetsartikel “Ladderrecht” had geïnterpreteerd.

De bewoners vinden dat er onwaarachtig met onderzoeken wordt omgegaan: “Er kwam een man langs om te inventariseren en daarna kwam twee dagen later een brief op de post die zei dat de kelder van de betreffende bewoners gewoon in goede staat was”. Deze werkwijze is niet vruchtbaar voor de bewoners.

3. Hoe kijkt het college terug op deze twee zaken?

De kern van de opdracht aan de Commissie is het uitbrengen van een advies over de toekomstige
samenwerking en het samenhangend beheer en behoud van het wervengebied. In de opdracht staat
daarvoor: “Het is belangrijk niet (alleen) uit te gaan van belangentegenstellingen, maar aandacht te
besteden aan het gemeenschappelijke belang […].” Dit is zowel door de gemeente als keldereigenaren bij het constituerend beraad met de Commissieleden benadrukt. Hoewel de nadruk van de opdracht aan de Commissie ligt op de toekomstige samenwerking tussen eigenaren in het wervengebied, is het ook belangrijk om in beeld te brengen hoe de formele juridische verhoudingen en verantwoordelijkheden liggen. Met het oog op de complexiteit hiervan hebben we, zoals vermeld in de raadsbrief van 16 december 2020 over de voortgang van het programma wervengebied, advocatenkantoor Van Benthem & Keulen opdracht gegeven een voorbereidend juridisch onderzoek te doen naar wettelijke bepalingen, literatuur en rechtspraak over eigendom en verantwoordelijkheden in het beheer. Dit onderzoek was aangekondigd in het raadsvoorstel bij het Plan van Aanpak wervengebied. Daarin staat: “Er wordt al gestart met enkele voorbereidende feitelijke onderzoeken naar wettelijke bepalingen, jurisprudentie en beleid over eigendom, verantwoordelijkheden, rechten en plichten van eigenaren in herstel, beheer, onderhoud en gebruik.” In artikel 3, lid 5 van de opdracht van de Commissie is het onderzoek ook aangekondigd. De notitie van advocatenkantoor Van Benthem & Keulen hebben we ter beschikking gesteld aan de Commissie. Wij nemen over de afzonderlijke notities aan de Commissie geen standpunt in. We wachten het advies van de Commissie af. Het advies van de Commissie betrekken we bij het programmaplan, dat u eind april 2021 ontvangt. Onze intentie met het voorbereidend juridisch onderzoek was – gelet op de krappe planning – tijdwinst boeken om ten behoeve van de Commissie al wat feitelijk voorwerk te laten doen. We hebben in de gesprekken met keldereigenaren vernomen dat dit door keldereigenaren is opgevat als poging tot beïnvloeding van de Commissie, dat de gemeente samenwerking niet belangrijk zou vinden of dat de gemeente louter geïnteresseerd was in juridische aspecten. Dat was echter geenszins onze intentie. De nadruk in de opdracht aan de commissie ligt op samenwerking en niet op de juridische aspecten. Achteraf bezien– gelet op hoe dit door keldereigenaren wordt geduid - hadden we deze opdracht tot het feitelijke voorwerk beter niet zelf kunnen geven, maar dit over moeten laten aan de Commissie. De Commissie heeft ons en keldereigenaren laten weten onafhankelijk tot een eigen oordeel te komen. De Commissie heeft zelf ook op onderdelen contra expertise gevraagd.

Voor de kelderonderzoeken geldt dat we, zoals vermeld in het in juli 2020 door u vastgestelde Plan
van Aanpak
, inspecties uitvoeren bij kelders met een verhoogd risico op constructieve gebreken.
Bijvoorbeeld omdat gedurende lange tijd niemand in deze kelders is geweest, of omdat deze kelders
in de jaren ’90 geen onderdeel waren van het project herstel en waterdicht maken. Bij deze korte
inspecties wordt alleen beoordeeld of er een veiligheidsrisico is. Kennelijk heeft dat bij sommigen
vragen opgeroepen. Naar aanleiding van de inspecties versturen we desgewenst het inspectierapport
aan de eigenaar van de kelder, hierin staan bijvoorbeeld concrete onderhoudsadviezen voor de
eigenaar. Op basis van reacties van bewoners hebben we de inhoud van de inspectierapporten
verduidelijkt om de inhoud begrijpelijker te maken. In de raadsbrief van 16 december 2020 over de
voortgang van het programma wervengebied hebben we u over de inspecties geïnformeerd (bijlage 2, pagina 18).
Naast de inspecties hebben we experts opdracht gegeven uitgebreider onderzoek te doen naar de
stabiliteit en draagkracht van straat- en werfkelders, en naar de redenen voor schade aan kelders en
de oorzaken van lekkage. Dat is fundamenteler onderzoek (bijlage 2, pagina 19-22). Inmiddels is het
rapport met het oordeel van deze experts gereed en onder de aandacht gebracht bij de Commissie en
de werkgroepen met keldereigenaren. Net als vele andere documenten die we aan de Commissie
beschikbaar hebben gesteld, is ook dit rapport te vinden op de website van de Commissie.


De vraag in een technisch rapport was: “kan de scheur wel toegewezen schuld zijn van de gemeente?” In plaats van “hoe komt het, hoe kan het voorkomen worden?” De bewoners willen inspraak in de opdrachtformulering van de onderzoeken.

4. Kan het college aangeven hoe bewoners voortaan betrokken worden bij de opdrachtformulering van de beoordeling van de staat van de kwaliteit van de kelders?

Alle keldereigenaren zijn op verschillende manieren en momenten gevraagd te participeren in
werkgroepen met keldereigenaren en gemeente. Deze werkgroepen met keldereigenaren zijn voor de
onderzoeken naar de stabiliteit en draagvermogen van kelders, weren te zwaar verkeer en de oorzaken en maatregelen voor lekkage van kelders gevraagd te adviseren over de
onderzoeksopdracht, de uitkomst van onderzoeken en de opdracht met eventuele
vervolgonderzoeken. Deze onderzoeken zijn geen onderdeel van de opdracht aan de Commissie en
worden in opdracht van de gemeente uitgevoerd. Daarnaast wordt voorafgaand aan inspecties de
onderzoeksvraag met keldereigenaren besproken en aan hen toestemming voor onderzoek gevraagd.
Bij de fundamentelere onderzoeken, zoals in de Choorstraat en aan de Kromme Nieuwegracht, is de
onderzoeksvraag uitgebreid besproken en op verzoek van keldereigenaren aangepast.


De gemeente gaf aan dat er al een onderzoek was gestart naar eigendomsverhoudingen. Maar dat bleek het onderzoek van Benthem en Van Keulen te zijn. Daarin wordt echter helemaal niet ingegaan op deze verhoudingen.

5. Kunnen we op korte termijn alsnog een onderzoek verwachten hiernaar? Zo ja, wanneer en zal het plan van aanpak samen met bewoners opgesteld kunnen worden?

Nee, wij zijn nu niet van plan om op korte termijn apart onderzoek te laten doen naar de
eigendomsverhoudingen. Het onderzoek naar de eigendomsverhoudingen is onderdeel van de
opdracht aan de Commissie.


De Commissie van wijzen moet als onafhankelijke partij hierin een adviesrol spelen. Volgens de bewoners heeft de gemeente hun echter verteld dat deze commissie vooral is bedoeld voor de juridische onderbouwing en wilde daarom vijf juristen aanstellen. Dit is op initiatief van de bewoners aangepast naar een andere samenstelling (o.a. ook een bestuurskundige en watertechneut). Er werd recent gekozen voor het aanstellen van een juridisch adviseur apart voor de bewoners.

6. Hoe verklaart het college de initiële keuze voor de samenstelling van de commissie?

Aanvankelijk was de intentie van de initiatiefnemer en de gemeente om een Commissie van wijzen
samen te stellen die zou bestaan uit twee juristen (een civielrechtelijk en publiekrechtelijk deskundige), en een deskundige op het gebied van publiek-private samenwerking. Op voorstel van de
keldereigenaren die hebben deelgenomen aan de voorbereidingscommissie is de samenstelling
gewijzigd. Keldereigenaren gaven aan dat juist vanuit de breedte van de opdracht ook een
deskundige op het gebied van de constructie van kelders en muren deel van de Commissie zou moeten uitmaken. Op basis van de argumentatie zijn we tot de huidige samenstelling gekomen. De samenstelling is tot stand gekomen in afstemming met de voorbereidingscommissie.


7. Waarom wordt er tóch een aparte juridische adviseur voor de bewoners ingeschakeld, terwijl de insteek zou zijn om zaken in gezamenlijkheid op te pakken?

De gemeente heeft bewoners geen juridisch adviseur beschikbaar gesteld. Tijdens de bespreking
tussen het comité Oudegracht en de gemeente, waarbij is gesproken over de samenwerking en over
het Code Oranje Boek, hebben keldereigenaren de gemeente gevraagd een juridisch adviseur
beschikbaar te stellen om hen te adviseren over de samenwerkingsvorm in het toekomstige beheer
van de werven. Aangezien dit onderdeel is van de opdracht aan de Commissie hebben we met het
comité Oudegracht afgesproken dit verzoek bij de Commissie te leggen, die budget heeft voor het
inschakelen van externe deskundigheid. We hebben daarover met de Commissie overleg gevoerd en
aangegeven dat het aan hen is te beslissen. Het is ons niet bekend of de Commissie dit verzoek heeft
ingewilligd.


De Commissie van wijzen werd gehouden aan een tijdslimiet, namelijk de deadline om in april een rapportage op te leveren. De bewoners kregen daarmee de indruk dat zij hierdoor niet voldoende ruimte hadden, en hebben daarom de werkgroepen opgeschort.

8. Waarom is er een relatief korte doorlooptijd gekozen voor het werk van de commissie? Hoe realistisch en wenselijk was deze planning?

In het Plan van Aanpak wervengebied staat: “Op basis van de onderzoeken en analyses die de
komende maanden worden uitgevoerd wordt medio 2021 een herzien programmaplan opgesteld,
waarvoor de definitieve dekking wordt betrokken bij de integrale afweging van de Voorjaarsnota
2021”. In het raadsvoorstel staat: “De adviezen van de Commissie zullen worden betrokken bij de
totstandkoming van het programmaplan wervengebied.” Gelet op het voorgaande is de Commissie
gevraagd in februari 2021 met een conceptadvies te komen en uiterlijk 1 april 2021 met een definitief advies. Bij de opdrachtverlening is de planning met de Commissie besproken. Uit het
voortgangsbericht
van de Commissie blijkt dat de planning haalbaar is. Daarin staat ook dat in de
afgelopen 4 maanden de Commissie een groot aantal reacties heeft gekregen op haar brief met de
uitnodiging om problemen en oplossingen aan de Commissie voor te leggen. Ook heeft de Commissie inmiddels een groot aantal gesprekken gevoerd. In de opdracht aan de Commissie is de mogelijkheid opgenomen om, indien de Commissie dat nodig acht, na dit advies nog met een vervolgadvies te komen (in de opdracht staat: te adviseren in twee fases).


9. Waardoor is de korte doorlooptijd ontstaan? Had dit voorkomen kunnen worden?

Zie het antwoord op vraag 8.


De Commissie van wijzen heeft nu een second opinion gevraagd aan Ploeger. Dat nieuwe onderzoek concludeert dat de gehanteerde uitgangspunten onhoudbaar zijn.

10. Hoe zal er omgegaan worden met deze second opinion? Hoe zorgt het college ervoor dat de uitspraken van de commissie van wijzen niet langer tot discussie tussen bewoners en de gemeente zal leiden?

Passend binnen hun opdracht heeft de Commissie zelf advies gevraagd aan de heer Ploeger over met name de eigendomsverhouding van werfkelders. We zijn niet in gesprek met keldereigenaren over deze notities. Deze notities zijn bestemd voor de Commissie om tot een advies te komen over de
eigendomsverhoudingen. Het is aan de Commissie om op basis van deze notities en andere informatie tot een oordeel en advies te komen. Wij zullen geen apart oordeel vellen over de afzonderlijke notities aan de Commissie. Wij wachten het advies van de Commissie af en betrekken het bij het programmaplan, dat u eind april 2021 ontvangt.


Tot april is alle inzet erop gericht om te komen tot een voorstel voor toekomstige inrichting van de samenwerking.

11. Waar verwacht het college op dit punt te staan in april, gelet op de complexiteit? Welke aanvullende inspanningen zijn (na april) nodig om tot een degelijk voorstel te komen?

In de raadsbrief van 16 december 2020 hebben wij u gemeld dat we op koers liggen om eind april
2021 een programmaplan wervengebied aan u voor te leggen, met daarin de samenhangende aanpak van het herstel en behoud van het wervengebied. We verwachten het conceptadvies van de
Commissie begin maart en hun definitieve rapport in april. Daarin zal advies worden gegeven over de toekomstige inrichting van de samenwerking, de beheerverantwoordelijkheden en de
eigendomsverhoudingen. De uitkomsten van dit advies betrekken we bij het opstellen van het
programmaplan, dat u eind april 2021 ontvangt. Zoals hierboven in het antwoord op vraag 8 is vermeld is in de opdracht aan de Commissie de mogelijkheid opgenomen om, indien de Commissie dat nodig acht, na hun eerste advies nog met een vervolgadvies te komen (in de opdracht staat: te adviseren in twee fases). Op basis van het definitieve advies van de commissie en het Programmaplan wervengebied, dat we eind april 2021 aan u ter vaststelling voorleggen, kan worden bezien of en welk aanvullend onderzoek
wenselijk is.


12. Is het college bereid om de werkperiode van de Commissie van wijzen te verlengen? Zo ja, met welke tijdshorizon zou dit logisch zijn?

Zie het antwoord op vraag 8. De Commissie heeft ons tot nu toe geen voorstel gedaan voor het
verlengen van hun werkperiode.


Corona bemoeilijkt de samenwerking, want overleggen vinden plaats op afstand, digitaal.

13. Wat gaat het college doen om deze nadelen zo klein mogelijk te houden?

De overleggen met de werkgroepen van keldereigenaren bestaan uit online video-overleggen.
Daarnaast is er telefonisch en mailcontact. We herkennen dat het digitaal overleggen het lastiger
maakt om in verbinding te staan. Alle keldereigenaren zijn uitgenodigd deel te nemen aan de
werkgroepen. Zoals ook uit de voortgangsrapportage blijkt is het aantal keldereigenaren dat
participeert aan de werkgroepen niet groot (3%). We organiseren 22, 24 en 26 maart 2021 vier online bijeenkomsten waarin we met keldereigenaren onder meer de scope van het programmaplan en de onderzoeksrapporten bespreken over straat- en werfkelders, de stabiliteit en draagvermogen van kelders en het weren van te zwaar verkeer. Deze bijeenkomsten zijn niet bedoeld ter bespreking van het advies van de Commissie. Zie ook het antwoord op vraag 15. Daarnaast vragen we veelvuldig in de overleggen wat wij als gemeente beter kunnen doen om de samenwerking te verbeteren.


14. Hoe wil het college de algehele samenwerking met de bewoners gaan verbeteren?

Zie het antwoord op vraag 13.


Op 2 maart volgt het conceptadvies van de Commissie van wijzen, en op 1 april wordt het definitief afgerond waarbij het advies van de Commissie “zwaarwegend” wordt meegenomen.

15. Op welke wijze gaat het college breed communiceren dat er gereageerd mag worden door bewoners (en andere eigenaren) op het conceptadvies van de Commissie?

De Commissie heeft hierin een eigen onafhankelijke rol en organiseert haar eigen participatie over het conceptadvies. De Commissie organiseert op 12 en 15 maart online bijeenkomsten voor
keldereigenaren om haar conceptadvies toe te lichten en te bespreken. Daarnaast stelt ze keldereigenaren ook schriftelijk in de gelegenheid om op het conceptadvies te reageren en zal de
commissie in afzonderlijke gesprekken met de gemeente en keldereigenaren over haar conceptadvies
in gesprek gaan. Op verzoek faciliteren wij de communicatie tussen de Commissie en keldereigenaren via gemeentelijke middelen, waaronder de website, nieuwsbrief en een wijkbericht.


Tot slot vragen we aandacht voor het zware verkeer, dat in november al gestopt had moeten zijn.

16. Hoe wil het college hierin harder ingrijpen? Is het mogelijk om diverse straten af te zetten?

In de raadsbrief van 16 september 2020 hebben we aangekondigd dat we in februari 2021 een
vrachtwagenverbod willen invoeren. Het verkeersbesluit voor het vrachtwagenverbod is in januari
2021 gepubliceerd. Dit verkeersbesluit stelt een vrachtwagenverbod in voor Oudegracht (Weerdzijde),
Pauwstraat, Loeff Berchmakerstraat, het gedeelte richting de Pauwstraat en Nieuwekade, het
gedeelte richting de Oudegracht. We verwachten de verkeersborden en de eerste breedtebeperkingen
begin maart 2021 te plaatsen. Voor het gebied Kromme Nieuwegracht / Hiëronymusplantsoen en
omgeving geldt al een vrachtwagenverbod. In het programmaplan wervengebied worden voorstellen
opgenomen voor verdere maatregelen om te zwaar verkeer te weren.


17. Is het college bereid om ook metingen (o.a. van trillingen) uit te voeren, of zijn hier al plannen voor?

Met het vrachtwagenverbod per maart 2021 en de breedtebeperkingen en de aanvullende
maatregelen om te zwaar verkeer te weren, waarover in het programmaplan voorstellen worden
opgenomen, zal ook de omvang van trillingen worden gereduceerd. Uit de onderzoeken (zie website van de Commissie) is niet gebleken dat trillingen de oorzaak zijn van schade aan werfkelders en wal- en kluismuren. Er zijn geen plannen om andere onderzoeken naar trillingen te laten uitvoeren.


Gesteld door:
Jantine Zwinkels, CDA
Anne Sasbrink, Partij voor de Dieren
Susanne Schilderman, D66
Erwin Virginia, GroenLinks
Jan Wijmenga, ChristenUnie
Tim Schipper, SP
Bülent Isik, PvdA
Erik van der Marel, VVD
Henk van Deún, PVV
Tessa Sturkenboom, Student & Starter