Schriftelijke vragen Korrels en gif van dat gras af!
Indiendatum: 10 feb. 2021
Schriftelijke vragen 33/2021
Zembla berichtte onlangs dat er nieuwe kankerverwekkende stoffen zijn ontdekt in het rubbergranulaat dat op sportvelden gebruikt wordt. Dit bovenop de kankerverwekkende stoffen die al bekend waren. Bovendien lekt een aantal van die stoffen makkelijker weg dan de al bekende schadelijke stoffen in rubbergranulaat, wat nog schadelijker voor het milieu is dan tot nu toe bekend. In totaal gaat het om 46 aangetroffen stoffen. De huidige veiligheidsnormen die het RIVM heeft opgesteld moeten volgens de onderzoekers op de schop.
De Europese Commissie heroverweegt de toekomst van kunstgrasvelden met rubberkorrels in Europa. Dat doet zij om vervuiling van het milieu met microplastics zoveel mogelijk tegen te gaan, en vanwege het dringende advies van het Europees Agentschap voor chemische stoffen om een compleet verbod in te stellen op rubbergranulaat op kunstgrasvelden. Zembla berichtte tevens dat minister Van Ark en staatssecretaris Van Veldhoven per 2030 af willen van kunstgrasvelden met rubbergranulaat. De Partij voor de Dieren vindt dit erg laat en is ook benieuwd naar de vorderingen in Utrecht. Ons was namelijk toegezegd dat alle rubbergranulaat uiterlijk 2020 van de Utrechtse sportvelden zou verdwijnen (zie antwoorden op schriftelijke vragen 19/2017)
De Partij voor de Dieren heeft hierover de volgende vragen:
Rubbergranulaat
1. In 2017 gaf het college als reactie op SV 19/2017 aan: “Er is volgens ons op basis van het advies van het RIVM geen sprake van risico’s van kunstgrasvelden met rubbergranulaat voor gezondheid en milieu.”. Hoe denkt het college nu – ook na het lezen van de nieuwe artikelen van Zembla - over de risico’s van rubbergranulaat voor gezondheid en milieu?
In antwoord op diezelfde schriftelijke vragen schreef het college: “Wij volgen het advies van het RIVM dat sporten op deze kunstgrasvelden geen gezondheidsrisico’s met zich mee brengt. Daarom is het niet nodig de kunstgrasvelden met rubbergranulaat sneller te vervangen dan volgens de huidige planning. De gemeente Utrecht past voor haar sportvelden sinds 2006 geen rubbergranulaat, maar TPE toe als infill-materiaal. (…) In 2020 zullen de laatste velden met rubbergranulaat vervangen zijn. Dit onder voorbehoud van beschikbare capaciteit in Nederland voor de uitvoering van de werkzaamheden. En op MV1 van 16 januari antwoordde het college: “Daarmee zijn eind 2020 alle velden met rubbergranulaat vervangen, op één veld na, in het kader van de plannen voor een eventuele herontwikkeling in Sportpark Hoograven.”
2. Wat is de stand van zaken op het gebied van de vervanging van de kunstgrasvelden met rubbergranulaat?
A. Is de deadline van 2020 inderdaad behaald en zijn nu alle velden vrij van rubbergranulaat? Zo nee, waarom niet?
B. En zo nee, gaat het college dit nu alsnog versnellen op basis van de meest recente informatie over de grote schadelijkheid van deze korrels op gezondheid, milieu en dierenwelzijn? Zo nee, waarom niet?
C. Hoe zit het nu met de Utrechtse velden van de Cruyff Foundation en rubbergranulaat? Wat is de stand van zaken en indien er nog rubbergranulaat ligt: wat gaat het college doen om ervoor te zorgen dat dit spul ook daar voorgoed en zo spoedig mogelijk verdwijnt?
TPE en kurk
In maart 2016 (SV 37/2016) schreef het college aan de PvdD “Een TPE (geproduceerde kunststof korrel) veld wordt jaarlijks op peil gehouden met maximaal 160 kg TPE per keer.” In 2018 schreef het college in een memo dat in Utrecht 145 kg microplastics per kunstgrasveld per jaar in het milieu terechtkomen. Korrels van TPE zijn van rubber en plastic gemaakt en worden dus ook omgezet in microplastics, die in de natuur terechtkomen. De Partij voor de Dieren pleitte eerder al diverse keren voor kunstgrasvelden met kurkkorrels, kunstgras dat op een dusdanige manier geweven is dat helemaal geen korrels nodig zijn, of de nieuwste rassen natuurgras die veel slijtvaster zijn dan het traditionele natuurgras, omdat dit de meest milieuvriendelijke (en ook mens- en diervriendelijke) varianten zijn. Het college vond het toen niet nodig om kurkkorrels te gebruiken. Motie 82/2018 werd echter wel aangenomen, waarin deze drie methoden waren opgenomen.
In antwoord op onze mondelinge vragen 3 op 12 juli 2018 antwoordde het college: “Ja, wij steunen het verzoek van de VSG aan de staatssecretaris om ook de milieueffecten van TPE te onderzoeken, met de kanttekening dat TPE niet dezelfde samenstelling heeft als rubbergranulaat. Voor het landelijke aanvullende onderzoek zullen wij een TPE-veld in Utrecht aanmelden. De keuze om het Utrechtse veld te onderzoeken, is vervolgens aan het RIVM zelf.”
3. Wat is er uit dit genoemde onderzoek gekomen over de schadelijkheid van TPE? En is uiteindelijk het Utrechtse veld ook aangemeld (zo nee, waarom niet?) en onderzocht?
4. Op hoeveel kunstgrasvelden in Utrecht wordt nu gebruik gemaakt van TPE-korrels?
5. Hoeveel kilo microplastics komt er anno 2021 per kunstgrasveld per jaar in het milieu terecht? En wat doet het college om dit te voorkomen en tevens op te ruimen?
6. Op hoeveel kunstgrasvelden in Utrecht wordt nu gebruik gemaakt van kurkkorrels? Indien dit nul of zeer weinig is, waarom?
7. Op hoeveel kunstgrasvelden in Utrecht worden helemaal geen korrels gebruikt? En wordt dit aantal nog uitgebreid? Zo nee, waarom niet?
8. Wat is de voorkeur bij nieuwe sportvelden: natuurgras of kunstgras? Wij hebben het gevoel dat kunstgras altijd ‘wint’ bij het college.
9. Is het college bereid om ook te stoppen met TPE-korrels, omdat dit korrels van rubber en plastic zijn en ook zeer slecht zijn voor dieren en natuur, en mogelijk ook mensen? Zo nee, waarom niet?
10 Wat is of wordt nu het beleid van het college op het gebied van kunstgras en kunstgraskorrels: waar wil het college naartoe op korte en lange termijn?
A. Neemt het college hierin ook de nieuwste alarmerende berichten van Zembla mee? Zo nee, waarom niet?
Gifgebruik op sportvelden
In augustus 2018 stelden wij SV 107/2018 over het gifgebruik op sportvelden. Wij stellen deze vragen opnieuw, om de huidige stand van zaken te weten:
11. Is er na augustus 2018 en in 2019, 2020 en het nog maar jonge 2021 nog gif gebruikt op en rondom de Utrechtse kunstgrasvelden en natuurgrasvelden? Zo ja, hoeveel en van welke soorten? Graag een uitsplitsing van gebruik op kunstgrasvelden en natuurgrasvelden, inclusief locaties en hoeveelheid per locatie.
12. Welke (diervriendelijke en biodiversiteit versterkende) alternatieven worden ingezet om ‘onkruid’ op sportvelden tegen te gaan?
13. Als Utrecht nog niet volledig gifvrij is: waarom niet? En per wanneer denkt het college het gifgebruik wél volledig afgebouwd te (kunnen) hebben?
Maarten van Heuven, Partij voor de Dieren
Indiendatum:
10 feb. 2021
Antwoorddatum: 9 mrt. 2021
Schriftelijke vragen 33/2021
Zembla berichtte onlangs dat er nieuwe kankerverwekkende stoffen zijn ontdekt in het rubbergranulaat dat op sportvelden gebruikt wordt. Dit bovenop de kankerverwekkende stoffen die al bekend waren. Bovendien lekt een aantal van die stoffen makkelijker weg dan de al bekende schadelijke stoffen in rubbergranulaat, wat nog schadelijker voor het milieu is dan tot nu toe bekend. In totaal gaat het om 46 aangetroffen stoffen. De huidige veiligheidsnormen die het RIVM heeft opgesteld moeten volgens de onderzoekers op de schop.
De Europese Commissie heroverweegt de toekomst van kunstgrasvelden met rubberkorrels in Europa. Dat doet zij om vervuiling van het milieu met microplastics zoveel mogelijk tegen te gaan, en vanwege het dringende advies van het Europees Agentschap voor chemische stoffen om een compleet verbod in te stellen op rubbergranulaat op kunstgrasvelden. Zembla berichtte tevens dat minister Van Ark en staatssecretaris Van Veldhoven per 2030 af willen van kunstgrasvelden met rubbergranulaat. De Partij voor de Dieren vindt dit erg laat en is ook benieuwd naar de vorderingen in Utrecht. Ons was namelijk toegezegd dat alle rubbergranulaat uiterlijk 2020 van de Utrechtse sportvelden zou verdwijnen (zie antwoorden op schriftelijke vragen 19/2017)
De Partij voor de Dieren heeft hierover de volgende vragen:
Rubbergranulaat
1. In 2017 gaf het college als reactie op SV 19/2017 aan: “Er is volgens ons op basis van het advies van het RIVM geen sprake van risico’s van kunstgrasvelden met rubbergranulaat voor gezondheid en milieu.”. Hoe denkt het college nu – ook na het lezen van de nieuwe artikelen van Zembla - over de risico’s van rubbergranulaat voor gezondheid en milieu?
De nieuwe artikelen van Zembla laten de risico’s van het toepassen van rubbergranulaat (SBR) zien. Wij acteren hier bewust op, door sinds 2006 geen rubbergranulaat (SBR) infill toe te passen op de voetbalwedstrijdvelden maar Thermoplastisch Elastomeer (TPE) infill dat niet de chemische samenstelling en uitloging heeft van rubbergranulaat (SBR). Daarnaast zoeken we naar alternatieven voor kunstgraskorrels. Ons uitgangspunt blijft onveranderd: er moet op de Utrechtse sportvelden veilig en gezond gesport kunnen worden.
In antwoord op diezelfde schriftelijke vragen schreef het college: “Wij volgen het advies van het RIVM dat sporten op deze kunstgrasvelden geen gezondheidsrisico’s met zich mee brengt. Daarom is het niet nodig de kunstgrasvelden met rubbergranulaat sneller te vervangen dan volgens de huidige planning. De gemeente Utrecht past voor haar sportvelden sinds 2006 geen rubbergranulaat, maar TPE toe als infill-materiaal. (…) In 2020 zullen de laatste velden met rubbergranulaat vervangen zijn. Dit onder voorbehoud van beschikbare capaciteit in Nederland voor de uitvoering van de werkzaamheden. En op MV1 van 16 januari antwoordde het college: “Daarmee zijn eind 2020 alle velden met rubbergranulaat vervangen, op één veld na, in het kader van de plannen voor een eventuele herontwikkeling in Sportpark Hoograven.”
2. Wat is de stand van zaken op het gebied van de vervanging van de kunstgrasvelden met rubbergranulaat?
A. Is de deadline van 2020 inderdaad behaald en zijn nu alle velden vrij van rubbergranulaat? Zo nee, waarom niet?
Op twee velden na zijn alle kunstgrasvelden op de sportaccommodaties nu vrij van SBR. Door het verschuiven van projecten en nog te starten herontwikkeling hebben we enige vertraging opgelopen. Het SBR-veld op sportpart Elinkwijk wordt eind 2021 verwijderd in verband met de herinrichting van Zuilense Vecht. Het laatste SBR-veld wordt vervangen bij de herontwikkeling van sportpark Hoograven.
B. En zo nee, gaat het college dit nu alsnog versnellen op basis van de meest recente informatie over de grote schadelijkheid van deze korrels op gezondheid, milieu en dierenwelzijn? Zo nee, waarom niet?
We vervangen deze laatste twee velden op een logisch moment zoals afschrijving van het veld en/of bij herontwikkeling van de locatie, om kapitaalvernietiging te voorkomen.
C. Hoe zit het nu met de Utrechtse velden van de Cruyff Foundation en rubbergranulaat? Wat is de stand van zaken en indien er nog rubbergranulaat ligt: wat gaat het college doen om ervoor te zorgen dat dit spul ook daar voorgoed en zo spoedig mogelijk verdwijnt?
Twee Cruyff courts hebben SBR-rubbergranulaat als infill. Deze velden zijn afgeschreven in 2025 en 2026 en zullen dan worden gerenoveerd met non-infill kunstgras, dus kunstgras waarbij geen infill van kurk of plastic nodig is. Op het nieuwe Bibian Mentel Cruyff court bij de Hoogstraat ligt een toplaag die geschikt is voor rolstoelgebruikers. Hierbij is geen synthetische of rubber infill gebruikt.
TPE en kurk
In maart 2016 (SV 37/2016) schreef het college aan de PvdD “Een TPE (geproduceerde kunststof korrel) veld wordt jaarlijks op peil gehouden met maximaal 160 kg TPE per keer.” In 2018 schreef het college in een memo dat in Utrecht 145 kg microplastics per kunstgrasveld per jaar in het milieu terechtkomen. Korrels van TPE zijn van rubber en plastic gemaakt en worden dus ook omgezet in microplastics, die in de natuur terechtkomen. De Partij voor de Dieren pleitte eerder al diverse keren voor kunstgrasvelden met kurkkorrels, kunstgras dat op een dusdanige manier geweven is dat helemaal geen korrels nodig zijn, of de nieuwste rassen natuurgras die veel slijtvaster zijn dan het traditionele natuurgras, omdat dit de meest milieuvriendelijke (en ook mens- en diervriendelijke) varianten zijn. Het college vond het toen niet nodig om kurkkorrels te gebruiken. Motie 82/2018 werd echter wel aangenomen, waarin deze drie methoden waren opgenomen.
In antwoord op onze mondelinge vragen 3 op 12 juli 2018 antwoordde het college: “Ja, wij steunen het verzoek van de VSG aan de staatssecretaris om ook de milieueffecten van TPE te onderzoeken, met de kanttekening dat TPE niet dezelfde samenstelling heeft als rubbergranulaat. Voor het landelijke aanvullende onderzoek zullen wij een TPE-veld in Utrecht aanmelden. De keuze om het Utrechtse veld te onderzoeken, is vervolgens aan het RIVM zelf.”
3. Wat is er uit dit genoemde onderzoek gekomen over de schadelijkheid van TPE? En is uiteindelijk het Utrechtse veld ook aangemeld (zo nee, waarom niet?) en onderzocht?
Het genoemde onderzoek heeft zich gericht op de verspreiding van TPE. Er zijn in totaal 5 velden onderzocht, waarvan 1 veld in Utrecht. Uit het onderzoek blijkt dat microplastics inderdaad in het milieu vrijkomen. Op basis van resultaten van dit onderzoek hebben wij fysieke en beheermaatregelen getroffen om verspreiding van TPE in de omgeving te voorkomen. Deze staan beschreven bij het antwoord op vraag 5.
4. Op hoeveel kunstgrasvelden in Utrecht wordt nu gebruik gemaakt van TPE-korrels?
Op 61 kunstgrasvelden, waarvan 59 KNVB-voetbal-, wedstrijd-, trainings- en pupillenvelden en 2 Cruijff court velden.
5. Hoeveel kilo microplastics komt er anno 2021 per kunstgrasveld per jaar in het milieu terecht? En wat doet het college om dit te voorkomen en tevens op te ruimen?
Dit is niet onderzocht. Vanaf 2017, na de uitkomsten van het onderzoek van de Branchevereniging Sport en Cultuurtechniek naar verspreiding van infill hebben wij aanvullende fysieke en beheermaatregelen getroffen. Door deze maatregelen is de hoeveelheid microplastics die buiten het veld terecht komt dramatisch afgenomen. De precieze hoeveelheid is niet te kwantificeren.
Dagelijks beheer- en onderhoudsmaatregelen die zijn getroffen:
- De organisatie van het dagelijks beheer van kunstgrasvelden is anders ingericht. Zo is dit thema opgenomen in diverse werkoverleggen, is er een speciaal beheersmaatregelenschema met dit thema gemaakt, en is dit regelmatig onderwerp van gesprek in beheer overleggen waarmee we aandacht en bewustwording creëren.
- Het aanschaffen van speciale zuigmachines voor het opruimen van infill rondom het veld.
Fysieke maatregelen die zijn getroffen:
- Het aanbrengen van verhoogde kantopsluiting/ kantplanken
- Alle velden zijn voorzien van schoonloopvoorzieningen
- Rubberen flap bij poorten
6. Op hoeveel kunstgrasvelden in Utrecht wordt nu gebruik gemaakt van kurkkorrels? Indien dit nul of zeer weinig is, waarom?
Wij hebben geen kunstgrasvelden met kurk infill. We volgen de ontwikkelingen van toepassing van kurk op andere plekken met veel belangstelling. Kurk mag volgens de zorgplicht ook niet buiten het veld liggen en de ervaring bij andere gemeenten met kurk is zorgwekkend. Kurk gaat opdrijven bij regen, kurk compacteert en verkruimelt in nog kleinere delen waardoor de velden verharden. Daarom zetten wij vooralsnog in op non-infill.
7. Op hoeveel kunstgrasvelden in Utrecht worden helemaal geen korrels gebruikt? En wordt dit aantal nog uitgebreid? Zo nee, waarom niet?
Op sportpark Lunetten is in 2020 een non-infill trainingsveld/pupillen-wedstrijdveld aangebracht ter vervanging van een SBR ingestrooid kunstgrasveld. Dit veld is als pilot aangelegd. Met deze pilotonderzoeken we of dit soort non-infill velden geschikt zijn voor toepassing in de toekomst. De KNVB staat non-infill op volledige KNVB-wedstrijdvelden op dit moment nog niet toe. Mogelijk volgt later dit jaar een beslissing door de KNVB over non-infill kunstgras wedstrijdvelden.
8. Wat is de voorkeur bij nieuwe sportvelden: natuurgras of kunstgras? Wij hebben het gevoel dat kunstgras altijd ‘wint’ bij het college.
Hockey kan alleen maar op kunstgras gespeeld worden, daar is natuurgras geen keuze. Bij voetbal wordt de voorkeur bepaald door het beoogde gebruik. Als het nodig is om ook te trainen op het veld, dan wordt er gekozen voor kunstgras. Een natuurgrasveld kan maar beperkt belast worden (300 uur per jaar) en een kunstgrasveld kan bijna onbeperkt belast worden (±2.000 uur per jaar), waardoor op 1 veld veel trainingsuren en wedstrijduren gemaakt kunnen worden. Met de nu al beperkte ruimte in Utrecht, gecombineerd met inbreiding van de stad, is het nauwelijks mogelijk nieuwe natuurgrasvelden aan te leggen. We zetten op een aantal sportparken in op het omzetten van natuurgrasvelden naar kunstgras om de sportverenigingen ruimte te geven om meer leden aan te nemen en daardoor wachtlijsten te voorkomen. Bij de keuze voor kunstgras zetten we in op de toepassingsmogelijkheden die het meest aansluiten bij veiligheid, gezondheid en duurzaamheid, zoals genoemd bij de antwoorden op vragen 5 en 7.
9. Is het college bereid om ook te stoppen met TPE-korrels, omdat dit korrels van rubber en plastic zijn en ook zeer slecht zijn voor dieren en natuur, en mogelijk ook mensen? Zo nee, waarom niet?
Hiervoor wachten wij de uitkomsten van de pilot met het non-infill pupillenveld in Lunetten af, zoals genoemd bij het antwoord op vraag 7.
10 Wat is of wordt nu het beleid van het college op het gebied van kunstgras en kunstgraskorrels: waar wil het college naartoe op korte en lange termijn?
A. Neemt het college hierin ook de nieuwste alarmerende berichten van Zembla mee? Zo nee, waarom niet?
Wij zoeken naar geschikte alternatieven voor kunstgraskorrels, vandaar ook de eerdergenoemde pilot in Lunetten. Daarbij zijn wij ook afhankelijk van het beleid van andere partijen zoals de KNVB. Zoals bij het antwoord van vraag 7 al genoemd staan zij op dit moment nog geen wedstrijden op non-infill wedstrijdvelden toe.
Gifgebruik op sportvelden
In augustus 2018 stelden wij SV 107/2018 over het gifgebruik op sportvelden. Wij stellen deze vragen opnieuw, om de huidige stand van zaken te weten:
11. Is er na augustus 2018 en in 2019, 2020 en het nog maar jonge 2021 nog gif gebruikt op en rondom de Utrechtse kunstgrasvelden en natuurgrasvelden? Zo ja, hoeveel en van welke soorten? Graag een uitsplitsing van gebruik op kunstgrasvelden en natuurgrasvelden, inclusief locaties en hoeveelheid per locatie.
Op en rondom de Utrechtse natuur- en kunstgrasvelden gebruiken we vanaf 2016 geen gif (gewasbeschermingsmiddelen) meer. Met 1 uitzondering: op een nieuw ingezaaid veld heeft door de extreem droge zomer het onkruid de concurrentie met het gras gewonnen. Door de aangroei van weegbree zou het veld in het najaar en winter een gevaar worden voor de bespeelbaarheid. Door het terugtrekken van de weegbree ontstaan er ‘gaten’ in het veld, de enige overgebleven optie om een veilig en bespeelbaar veld te kunnen garanderen was het gebruik van een gewasbeschermingsmiddel. Op dit veld is 1,5 L Jepolinex toegepast.
Op de kunstgras watervelden voor hockey ontstaat algengroei. Voor de bestrijding van alg wordt biocide ingezet, op de sportparken Welgelegen, Maarschalkerweerd, Rijnvliet en Fletiomare Novum. De toegepaste dosering is 1 liter Bio-Guard (toegestaan middel CTGB) op 1.000 liter water. Per veld gaat het om 240 liter per jaar. Vanaf 2019 zijn pilots opgestart op 4 hockeyvelden om biocide vrij te beheren/onderhouden. Daar worden bacteriën ingezet, en wordt er mechanisch beheerd. Het doel van deze pilots is om in 2022 volledig zonder inzet van biocide de hockeyvelden te beheren.
12. Welke (diervriendelijke en biodiversiteit versterkende) alternatieven worden ingezet om ‘onkruid’ op sportvelden tegen te gaan?
We zetten hiervoor Integrated Pest Management (IPM) in, het beheersen van schade door onkruiden, ziekten en plagen op sportvelden door een combinatie van cultuurtechnische en biologische methoden. Wij maken gebruik van een aantal mechanische bewerkingen, zoals kriebel-eggen op kunstgras en natuurgras, fieldtopmaker op natuurgras en intensieve reiniging met vertitop op kunstgras. Ook wordt er handmatig onkruid getrokken bij natuurgras en de randen van kunstgrasvelden.
13. Als Utrecht nog niet volledig gifvrij is: waarom niet? En per wanneer denkt het college het gifgebruik wél volledig afgebouwd te (kunnen) hebben?
Zoals bij het antwoord op vraag 11 al genoemd, is ons doel om in 2022 het gebruik van biocide volledig te hebben afgebouwd.
Maarten van Heuven, Partij voor de Dieren
Interessant voor jou
Mondelinge vragen Kappen met kappen voor uitbreiding Golfclub de Haar
Lees verderSchriftelijke vragen Herstel en behoud van werfkelders in samenspraak met bewoners
Lees verder