Schrif­te­lijke vragen Houd tuinen klimaat­adaptief


Indiendatum: 16 sep. 2021

Schriftelijke vragen 225/2021

Bomen en planten geven verkoeling en houden water vast bij (extreme) regenval. Dat wordt door de gevolgen van klimaatverandering steeds belangrijker en de Partij voor de Dieren is dan ook blij dat de gemeente Utrecht meedoet aan initiatieven als project Steenbreek en het NK Tegelwippen.

Maar terwijl gemeente en inwoners aan het tegelwippen zijn, zijn tegelijkertijd anderen juist aan het bouwen. Uitbouwen en aanbouwen van een woning dragen bij aan de financiële waarde ervan en aan de leefruimte van de huiseigenaar. De huidige woningmarkt maakt de aantrekkelijkheid van uitbouwen alleen maar groter. Helaas gaan het uitbouwen van en aanbouwen aan woningen ten koste van groene stadstuinen, die juist zo belangrijk zijn voor klimaatadaptatie en natuur. Bouwwerkzaamheden leiden met regelmaat tot overlast voor omwonenden. De Partij voor de Dieren maakt zich daarom zorgen over de hoeveelheid uitbouwen in tuinen in onze gemeente.

Uitbouwen tot maximaal vier meter (onder de naam ‘bijbehorend bouwwerk’) zijn door landelijke wetgeving vergunningsvrij toegestaan. Amsterdam laat echter zien dat het mogelijk is om in ruimtelijke regelgeving vast te leggen dat voor uitbouwen een vergunning nodig is. Dit leidt tot een betere regulering van aan- en uitbouwen. De Volkskrant schreef op 16 september dat er in Amsterdam minder vergunningen voor een uitbouw worden gegeven, zodat er meer tuinruimte overblijft. En dat in het stadsdeel Oud-West nieuw aangelegde tuinen voor maximaal de helft uit tegels mogen bestaan, omdat dit stadsdeel ‘extra kwetsbaar’ is bij extreme neerslag.

Het vergunningplichtig maken van uitbouwen betekent niet dat uitbouwen verboden wordt, maar wel dat er een afweging gemaakt kan worden tussen de belangen van de aanvrager die bijvoorbeeld door gezinsverandering meer leefruimte wenst, en de anderzijds de belangen van omwonenden en klimaatadaptatie.

Naar aanleiding hiervan heeft de Partij voor de Dieren de volgende vragen:

1. Is het college het met ons eens dat het uitbouwen en aanbouwen in tuinen van inwoners contraproductief werkt in de strijd voor klimaatadaptatie? Zo nee, waarom niet?

2. Deelt het college de indruk dat het aantal signalen van bewoners die hinder ervaren van vergunningsvrije uitbouwen van buren toeneemt? Zo nee, waarom niet?

3. Kan het college aangeven hoe het aantal uitbouwen in tuinen van woningen zich in de afgelopen jaren heeft ontwikkeld?

4. Deelt het college de inschatting dat nieuwe regels over vergunningen voor aanbouwen en opbouwen kunnen bijdragen aan het beter meewegen van de belangen van klimaatadaptatie en hinder voor omwonenden? Waarom?

5. Als Utrecht, net als Amsterdam, regels hiervoor zou wensen in te voeren, welke instrumenten zouden dan geschikt zijn (zoals APV, bestemmingsplannen, omgevingsvisie, etc.) en op welke termijn zouden hier wijzigingen kunnen worden ingevoerd?

6. Welke mogelijkheden zouden er zijn om op kortere termijn, door bijvoorbeeld een voorbereidingsbesluit, het behandelen van vergunningaanvragen voor uitbouwen voorlopig te bevriezen, in afwachting van eventueel aanpassen van regelgeving hieromtrent?

Anne Sasbrink, Partij voor de Dieren

Indiendatum: 16 sep. 2021
Antwoorddatum: 2 nov. 2021

Schriftelijke vragen 225/2021

Bomen en planten geven verkoeling en houden water vast bij (extreme) regenval. Dat wordt door de gevolgen van klimaatverandering steeds belangrijker en de Partij voor de Dieren is dan ook blij dat de gemeente Utrecht meedoet aan initiatieven als project Steenbreek en het NK Tegelwippen.

Maar terwijl gemeente en inwoners aan het tegelwippen zijn, zijn tegelijkertijd anderen juist aan het bouwen. Uitbouwen en aanbouwen van een woning dragen bij aan de financiële waarde ervan en aan de leefruimte van de huiseigenaar. De huidige woningmarkt maakt de aantrekkelijkheid van uitbouwen alleen maar groter. Helaas gaan het uitbouwen van en aanbouwen aan woningen ten koste van groene stadstuinen, die juist zo belangrijk zijn voor klimaatadaptatie en natuur. Bouwwerkzaamheden leiden met regelmaat tot overlast voor omwonenden. De Partij voor de Dieren maakt zich daarom zorgen over de hoeveelheid uitbouwen in tuinen in onze gemeente.

Uitbouwen tot maximaal vier meter (onder de naam ‘bijbehorend bouwwerk’) zijn door landelijke wetgeving vergunningsvrij toegestaan. Amsterdam laat echter zien dat het mogelijk is om in ruimtelijke regelgeving vast te leggen dat voor uitbouwen een vergunning nodig is. Dit leidt tot een betere regulering van aan- en uitbouwen. De Volkskrant schreef op 16 september dat er in Amsterdam minder vergunningen voor een uitbouw worden gegeven, zodat er meer tuinruimte overblijft. En dat in het stadsdeel Oud-West nieuw aangelegde tuinen voor maximaal de helft uit tegels mogen bestaan, omdat dit stadsdeel ‘extra kwetsbaar’ is bij extreme neerslag.

Het vergunningplichtig maken van uitbouwen betekent niet dat uitbouwen verboden wordt, maar wel dat er een afweging gemaakt kan worden tussen de belangen van de aanvrager die bijvoorbeeld door gezinsverandering meer leefruimte wenst, en de anderzijds de belangen van omwonenden en klimaatadaptatie.

Naar aanleiding hiervan heeft de Partij voor de Dieren de volgende vragen:

1. Is het college het met ons eens dat het uitbouwen en aanbouwen in tuinen van inwoners contraproductief werkt in de strijd voor klimaatadaptatie? Zo nee, waarom niet?

Nee, dit hoeft niet altijd het geval te zijn. Als bijvoorbeeld bestaande verharding wordt ingeruild voor bebouwing en op die bebouwing wordt een groen dak of worden zonnepanelen geplaatst, dan zien wij dat als een wenselijke ontwikkeling (ook al neemt het bebouwde oppervlak daardoor toe).

2. Deelt het college de indruk dat het aantal signalen van bewoners die hinder ervaren van vergunningsvrije uitbouwen van buren toeneemt? Zo nee, waarom niet?

Het bouwtoezicht ontvangt regelmatig signalen dat de buren een vergunningsvrije uitbouw te groot of te diep vinden. Landelijke wet- en regelgeving bepaalt echter dat iedereen zijn of haar erf tot op zekere hoogte vrij mag inrichten (artikel 2 van Bijlage II bij het Besluit omgevingsrecht). Het bouwtoezicht legt de klant dan uit wat de regels zijn en geeft daarbij aan dat de gemeente deze wetgeving lokaal niet mag inperken.

3. Kan het college aangeven hoe het aantal uitbouwen in tuinen van woningen zich in de afgelopen jaren heeft ontwikkeld?

Wij houden niet bij wat er vergunningsvrij in de stad gebouwd mag worden. Wel heeft een stagiaire in 2016 onderzoek gedaan naar de effecten van vergunningsvrij bouwen in de stad. Bij brief van 26 augustus 2016 bent u schriftelijk door de portefeuillehouder geïnformeerd en is het gemaakte rapport met uw raad gedeeld.

4. Deelt het college de inschatting dat nieuwe regels over vergunningen voor aanbouwen en opbouwen kunnen bijdragen aan het beter meewegen van de belangen van klimaatadaptatie en hinder voor omwonenden? Waarom?

Ja, het kan helpen als in de landelijke regelgeving voor vergunningsvrij bouwen randvoorwaarden over duurzaamheid worden opgenomen.

5. Als Utrecht, net als Amsterdam, regels hiervoor zou wensen in te voeren, welke instrumenten zouden dan geschikt zijn (zoals APV, bestemmingsplannen, omgevingsvisie, etc.) en op welke termijn zouden hier wijzigingen kunnen worden ingevoerd?

Wij achten het niet wenselijk om de mogelijkheden voor vergunningsvrij bouwen in te perken. Het is niet voor iedereen weggelegd om een wooncarrière te maken. Het vergunningsvrij uitbreiden van bestaande bebouwing voorziet in een (maatschappelijke) behoefte. Inhoudelijk: een dergelijke regeling hoort thuis in het bestemmingsplan. Een omgevingsvisie is alleen bindend voor het gemeentebestuur zelf en kan geen regels voor burgers bevatten.

De gemeenteraad van Amsterdam heeft het bestemmingsplan Oud West 2018 1e herziening (NL.IMRO.0363.E2001BPSTD-VG01) op 15 februari 2021 vastgesteld. Deze herziening bevat een regeling om vergunningvrij bouwen te verbieden. Die regeling is vergelijkbaar met de eerder vastgestelde regeling in het bestemmingsplan "De Pijp 2018 1e herziening”. Op 10 februari 2021 heeft de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State geoordeeld dat die regeling in strijd is met de wet. De onderbouwing van het bestemmingsplan Oud West 2018 1e herziening lijkt te zijn voorzien van betere motivering, zodat er een kans bestaat dat de rechter bij de beoordeling van dat bestemmingsplan tot een ander oordeel komt.

De inwerkingtreding van de Omgevingswet heeft wel tot gevolg dat de vergunningsvrije bouwwerken op het erf deel gaan uitmaken van het omgevingsplan. Dat betekent dat de gemeente op dat moment wel de bevoegdheid krijgt om regels over erfbebouwing te stellen.

6. Welke mogelijkheden zouden er zijn om op kortere termijn, door bijvoorbeeld een voorbereidingsbesluit, het behandelen van vergunningaanvragen voor uitbouwen voorlopig te bevriezen, in afwachting van eventueel aanpassen van regelgeving hieromtrent?

Het nemen van een voorbereidingsbesluit heeft geen gevolg voor vergunningsvrij bouwen, omdat dergelijke bebouwing nu juist zonder omgevingsvergunning is toegestaan. Daarnaast achten wij het niet wenselijk om (door middel van een voorbereidingsbesluit) de vergunningplichtige uitbreidingsmogelijkheden van woningen te bevriezen.

Anne Sasbrink, Partij voor de Dieren