Schrif­te­lijke vragen Stop met gebruik van tropisch hardhout in Utrecht


Indiendatum: 8 sep. 2021

Schriftelijke vragen 220/2021

In de gemeente Utrecht wordt onder meer bij damwanden en vlonders gebruik gemaakt van tropisch hardhout. Zoals het college ongetwijfeld weet zijn de gebieden waar dergelijk hout wordt gekapt steeds meer in gevaar en worden de biodiversiteit en het leefgebied van menselijke en dierlijke bewoners van deze gebieden ernstig bedreigd. De herkomst van hout uit de tropen met keurmerken is moeilijk tot niet traceerbaar en tropisch hardhout betreft dus vaak illegale kap. Zowel het kappen van de bomen als het transport ervan heeft een hoge CO2 belasting en leidt tot een achteruitgang van leefgebied van flora, fauna en lokale bevolking.

Gebieden worden niet alleen bedreigd door grootschalige houtkap, maar ook door de aanleg van palmolie- en sojaplantages en andere voor de natuur invasieve activiteiten door de mens. Westerse landen dragen hier voor een heel groot gedeelte aan bij, onder meer door het gebruik van tropisch hardhout.

De Partij voor de Dieren heeft hierover de volgende vragen aan het college:

1. Is het college het met de Partij voor de Dieren eens dat het gebruik van tropisch hardhout zeer onwenselijk is gezien de negatieve effecten van het kappen van bomen op tropische bossen, de biodiversiteit en de (oorspronkelijke) menselijke en dierlijke bewoners van deze gebieden, en ook overbodig? Zo nee, waarom niet?

2. Voor welke toepassingen, hoe vaak en waar wordt door de gemeente Utrecht gebruik gemaakt van tropisch hardhout, zowel in de openbare ruimte als in gemeentelijke gebouwen?

3. Waarom kiest het college ervoor om (nieuw) tropisch hardhout te gebruiken?

4. Welke eisen stelt het college aan dit hardhout in de zin van keurmerken, duurzaamheid, bescherming van bossen en biodiversiteit e.d.?

5. Welke duurzame alternatieven zijn er voor het gebruik van tropisch hardhout in de gemeente Utrecht, uitgesplitst naar de diverse toepassingen?

6. Is het college bereid zich door experts te laten adviseren over de verschillende alternatieven die er zijn voor tropisch hardhout (zoals kunststof, staal of andere houtsoorten met dezelfde duurzaamheidsklasse en producteigenschappen en uitstraling)? Zo nee, waarom niet? Zo ja, welke en per wanneer?

7. Is het college bereid om over te schakelen naar duurzame en eerlijke, innovatieve alternatieven voor tropisch hardhout en volledig af te zien van het gebruik van tropisch hardhout in de openbare ruimte en binnen gebouwen? Zo nee, waarom niet?

Anne Sasbrink, Partij voor de Dieren

Indiendatum: 8 sep. 2021
Antwoorddatum: 1 nov. 2021

Schriftelijke vragen 220/2021

In de gemeente Utrecht wordt onder meer bij damwanden en vlonders gebruik gemaakt van tropisch hardhout. Zoals het college ongetwijfeld weet zijn de gebieden waar dergelijk hout wordt gekapt steeds meer in gevaar en worden de biodiversiteit en het leefgebied van menselijke en dierlijke bewoners van deze gebieden ernstig bedreigd. De herkomst van hout uit de tropen met keurmerken is moeilijk tot niet traceerbaar en tropisch hardhout betreft dus vaak illegale kap. Zowel het kappen van de bomen als het transport ervan heeft een hoge CO2 belasting en leidt tot een achteruitgang van leefgebied van flora, fauna en lokale bevolking.

Gebieden worden niet alleen bedreigd door grootschalige houtkap, maar ook door de aanleg van palmolie- en sojaplantages en andere voor de natuur invasieve activiteiten door de mens. Westerse landen dragen hier voor een heel groot gedeelte aan bij, onder meer door het gebruik van tropisch hardhout.

De Partij voor de Dieren heeft hierover de volgende vragen aan het college:

1. Is het college het met de Partij voor de Dieren eens dat het gebruik van tropisch hardhout zeer onwenselijk is gezien de negatieve effecten van het kappen van bomen op tropische bossen, de biodiversiteit en de (oorspronkelijke) menselijke en dierlijke bewoners van deze gebieden, en ook overbodig? Zo nee, waarom niet?

Vanwege de door de vraagsteller genoemde impact op mens, dier en natuur vinden wij toepassing van ongecertificeerd tropisch hardhout onwenselijk. Utrecht is partner van Forest Stewardship Council (FSC) en koopt daarmee al jaren duurzaam in volgens de Wereld Natuur Fonds (WNF)-principes van duurzaam bosbeheer, bedoeld om bossen en haar inwoners wereldwijd te beschermen. Binnen de gemeente Utrecht wordt tropisch hardhout spaarzaam toegepast, mits voorzien van het juiste certificaat.

2. Voor welke toepassingen, hoe vaak en waar wordt door de gemeente Utrecht gebruik gemaakt van tropisch hardhout, zowel in de openbare ruimte als in gemeentelijke gebouwen?

In de openbare ruimte wordt soms op verschillende plekken tropisch hardhout toegepast. Je moet dan denken aan fiets- en voetgangersbruggen in bijvoorbeeld parken, maar ook aan beschoeiingen of grond/waterkeringen. We zijn kritisch op het gebruik ervan en we kijken goed of we ook andere materialen kunnen gebruiken. Ook zorgen we ervoor door slim (luchtig) te detailleren zodat het hardhout dat we toepassen nog langer meekan gaan en we daarmee op langere termijn materiaal besparen. In gemeentelijke gebouwen wordt selectief FSC goedgekeurd hardhout gebruikt voor bijvoorbeeld kozijnen vanwege de sterke eigenschappen en lange levensduur. Gegevens over precieze hoeveelheden worden niet bijgehouden. Ontwikkelingen zoals Cross Laminated Timber (kruislaaghout) dat zacht hout harde eigenschappen geeft, volgen wij op de voet.

3. Waarom kiest het college ervoor om (nieuw) tropisch hardhout te gebruiken?

De gemeente kiest het materiaal dat past bij de desbetreffende toepassing. We schrijven geen tropisch hardhout voor. In ons Handboek Openbare Ruimte schrijven we alleen sterkteklassen van materiaal voor. Naast functionaliteit en levensduur letten we daarbij ook op een verantwoorde herkomst, zo min mogelijk milieuschade en circulariteit, zoals vermeld in het actieplan Maatschappelijk Verantwoord Inkopen, en het tevens door u goedgekeurde inkoopbeleid en plan Utrecht Circulair. Hardhout passen we alleen toe op plekken waar geen beter alternatief is. Hardhout heeft namelijk eigenschappen qua sterkte en weerbestendigheid die andere lokale (hardhout) soorten niet hebben, waardoor er soms toch voor wordt gekozen. Daarbij wordt ook gekeken naar hergebruik van tropisch hardhout dat vrijkomt bij weg- en waterbouwkundige werken en nog goed genoeg is voor een tweede leven. Dit spaart nieuw hout uit.

4. Welke eisen stelt het college aan dit hardhout in de zin van keurmerken, duurzaamheid, bescherming van bossen en biodiversiteit e.d.?

Als wij als gemeente hout afkomstig uit bossen toepassen in projecten of zelf inkopen, dan schrijven we voor dat dit hout uit duurzaam beheerde bossen afkomstig moet zijn, volgens de tien principes van verantwoord bosbeheer van FSC en ons duurzame inkoopbeleid. Dit is ook zo in ons moederbestek opgenomen. De verantwoorde herkomst wordt geverifieerd door een door de Timber Procurement Assessment Committee (TPAC) goedgekeurde certificeringsinstantie zoals FSC. Daarnaast stelt ons inkoopbeleid dat we in risicoketens zoals hout actieve due diligence voeren, gepaste zorgvuldigheid. Dit verplicht zowel leveranciers/aannemers als de gemeente om risico’s in de keten te signaleren en aan te pakken.

5. Welke duurzame alternatieven zijn er voor het gebruik van tropisch hardhout in de gemeente Utrecht, uitgesplitst naar de diverse toepassingen?

We passen alleen tropisch hout toe waar er geen gelijkwaardig alternatief voorhanden is. Voor sommige toepassingen kan hout uit eigen stad, regio of land als alternatief dienen voor tropisch hardhout. Het zorgt voor een relatief kleine kringloop, voorkomt transport over lange afstand met de nodige CO2-uitstoot en uitstoot van andere schadelijke stoffen en is vanuit die optiek te prefereren boven hout van ver weg (al is dit wel afhankelijk van het type transport). We zetten daar al steeds meer op in. Zo wordt in de openbare ruimte al hout toegepast bij bijvoorbeeld bruggen en bankjes van bomen die in de stad gekapt moeten worden. In Leeuwesteyn wordt hout van gevelde bomen hergebruikt in het gebied. Bij houten bruggen zetten we de palen niet meer in het water, maar vervangen dit deel door beton, waardoor het geheel langer meegaat. Voor sommige toepassingen is hardhout de betere optie. Bij beschoeiingen zijn delen die geheel onder water zitten van naaldhout en op de wind-/waterlijn van hardhout.

6. Is het college bereid zich door experts te laten adviseren over de verschillende alternatieven die er zijn voor tropisch hardhout (zoals kunststof, staal of andere houtsoorten met dezelfde duurzaamheidsklasse en producteigenschappen en uitstraling)? Zo nee, waarom niet? Zo ja, welke en per wanneer?

Wij consulteren met regelmaat deskundigen en marktpartijen over nieuwe ontwikkelingen, technieken en materialen. Het afgelopen jaar hebben we doorlopend experts uit zowel de houtsector als bosbeheer in meerdere expertsessies geraadpleegd omtrent verantwoorde houtbouw. De komende tijd zal, mede op advies van experts, onderzocht worden of en waar meer hout ‘van eigen bodem’ (lokaal, regionaal en landelijk’) is toe te passen. Er wordt ook naar gerecycled kunststof gekeken als alternatief, maar dat heeft het nadeel dat het krimpt en bros wordt onder invloed van zon en microplastics afgeeft in het milieu. Bamboe is een nieuw materiaal met sterke eigenschappen dat mogelijk nieuwe kansen biedt.

7. Is het college bereid om over te schakelen naar duurzame en eerlijke, innovatieve alternatieven voor tropisch hardhout en volledig af te zien van het gebruik van tropisch hardhout in de openbare ruimte en binnen gebouwen? Zo nee, waarom niet?

Ja, waar mogelijk passen we alternatieven toe. We passen tropisch hout van geverifieerde oorsprong al selectief en gericht toe waar het moet. Experts van het WNF en FSC-Nederland waarschuwen dat wanneer de Europese vraag naar verantwoord tropisch hardhout plots zou verdwijnen, dit de deur openzet voor landen/continenten die minder waarde hechten aan duurzaam bosbeheer. In het licht van de houtbouwinnovaties volgen we de ontwikkelingen op de voet en passen alternatieven toe daar waar mogelijk.

Anne Sasbrink, Partij voor de Dieren