Schriftelijke vragen Toename eetstoornissen in coronatijd
Indiendatum: 12 jan. 2021
Schriftelijke vragen 7/2021
In 2019 werd door K-EET, het landelijk samenwerkingsverband van professionals op het gebied van eetstoornissen ‘Ketenaanpak Eetstoornissen’, de noodklok geluid dat als de anorexiazorg in Nederland niet op korte termijn zou verbeteren, er meer levensbedreigende situaties zouden ontstaan. De zorg rond eetstoornissen, en in dit geval anorexia, moet structureel beter om lange wachtlijsten te voorkomen en vroegsignalering van eetstoornissen te bevorderen. Vaak krijgen mensen, voornamelijk jongeren, met beginnende eetstoornisproblematiek te laat hulp waardoor hun situatie verslechtert en de druk op specialistische klinieken toeneemt. De Minister van Volksgezondheid heeft naar aanleiding daarvan K-EET gevraagd om met een plan van aanpak te komen, welke in
2019 werd gepubliceerd. Op 14 december 2020 was er een Nieuwsuur item over de toename van eetstoornissen in coronatijd. K-EET signaleert dat er afgelopen maanden een toename is van het aantal aanmeldingen van eetstoornispatiënten. Artsen en GGZ-psychologen spraken hun zorgen uit over deze toename en de crisismeldingen van jongeren met een eetstoornis.
Daarom stellen de fracties de volgende vragen:
1. In hoeverre is er een toename van (crisis)meldingen van eetstoornissen in Utrecht
gesignaleerd? Zo ja, is de gemeente in gesprek met hulpinstanties over deze toename?
Eetstoornisproblematiek is complex en hangt vaak samen met andere (mentale gezondheids-)problematiek. Het landelijk samenwerkingsverband K-EET zet zich in voor een regionale expertisenetwerk aanpak rondom eetstoornissen, om deze eerder te herkennen en beter te behandelen. Per 1 februari 2020 is in Noord-Holland en Friesland/Groningen/Drenthe een regionaal expertisenetwerk aanpak gestart. Het gaat hierbij ook om preventie en de samenwerking tussen ouders, scholen en gemeenteteams.
2. Kan het college vertellen hoe nu op dit moment het contact tussen gemeente, buurtteams, onderwijsinstellingen en andere professionals is op het gebied van eetstoornissenproblematiek?
3. Is het college bereid om te kijken of er ook een regionaal expertisenetwerk aanpak in Utrecht gerealiseerd kan worden? Zo ja, wat is hiervoor nodig om dit te realiseren? Zo nee, waarom niet? En wat kan de gemeente dan extra doen om reguliere hulpinstanties te ondersteunen om deze problematiek te ondervangen?
4. Als regio en stad kunnen we leren van de ervaringen uit de eerste twee expertisenetwerken. Ook kan netwerkvorming van professionele organisaties op gebied van eetstoornissen versneld worden en expertise gebundeld worden. Kan het college met K-EET en de twee expertisenetwerken om de tafel om op te halen wat Utrecht kan gebruiken en toepassen om preventie, en voorlichting en aanpak van eetstoornisproblematiek te verbeteren?
Toename van de problematiek vraagt veel van medewerkers. We krijgen signalen dat met name in de jeugdzorg sprake is van een toename van patiënten en dat vaker sondevoeding toegediend moet worden. Dit vraagt niet alleen expertise, maar ook kwantitatief meer ‘handen aan het bed’.
5. Kan het college aangeven of, en zo ja in welke mate hier sprake van is in Utrecht? Kan het college aangeven of, en zo ja in welke mate dit leidt tot een capaciteitsprobleem in de zorg qua beschikbare plekken en bedden enerzijds, en zorgmedewerkers anderzijds?
6. Wanneer sprake is van een krappe capaciteit qua plekken/bedden en zorgmedewerkers,
welke oplossingen ziet het college hiervoor?
7. Welke kansen ziet het college om mensen gedwongen thuis zijn te komen zitten als gevolg van de lockdown, te stimuleren om trainingen te volgen zodat deze mensen in de zorg ingezet kunnen zoals bij eetstoornisklinieken om bijvoorbeeld ondersteuning te bieden?
Tessa Sturkenboom, Student & Starter
Maarten van Heuven, Partij voor de Dieren
Hester Assen, PvdA
Dimitri Gilissen, VVD
Rachel Streefland, ChristenUnie
Ruurt Wiegant, SP
Marcel Vonk, GroenLinks
Bert van Steeg, CDA
Has Bakker, D66
Mahmut Sungur, DENK
Achtergrondinformatie:
Indiendatum:
12 jan. 2021
Antwoorddatum: 17 feb. 2021
Schriftelijke vragen 7/2021
In 2019 werd door K-EET, het landelijk samenwerkingsverband van professionals op het gebied van eetstoornissen ‘Ketenaanpak Eetstoornissen’, de noodklok geluid dat als de anorexiazorg in Nederland niet op korte termijn zou verbeteren, er meer levensbedreigende situaties zouden ontstaan. De zorg rond eetstoornissen, en in dit geval anorexia, moet structureel beter om lange wachtlijsten te voorkomen en vroegsignalering van eetstoornissen te bevorderen. Vaak krijgen mensen, voornamelijk jongeren, met beginnende eetstoornisproblematiek te laat hulp waardoor hun situatie verslechtert en de druk op specialistische klinieken toeneemt. De Minister van Volksgezondheid heeft naar aanleiding daarvan K-EET gevraagd om met een plan van aanpak te komen, welke in
2019 werd gepubliceerd. Op 14 december 2020 was er een Nieuwsuur item over de toename van eetstoornissen in coronatijd. K-EET signaleert dat er afgelopen maanden een toename is van het aantal aanmeldingen van eetstoornispatiënten. Artsen en GGZ-psychologen spraken hun zorgen uit over deze toename en de crisismeldingen van jongeren met een eetstoornis.
Daarom stellen de fracties de volgende vragen:
1. In hoeverre is er een toename van (crisis)meldingen van eetstoornissen in Utrecht
gesignaleerd? Zo ja, is de gemeente in gesprek met hulpinstanties over deze toename?
De gemeente registreert vanuit haar rol in de Jeugdhulp niet op het niveau van problematiek, maar overlegt zeer regelmatig met haar zorgpartners. Daar komen signalen aan de orde en wordt besproken welke ontwikkelingen meer inzet of aandacht vragen. We zien verschillende effecten van corona op jeugdigen zoals ook al is gedeeld in de raadsbrieven ‘Update gevolgen en aanpak coronavirus’ en in de raadsbrieven over de ontwikkelingen in de jeugdhulp. Landelijk worden er inderdaad signalen gegeven over een stijging van de vragen t.a.v. eetstoornissen. De partners in Utrecht t.a.v. Jeugd geven aan dat er in enkele wijk een toename lijkt te zijn van vragen/verergerde problematiek t.a.v. eetstoornissen. Deze jongeren waren ook voor corona al in zorg of in beeld, maar de lockdown heeft een versterkende impact of is een trigger voor opnieuw opkomen van problematiek.
Het gaat hier om kleine aantallen en het is het nu nog te vroeg om dat te kunnen duiden als een stijging. Dus op het totaal van de stad is er nu naar het beeld van de partners geen stijging te concluderen. We blijven – over de landelijke signalen en de Utrechtse signalen over de effecten op jongeren- met elkaar in gesprek om de ontwikkelingen te monitoren en op in te spelen.
Eetstoornisproblematiek is complex en hangt vaak samen met andere (mentale gezondheids-)problematiek. Het landelijk samenwerkingsverband K-EET zet zich in voor een regionale expertisenetwerk aanpak rondom eetstoornissen, om deze eerder te herkennen en beter te behandelen. Per 1 februari 2020 is in Noord-Holland en Friesland/Groningen/Drenthe een regionaal expertisenetwerk aanpak gestart. Het gaat hierbij ook om preventie en de samenwerking tussen ouders, scholen en gemeenteteams.
2. Kan het college vertellen hoe nu op dit moment het contact tussen gemeente, buurtteams, onderwijsinstellingen en andere professionals is op het gebied van eetstoornissenproblematiek?
Er wordt door onze partners in de Jeugdhulp en voorveld samengewerkt om zo goed mogelijke zorg te bieden. Vanaf 2020 werkt de specialistische jeugdhulp buurtgericht. Dat maakt een intensieve samenwerking mogelijk met het gezin en andere betrokkenen, zoals huisarts, buurtteam, school, sportclub, familie en vrienden. Een specialist kan bijvoorbeeld meedenken met de gezinswerker van het buurtteam, zonder dat er een verwijzing of overdracht nodig is. De specialist en de partijen uit de basiszorg werken als team samen met en voor de cliënt waardoor er zo min mogelijk sprake is van overdracht, nieuwe intakes, enzovoorts. Als er expertise nodig is voor een jongere, dan kan bijvoorbeeld het onderwijs schakelen met een partner uit de kernpartneraanpak waaronder het buurtteam en/of met de huisarts. Zij kunnen de buurtgerichte specialisten van KOOS en Spoor030 en (kinder)artsen betrekken. Waar meer expertise nodig is betrekken de specialisten uit de buurt onze landelijke partner die specifiek op eetstoornissen is gericht (Rintveld). Dit alles met als doel om niet van de ene partij naar de ander door te verwijzen, maar te werken van uit een integrale aanpak vanuit het één gezin, een plan principe. Er wordt met de jongere/het gezin gekeken wat er nodig is op alle leefgebieden en hoe daarin samen te werken. We horen
terug dat de samenwerking van deze lokale specialisten met de specialisten van Rintveld goed gaat en helpend is voor de jongeren/ouders.
3. Is het college bereid om te kijken of er ook een regionaal expertisenetwerk aanpak in Utrecht gerealiseerd kan worden? Zo ja, wat is hiervoor nodig om dit te realiseren? Zo nee, waarom niet? En wat kan de gemeente dan extra doen om reguliere hulpinstanties te ondersteunen om deze problematiek te ondervangen?
De gemeente stimuleert bovenregionale kennisdeling, -ontwikkeling over en samenwerking rondom minder vaak voorkomende vraagstukken in onze stad. We benutten hiervoor ook de landelijke opdracht voor de ontwikkeling van expertisenetwerken voor de provincies Flevoland – Utrecht (meer informatie hierover is te lezen bij de algemene doelstelling van het programma Ondersteuning op Maat in de programmabegroting 2021). Utrecht is hiervoor coördinerend gemeente. We zien expertise op eetstoornissen als een onderwerp dat goed past binnen de expertisenetwerken Flevoland - Utrecht.
Zoals u onder vraag 4 aangeeft is in 2020 met een netwerk in Noord-Holland en Noord-Nederland gestart met K-EET, een landelijke ketenaanpak voor eetstoornissen. Vanuit K-EET is recent een verkenning gestart voor een netwerk voor Midden-Nederland. Onderdeel hiervan is het in beeld brengen van waar werkwijzen, samenwerking en expertise kan worden versterkt. Hierbij is een aantal professionals vanuit onze Utrechtse zorgpartijen betrokken. Dit betekent dat de eerste stappen voor de ontwikkeling van een regionaal expertisenetwerk rondom eetstoornissen zijn gezet. De komende periode wordt afgestemd met de procesbegeleider van dit netwerk. Hierin zal ook gesproken worden over wat professionals in dit netwerk zien dat belangrijk is om deze zorg tijdig, passend en op maat te bieden en welke verbeteringen zij hierin willen oppakken samen met de sociale basis en basiszorg. Omdat het relatief weinig voorkomende vragen zijn, is voor een dergelijk expertisenetwerk een grotere
schaal dan de stad helpend. We gaan dit initiatief daarom verbinden aan de ontwikkeling van de expertisenetwerken Flevoland – Utrecht.
4. Als regio en stad kunnen we leren van de ervaringen uit de eerste twee expertisenetwerken. Ook kan netwerkvorming van professionele organisaties op gebied van eetstoornissen versneld worden en expertise gebundeld worden. Kan het college met K-EET en de twee expertisenetwerken om de tafel om op te halen wat Utrecht kan gebruiken en toepassen om preventie, en voorlichting en aanpak van eetstoornisproblematiek te verbeteren?
Zie het antwoord op vraag 3.
Toename van de problematiek vraagt veel van medewerkers. We krijgen signalen dat met name in de jeugdzorg sprake is van een toename van patiënten en dat vaker sondevoeding toegediend moet worden. Dit vraagt niet alleen expertise, maar ook kwantitatief meer ‘handen aan het bed’.
5. Kan het college aangeven of, en zo ja in welke mate hier sprake van is in Utrecht? Kan het college aangeven of, en zo ja in welke mate dit leidt tot een capaciteitsprobleem in de zorg qua beschikbare plekken en bedden enerzijds, en zorgmedewerkers anderzijds?
Zie antwoord onder vraag 1 en 3. Er zijn ons vanuit de jeugdhulp in het algemeen signalen bekend dat het in de huidige arbeidsmarkt ingewikkeld is om goed geschoolde en ervaren professionals aan te trekken. De landelijke partner (Rintveld) op het gebied van eetstoornissen (voor jeugdigen vanuit de Jeugdwet en boven de 18 jaar vanuit de ZVW) merkt wel een toename van jongeren met eetstoornissen in crisis en ervaart ook gebrek aan plekken.
6. Wanneer sprake is van een krappe capaciteit qua plekken/bedden en zorgmedewerkers,
welke oplossingen ziet het college hiervoor?
Zoals bij vraag 5 aangegeven zijn er t.a.v. jeugdhulp ons signalen bekend dat het ingewikkeld is om goed geschoolde en ervaren professionals aan te trekken. Zoals aangegeven onder de beantwoording van vraag 1 is er sprake van zeer intensief overleg met partners, waarin ook capaciteitsvraagstukken besproken kunnen worden en partijen daarin samen kunnen optrekken. Verder willen wij dat het voor professionals aantrekkelijk is om te werken voor de kinderen en gezinnen uit onze stad. Met het bieden van ruimte voor professionele afwegingen en het beperken van de administratieve lasten dragen wij hier als opdrachtgever aan bij.
Voor wat betreft de wachttijden bij de landelijke aanbieder van specialistische expertise op
eetstoornissen wordt er ingezet op een goede samenwerking met het lokale veld, om waar dat mogelijk is opnames te voorkomen. Er is regelmatig overleg van deze landelijke partij met alle aanbieders om de spoedopnames te kunnen laten plaats vinden. NB: Als het gaat om inzet op 18+ jongeren en somatische inzet zoals het toedienen van sondevoeding
in het ziekenhuis dan heeft de gemeente geen directe rol.
7. Welke kansen ziet het college om mensen gedwongen thuis zijn te komen zitten als gevolg van de lockdown, te stimuleren om trainingen te volgen zodat deze mensen in de zorg ingezet kunnen zoals bij eetstoornisklinieken om bijvoorbeeld ondersteuning te bieden?
De hulp die dit betreft wordt geboden door hooggeschoolde professionals (HBO(+) SKJ of BIG
geregistreerd). Dat maakt inzet van deze professionals op de korte termijn (n.a.v. de lockdown) niet mogelijk.
Tessa Sturkenboom, Student & Starter
Maarten van Heuven, Partij voor de Dieren
Hester Assen, PvdA
Dimitri Gilissen, VVD
Rachel Streefland, ChristenUnie
Ruurt Wiegant, SP
Marcel Vonk, GroenLinks
Bert van Steeg, CDA
Has Bakker, D66
Mahmut Sungur, DENK
Achtergrondinformatie:
Wij staan voor:
Interessant voor jou
Mondelinge vragen Houtstook in corporatiewoningen
Lees verderMondelinge vragen Ratten- en muizenvallen Overvecht
Lees verder