Schrif­te­lijke vragen Uitsterf­beleid Fossiele Tank­sta­tions


Indiendatum: 8 sep. 2022

Schriftelijke vragen 2022

Deze zomer –met extreme hitte en droogte– was een extra bevestiging dat de klimaatcrisis in alle heftigheid is losgebarsten. Het gebruik van fossiele brandstoffen is één van de grote klimaatopwarmers. Gelukkig komt er per 2035 door EU-beleid een einde aan de verkoop van auto's met een verbrandingsmotor. Wat Partij voor de Dieren, GroenLinks en D66 betreft is het wenselijk om op tijd na te gaan denken over de positie van tankstations in een fossielvrije stad. In elk geval één overheid is al zover: in Petaluma, Californië, is het sinds 1 maart 2021 verboden om nieuwe tankstations voor fossiele brandstoffen te openen. Partij voor de Dieren, GroenLinks, D66 en Student & Starter zouden graag zien dat ook Utrecht een vergelijkbare stap zet als onderdeel van de transitie naar duurzaam vervoer en hebben de volgende vragen, waarbij we graag gebruik maken van de beantwoording van SV/2020 nr. 292.

  1. Deelt het college de mening van onze fracties dat in Utrecht, om bij te dragen aan een klimaatneutrale planeet, op termijn geen fossiele brandstoffen meer verkocht zouden moeten worden? Zo ja, wat zou hiervoor een mooie termijn zijn? Zo nee, waarom niet?
  2. Ten tijde van de beantwoording van SV/2020 nr. 292 telde de gemeente Utrecht 21 brandstofverkooppunten (Citaat: ‘19 voor motorbrandstof, al dan niet met LGP, 1 aardgasvulpunt en 1 tankstation voor biobrandstof’). Hoeveel tankstations voor fossiele brandstoffen telt Utrecht op dit moment?
  3. Vrijwel alle huidige brandstofverkooppunten bevinden zich op grond van de gemeente, zo lezen we in de beantwoording van SV/2020 nr. 292. Met de meeste heeft de gemeente een tijdelijk verhuurcontract (van meestal 10 jaar) en met een enkele een erfpachtconstructie. Hoe eenvoudig is het om een tijdelijk huurcontract en een erfpachtconstructie te laten aflopen?
  4. In hoeverre is het mogelijk om in de gemeente Utrecht een ‘uitsterfbeleid’ voor fossiele tankstations in te voeren – waarmee we bedoelen: bestaande fossiele tankstations worden vervangen door elektrische laadstations of ze sluiten?
  5. Welke bevoegdheden heeft het college nodig voor zo’n uitsterfbeleid en welke rol kan de gemeenteraad hier spelen?
  6. In hoeverre moeten we rekening houden met de vestiging van nieuwe brandstofverkooppunten in de gemeente Utrecht? Is het college bekend met plannen hiervoor? Zo ja, hoeveel nieuwe stations en waar?
  7. Heeft het college afdoende instrumenten om aanvragen voor nieuwe brandstofverkooppunten eventueel te kunnen weigeren en welke rol kan de gemeenteraad hier spelen?
  8. Als het college het met ons eens is dat we een uitsterfbeleid voor tankstations voor fossiele brandstoffen zouden moeten invoeren, is het college bereid om met een plan te komen dat tot doel heeft:
    a) de vestiging van nieuwe tankstations voor fossiele brandstoffen binnen de gemeentegrenzen van Utrecht niet toe te staan;
    b) het aantal bestaande fossiele tankstations af te bouwen;
    c) daar een voorstel aan toe te voegen wat we met eventueel vrijvallende ruimte kunnen doen (als in: wordt het een laadstation voor elektrische voertuigen, wordt het gebruikt om bomen en struiken, of iets anders?).
    Zo ja, op welke termijn?

Maarten van Heuven, Partij voor de Dieren
Rachel Heijne, GroenLinks
Ralph Peters, D66
Annemarijn Oudejans, Student & Starter

Indiendatum: 8 sep. 2022
Antwoorddatum: 16 dec. 2022

Schriftelijke vragen 2022

Deze zomer –met extreme hitte en droogte– was een extra bevestiging dat de klimaatcrisis in alle heftigheid is losgebarsten. Het gebruik van fossiele brandstoffen is één van de grote klimaatopwarmers. Gelukkig komt er per 2035 door EU-beleid een einde aan de verkoop van auto's met een verbrandingsmotor. Wat Partij voor de Dieren, GroenLinks en D66 betreft is het wenselijk om op tijd na te gaan denken over de positie van tankstations in een fossielvrije stad. In elk geval één overheid is al zover: in Petaluma, Californië, is het sinds 1 maart 2021 verboden om nieuwe tankstations voor fossiele brandstoffen te openen. Partij voor de Dieren, GroenLinks, D66 en Student & Starter zouden graag zien dat ook Utrecht een vergelijkbare stap zet als onderdeel van de transitie naar duurzaam vervoer en hebben de volgende vragen, waarbij we graag gebruik maken van de beantwoording van SV/2020 nr. 292.

1. Deelt het college de mening van onze fracties dat in Utrecht, om bij te dragen aan een klimaatneutrale planeet, op termijn geen fossiele brandstoffen meer verkocht zouden moeten worden? Zo ja, wat zou hiervoor een mooie termijn zijn? Zo nee, waarom niet?

Antwoord: Ja, vanaf 2035 mogen van de Europese Wetgeving geen brandstofvoertuigen meer verkocht worden. De vraag naar fossiele brandstoffen zal daardoor op termijn verdwijnen. Dan stopt ook de verkoop van fossiele brandstof. De gemiddelde levensduur van een personenauto in Nederland is 18 jaar. De verwachting is dat de verkoop van fossiele brandstoffen de komende jaren gaat dalen en rond 2050 stopt.

2. Ten tijde van de beantwoording van SV/2020 nr. 292 telde de gemeente Utrecht 21 brandstofverkooppunten (Citaat: ‘19 voor motorbrandstof, al dan niet met LGP, 1 aardgasvulpunt en 1 tankstation voor biobrandstof’). Hoeveel tankstations voor fossiele brandstoffen telt Utrecht op dit moment?

Antwoord: Dat aantal is onveranderd gebleven.

3. Vrijwel alle huidige brandstofverkooppunten bevinden zich op grond van de gemeente, zo lezen we in de beantwoording van SV/2020 nr. 292. Met de meeste heeft de gemeente een tijdelijk verhuurcontract (van meestal 10 jaar) en met een enkele een erfpachtconstructie. Hoe eenvoudig is het om een tijdelijk huurcontract en een erfpachtconstructie te laten aflopen?

Antwoord: De meeste huurovereenkomsten dateren uit de jaren ‘80 en lopen inmiddels voor onbepaalde tijd. Deze huurovereenkomsten kunnen door de gemeente worden opgezegd als minimaal één van de wettelijke opzeggingsgronden van toepassing zijn. De opzeggingsgronden zijn de volgende:

  1. Dringend eigen gebruik
  2. Geen goed huurderschap (slechte bedrijfsvoering)
  3. De huurder stemt niet in met een redelijk aanbod voor een nieuwe huurovereenkomst
  4. Verwezenlijking geldig bestemmingsplan
  5. Belangenafweging

Als de huurder niet met de huuropzegging instemt, dan moet er over de huurbeëindiging worden geprocedeerd. Een dergelijke procedure is kostbaar en kan lang duren. Bij eventuele toekomstige verhuringen kiest de gemeente voor een ander soort huurcontract waarbij de huurder minder beëindigingsbescherming heeft. Dat biedt de gemeente meer flexibiliteit. Er zijn twee locaties in erfpacht uitgegeven, te weten Lunettenbaan 100 en Atoomweg 2. Voor de Lunettenbaan 100 zijn de AV 1989 van toepassing verklaard. De canon wordt jaarlijks herzien op basis van een accountantsverklaring “verkopen jaar ervoor”. Voor de Atoomweg 2 zijn de AB 1983 van toepassing met een tienjaarlijkse canonherziening. Beide erfpachtrechten betreffende voortdurende erfpachtrechten. Alleen in het algemeen belang kunnen de erfpachtrechten worden opgezegd onder vergoeding van de opstal(len). Indien niet vrijwillig zal via onteigening de locatie moeten worden verkregen.

4. In hoeverre is het mogelijk om in de gemeente Utrecht een ‘uitsterfbeleid’ voor fossiele tankstations in te voeren – waarmee we bedoelen: bestaande fossiele tankstations worden vervangen door elektrische laadstations of ze sluiten?

Antwoord: De beleidskeuzes hierop worden uitgewerkt in een nog op te stellen Transitieplan Tankstations. De richtingen en keuzes die daarin nadere uitwerkingen krijgen zijn actief uitsterfbeleid, passief uitsterfbeleid en faciliterend beleid.
- Actief: de gemeente zegt de huurcontracten op en zoekt een nieuwe exploitant voor de locatie waarbij alleen ZE-verkoop is toegestaan. Dat is een kostbare optie omdat de huidige stationhouder uitgekocht moet worden als deze niet vrijwillig met de huuropzegging instemt, een eventuele huurbeëindigingsprocedure nadelig uitpakt of als een dergelijke rechtszaak moet worden vermeden. Voordeel is dat de gemeente regie kan voeren op de transitie en deze kan versnellen. De gemeenteraad moet daarvoor dan budget beschikbaar stellen.
- Passief: Door stationhouders niet toe te staan snelladers te plaatsen verdwijnen op termijn de inkomsten van het tankstation en zal deze sluiten. Na sluiting valt de grond terug aan de gemeente en kan daarvoor een nieuwe bestemming gevonden worden. Voordeel is dat er dan geen uitkoop nodig is. Nadeel is dat de transitie langer duurt, er tussentijds geen laders komen en er geen regie is op de ontwikkeling. Ook is het de vraag of de gemeente de plaatsing van laders juridisch gezien kan weigeren.
- Faciliterend: Door bestaande stationhouders toe te staan binnen de bestaande huurcontracten emissievrije brandstoffen (elektriciteit, waterstof) te gaan verkopen kan de transitie goeddeels op bestaande locaties gefaciliteerd worden. Zo ontstaat een geleidelijke transitie naar emissievrije brandstofverkoop zonder dat de gemeente daarvoor stationhouders moet uitkopen.

5. Welke bevoegdheden heeft het college nodig voor zo’n uitsterfbeleid en welke rol kan de gemeenteraad hier spelen?

Antwoord: Zowel voor locaties die door de gemeente gehuurd worden als locaties in eigendom van de stationhouders zijn verschillende mogelijkheden voor transformatie. Voor het beëindigen of gedwongen transformeren van tankstations zijn de bevoegdheden beperkt. We werken de mogelijkheden voor het uitsterfbeleid van tankstations uit in het Transitieplan Tankstations.

6. In hoeverre moeten we rekening houden met de vestiging van nieuwe brandstofverkooppunten in de gemeente Utrecht? Is het college bekend met plannen hiervoor? Zo ja, hoeveel nieuwe stations en waar?

Antwoord: Er worden geen nieuwe brandstofverkooppunten gevestigd in de gemeente. Op dit moment vinden gesprekken plaatst over de verplaatsingen van de BP locatie Galgenwaard naar Hooggelegen. Wel wordt een ruimtelijke verkenning gestart voor het vinden van 3 tot 5 locaties langs de ring waar circa 30 snelladers geplaatst kunnen worden die nodig zijn in 2030. Op deze locaties wordt geen fossiele brandstof verkocht.

7. Heeft het college afdoende instrumenten om aanvragen voor nieuwe brandstofverkooppunten eventueel te kunnen weigeren en welke rol kan de gemeenteraad hier spelen?

Antwoord: Ja. De gemeente is niet verplicht aanvragen voor nieuwe brandstofverkooppunten te honoreren.

8. Als het college het met ons eens is dat we een uitsterfbeleid voor tankstations voor fossiele brandstoffen zouden moeten invoeren, is het college bereid om met een plan te komen dat tot doel heeft:
  1. a) de vestiging van nieuwe tankstations voor fossiele brandstoffen binnen de gemeentegrenzen van Utrecht niet toe te staan;
    b) het aantal bestaande fossiele tankstations af te bouwen;
    c) daar een voorstel aan toe te voegen wat we met eventueel vrijvallende ruimte kunnen doen (als in: wordt het een laadstation voor elektrische voertuigen, wordt het gebruikt om bomen en struiken, of iets anders?).
    Zo ja, op welke termijn?

Antwoord: Wij hebben u eind september het Plan Laadinfrastructuur 2030 toegestuurd. Hierin staat ons beleid ten aanzien van de plaatsing van laadinfrastructuur bij tankstations uiteengezet. Daarnaast zijn we zoals ook opgenomen in het coalitieakkoord voornemens om een strategie te ontwikkelen om tankstations te transformeren of uit te faseren De verwachting is dat we u over dit Transitieplan Tankstations in het tweede kwartaal 2023 nader kunnen informeren.

Maarten van Heuven, Partij voor de Dieren
Rachel Heijne, GroenLinks
Ralph Peters, D66
Annemarijn Oudejans, Student & Starter

Interessant voor jou

Mondelinge vragen Een donkerder Nacht van de Nacht in Utrecht

Lees verder

Mondelinge vragen Ook in Utrecht mag niemand uit de schuldhulpverlening vallen

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer