Schrif­te­lijke vragen Verhard, tenzij?


Indiendatum: 30 jan. 2023

Sinds een aantal jaren wordt de openbare ruimte in Utrecht ingericht aan de hand van principes als ‘groen, tenzij’ en ‘onverhard, tenzij’. Dit is bijvoorbeeld te lezen in de ‘Nota Gezondheid voor iedereen’, de motie ‘Groen, tenzij in de praktijk’ en de motie ‘Ook parkeerplaatsen groen tenzij’. Wat ons betreft prachtige principes, die hard nodig zijn om onze stad toekomstbestendig en leefbaar te houden en te maken. We zien echter dat het in de praktijk nog niet altijd goed gaat. Op veel plekken zien we wat ons betreft teveel verharding en te weinig groen. De ChristenUnie, PvdD en D66 zijn benieuwd hoe dit ondanks de vastgestelde principes kan ontstaan. De volgende locaties zijn locaties waar wij meer mogelijkheden voor groen zien:

  • De Westerkade
  • De Churchilllaan
  • De Zambesidreef
  • Openbare gedeelte Lage Weide
  • Stadhuisplein
  • De Asch van Wijckskade

Dit brengt ons tot de volgende vragen:

1. Is het college het met ons eens dat ‘groen, tenzij’ en ‘onverhard, tenzij’ goede principes zijn om toe te passen op ontwikkelingen in de openbare ruimte?

2. Hoe werd of wordt de afweging gemaakt als het gaat om ‘groen, tenzij’ bij de Westerkade, de Churchilllaan, de Zambesidreef, het openbare gedeelte bij Lage Weide, het Stadhuisplein en de Asch van Wijckskade? Graag toegespitst per specifieke locatie.

3. Wat zijn de voornaamste redenen voor het college om te kiezen voor verharding in plaats van voor groen of onverhard bij ontwikkelingen in de openbare ruimte?

4. Hoe komt het dat in de praktijk soms alsnog wordt gekozen wordt voor verharding, terwijl de gemeente juist wil vergroenen?

5. Zijn er reeds gemaakte plannen aangepast om onnodig verharde plekken te vergroenen? Zo nee, waarom niet?

6. Zijn er plannen om bestaande onnodig verharde plekken te vergroenen? Zo ja, welke?

7. Op welke wijze (naast het initiatievenfonds) kunnen bewoners daaraan bijdragen of het initiatief toe nemen? Hoe kunnen we bewoners actiever benaderen?

Rik van der Graaf, ChristenUnie
Lisanne Snippe, Partij voor de Dieren
Nadia Stylianou, D66

Indiendatum: 30 jan. 2023
Antwoorddatum: 7 mrt. 2023

Sinds een aantal jaren wordt de openbare ruimte in Utrecht ingericht aan de hand van principes als ‘groen, tenzij’ en ‘onverhard, tenzij’. Dit is bijvoorbeeld te lezen in de ‘Nota Gezondheid voor iedereen’, de motie ‘Groen, tenzij in de praktijk’ en de motie ‘Ook parkeerplaatsen groen tenzij’. Wat ons betreft prachtige principes, die hard nodig zijn om onze stad toekomstbestendig en leefbaar te houden en te maken. We zien echter dat het in de praktijk nog niet altijd goed gaat. Op veel plekken zien we wat ons betreft teveel verharding en te weinig groen. De ChristenUnie, PvdD en D66 zijn benieuwd hoe dit ondanks de vastgestelde principes kan ontstaan. De volgende locaties zijn locaties waar wij meer mogelijkheden voor groen zien:

  • De Westerkade
  • De Churchilllaan
  • De Zambesidreef
  • Openbare gedeelte Lage Weide
  • Stadhuisplein
  • De Asch van Wijckskade

Dit brengt ons tot de volgende vragen:

1. Is het college het met ons eens dat ‘groen, tenzij’ en ‘onverhard, tenzij’ goede principes zijn om toe te passen op ontwikkelingen in de openbare ruimte?

Antwoord: Ja, daar zijn we het mee eens. Het sluit aan op onze opgaven in het coalitieakkoord en het is opgenomen in het Handboek Openbare Ruimte (HOR).

2. Hoe werd of wordt de afweging gemaakt als het gaat om ‘groen, tenzij’ bij de Westerkade, de Churchilllaan, de Zambesidreef, het openbare gedeelte bij Lage Weide, het Stadhuisplein en de Asch van Wijckskade? Graag toegespitst per specifieke locatie.

Antwoord: Het doel van het hanteren van het leidende principe “groen, tenzij”, is overbodige verharding voorkomen. Dit doen we door bij het ontwerp uit te gaan van het idee dat alle openbare ruimte groen is en we de benodigde verharding daarin projecteren in plaats van groen te tekenen op plekken waar ruimte overblijft. Dit is een uitdaging, omdat het nog maar recent wordt toegepast en vraagt om een verandering van werkwijzen en processen. Dit geldt voor de eigen ontwerpen in onze eigen projecten,
maar ook voor die van ontwikkelaars. Met het hanteren van het principe ‘Groen, tenzij’, willen we de vergroening versnellen.

We zien ondertussen dat het bij projecten steeds beter lukt om meer groen te maken, wat ook nodig is voor klimaat, biodiversiteit en gezondheid. Vanuit eerder groenbeleid zoals de actualisatie Groenstructuurplan 2018 en eerder wijkgroenplannen werkten we al aan vergroening, maar zagen we dat bij het ontwerpen nog vaak eerst naar de “grijze” functies werd gekeken (zoals bij uw voorbeelden van de Van Asch van Wijckskade en het Stadhuisplein), en dan groen volgde. Dat wilden we juist omdraaien om zo meer groen mogelijk te maken. Een aantal voorbeelden die u aangeeft betreft ontwerpen uit een eerdere periode, maar bij projecten zoals de Westelijke Stadsboulevard, maken we op die wijze veel meer groen. Eerder vergroenden we zo ook al bij o.a. de Zambesidreef door de verbinding tussen Zambesidreef en NRU op te heffen en toe te voegen aan de parkstrook. Bij de Oosterkade/Westerkade is eerder gekozen voor meer ruimte voor verblijf en verbinding met de lagergelegen vlonder in plaats van extra groen. Ook bleek het nog niet mogelijk alle parkeren op te heffen.

In de voorbeelden die u aangeeft herkennen wij zeker het beeld dat er nu te veel verharding is. Zodra die in de programmering om onderhoud of herinrichting vragen, zullen we daar ontwerpen maken die beter aan dit principe tegemoet komen.

In de diverse wijken zijn we nu samen ook met bewoners op zoek naar vergroeningskansen en realiseren we ook al overal vergroening. Recent was de vergroening van het Maasplein en Grootmeesterplein zo in het nieuws, net als projecten in Rivierenwijk en Noordwest. Ook wordt nu het project Welgelegen voorbereid (herinrichting openbare ruimte en riolering/ondergrond), waarbij meer ruimte voor groen en bomen wordt gemaakt. Die zoektocht naar meer groen en bomen doen we in alle projecten.

3. Wat zijn de voornaamste redenen voor het college om te kiezen voor verharding in plaats van voor groen of onverhard bij ontwikkelingen in de openbare ruimte?

Antwoord: Zoals al bij 2 aangegeven willen we alleen verharding waar dit echt noodzakelijk is vanuit verkeersfuncties, toegankelijkheid, veiligheid en of verblijfsruimten hierom vragen.

4. Hoe komt het dat in de praktijk soms alsnog wordt gekozen wordt voor verharding, terwijl de gemeente juist wil vergroenen?

Antwoord: Dat heeft vaak dan te maken met de noodzakelijke functies (vaak ook om toegankelijkheid voor iedereen te borgen zoals de minimale maat voor breedte trottoirs voor rolstoelen etc.). Deels zien we ook nog verharding omdat het nog eerdere ontwerpen zijn die nu nog worden uitgevoerd en al eerder in bestekken zijn opgedragen.

5. Zijn er reeds gemaakte plannen aangepast om onnodig verharde plekken te vergroenen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord: Ja, o.a. bij Rotsoord is een nadere studie uitgevoerd of er meer vergroend had kunnen worden en daar zijn nog enkele toevoegingen gedaan, waaronder ook een aantal “groentjes” op private gronden in overleg met de eigenaren. In de nieuwe plannen die nu in uitvoering zijn of recent zijn aangelegd passen we het principe ‘Groen,
tenzij’ toe en daar zien we dan ook resultaten van. Voorbeelden zoals de Westelijke Stadsboulevard en de ingreep bij het eind van de Maliebaan en Lepelenburg, Die ontwerpen leveren nu een veel groener en minder stenig beeld op. Het blijft wel altijd een afweging hoe ruimte voor de voetganger, ruimte om te verblijven, ruimte voor fietsen en fiets parkeren en andere functies samen met elkaar een goede en bruikbare openbare ruimte oplevert.

6. Zijn er plannen om bestaande onnodig verharde plekken te vergroenen? Zo ja, welke?

Antwoord: Ja, het vergroenen van straten en buurten is onderdeel van de groene schaalsprong (zie raadsbrief Strategie voor Groen van 8 maart 2022). We zijn dan ook al in een aantal wijken, zoals Rivierenwijk, Noordwest en West en Overvecht samen met bewoners aan de slag om de openbare ruimte te vergroenen. Tegelijk met deze beantwoording ontvangt u een brief over de voortgang van deze vergroeningsprojecten.

7. Op welke wijze (naast het initiatievenfonds) kunnen bewoners daaraan bijdragen of het initiatief toe nemen? Hoe kunnen we bewoners actiever benaderen?

Antwoord: In de vier wijken (zie antwoord 6) waar we aan de slag zijn komt een belangrijk deel van de vragen binnen via het wijkbureau. Om dit proces voor de stad eenvoudiger te maken zijn we bezig met de uitwerking van een loket voor groen en parkeren, zoals vermeld in het coalitieakkoord. Daarover berichten we u in het tweede kwartaal van 2023.

Rik van der Graaf, ChristenUnie
Lisanne Snippe, Partij voor de Dieren
Nadia Stylianou, D66

Interessant voor jou

Mondelinge vragen Utrechtse aanpak van femicide

Lees verder

Schriftelijke vragen Geluidsoverlast horeca Nobelstraat

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer