Schrif­te­lijke vragen Voor het hard­drugs­verbod is feite­lijke infor­matie hard nodig


Indiendatum: 19 mrt. 2025

Schriftelijke vragen 41, 2025

Op 23 januari 2025 heeft de raad Amendement 17 ‘Horizonclausule harddrugsverbod’ aangenomen om middels een horizonclausule het ingestelde harddrugsverbod te laten vervallen op 1 november 2026. Het amendement stelt dat een evaluatie van het verbod over uiterlijk anderhalf jaar gewenst is om op basis van feitelijke resultaten een weloverwogen besluit te nemen over de voortzetting, aanpassing of beëindiging van de maatregel. Vooralsnog is onduidelijk hoe deze feitelijke informatie vergaard wordt. Daarom hebben de Partij voor de Dieren, BIJ1 en D66 de volgende vragen.

1.    Het harddrugsverbod is een onderdeel van een pakket aan maatregelen die bedoeld zijn om overlast te verminderen en kwetsbare en verslaafde mensen naar zorg te begeleiden. Om duidelijk te hebben welke onderdelen van dat pakket nog nodig zijn in november 2026 moet inzichtelijk gemaakt worden wat het feitelijke effect is van de losse maatregelen. Hoe gaat het college dat aanpakken en duidelijk maken wat het effect van elke maatregel is?

2.    De zorgmaatregelen veranderen ook de omstandigheden. Zo weet het eropaf-team steeds beter de doelgroep te bereiken en de locatie om binnen te gebruiken wordt steeds beter benut. Hierdoor zou het goed kunnen dat de doelgroep in 2026 in omvang is afgenomen, minder snel terugvalt in de verslaving en de voorkeur heeft aan binnengebruik. Hoe gaat het college onderzoeken en duidelijk maken in hoeverre de situatie van de overlast veranderd is door de geïmplementeerde zorgmaatregelen?

3.    Is het college bereid in het nodige onderzoek ook de belangen en wensen van de doelgroep mee te nemen, door bijvoorbeeld bij Stichting GOUD informatie op te halen en deze te verweken in de evaluatie? Zo nee, waarom niet?

4.    Elke optie die er is om de doelgroep op een niet-repressieve manier te ondersteunen, zou door het college serieus onderzocht moeten worden. Kan het college toezeggen voorafgaand aan de evaluatie te onderzoeken of er nog andere niet-repressieve maatregelen zijn om het probleem op te lossen? Zo ja, kan het college de raad tussentijds op de hoogte brengen wanneer er een optie gevonden is? Zo nee, waarom niet?

Sjaak van Bemmel, Partij voor de Dieren
Maarten van Heuven, Partij voor de Dieren
Stevie Nolten, BIJ1
Ralph Peters, D66