Schrif­te­lijke vragen Zorg voor brand­veilige stallen in Utrecht


Indiendatum: 20 sep. 2023

Schriftelijke vragen 173/2023

Op 18 september meldde De Stad Amersfoort dat de afgelopen tijd achttien veestallen in Amersfoort door de Veiligheidsregio Utrecht (VRU) gecontroleerd zijn op brandveiligheid, en boeren kregen adviezen over het verbeteren van de veiligheid voor de dieren. Dit gebeurde volgens de VRU op nadrukkelijk verzoek van de gemeente Amersfoort. Wethouder Johnas van Lammeren: "Het is eigenlijk gek dat dit niet overal gebeurt. Er is weinig regelgeving voor brandveiligheid van veestallen in Nederland. Vaak is een rookmelder niet eens verplicht. En dat terwijl Nederland toch heel regelmatig wordt opgeschrikt door stalbranden, met vele dieren als slachtoffers.”

De Partij voor de Dieren ziet dergelijke controles ook wel zitten voor Utrecht (zolang er nog veehouders* in Utrecht zijn) en heeft daarom de volgende vragen:

1. Wat vindt het college van het feit dat Amersfoort alle veestallen heeft laten controleren op brandveiligheid en de VRU boeren heeft laten adviseren over het verbeteren van de veiligheid?

De Stad Amersfoort: “Het voldoen aan minimale wettelijke eisen geeft geen garantie voor een brandveilige situatie. Daarom adviseerden de toezichthouders van de VRU aan boeren hoe ze zelf de brandveiligheid konden verbeteren en verhogen.”

2. Wat vindt het college van het feit dat er landelijk nog steeds veel te weinig eisen worden gesteld aan de veiligheid van stallen, en dat gemeenten dit beleid moeten ‘repareren’?

3. Heeft het college hier wel eens over aan de bel getrokken bij de Rijksoverheid en zo ja, wanneer? Zo nee, waarom niet, en is het college bereid dit alsnog te doen? Zo nee, waarom niet?

4. Is het college bereid om de VRU te vragen de Utrechtse veehouders (inclusief de veehouderijen van de faculteit Diergeneeskunde) te controleren en adviseren? Zo nee, waarom niet?

5. Is het college bereid om als volgende stap de VRU te vragen dit ook bij de Utrechtse steedes en kinderboerderijen te doen, omdat daar soms ook verouderde stallen staan? Zo nee, waarom niet?

6. Ziet het college nog meer dierenverblijven voor zich die een dergelijke controle en advies kunnen gebruiken? Zo ja, welke?

7. Welke middelen en verantwoordelijkheden heeft de gemeente Utrecht als het gaat om het verbeteren van de brandveiligheid van de stallen op ons grondgebied? Op welke manier kan en wil het college houders van dieren helpen de brandveiligheid te garanderen?

8. Indien het college dit ook in Utrecht gaat doen en de mogelijkheid bestaat dat boeren/houders van veedieren een controle weigeren: wat gaat het college doen om ervoor te zorgen dat toch alle stallen gecontroleerd worden, in het belang van de dieren?

9. Indien blijkt dat er zeer onveilige stallen in Utrecht zijn voor dieren: wat kan en gaat het college hieraan doen?

10. Indien het college de VRU gaat inschakelen voor controles van en advies over brandveiligheid: wanneer gaat dit gebeuren, en wanneer en hoe kan het college hierover terugkoppelen aan de raad?

* De Partij voor de Dieren noemt dieren liever geen ‘vee’, maar voor de duidelijkheid en eenduidigheid met het artikel in De Stad Amersfoort nemen we deze terminologie even over.

Lisanne Snippe, Partij voor de Dieren
Saskia Oskam, Partij voor de Dieren

Indiendatum: 20 sep. 2023
Antwoorddatum: 23 okt. 2023

Schriftelijke vragen 173/2023

Op 18 september meldde De Stad Amersfoort dat de afgelopen tijd achttien veestallen in Amersfoort door de Veiligheidsregio Utrecht (VRU) gecontroleerd zijn op brandveiligheid, en boeren kregen adviezen over het verbeteren van de veiligheid voor de dieren. Dit gebeurde volgens de VRU op nadrukkelijk verzoek van de gemeente Amersfoort. Wethouder Johnas van Lammeren: "Het is eigenlijk gek dat dit niet overal gebeurt. Er is weinig regelgeving voor brandveiligheid van veestallen in Nederland. Vaak is een rookmelder niet eens verplicht. En dat terwijl Nederland toch heel regelmatig wordt opgeschrikt door stalbranden, met vele dieren als slachtoffers.”

De Partij voor de Dieren ziet dergelijke controles ook wel zitten voor Utrecht (zolang er nog veehouders* in Utrecht zijn) en heeft daarom de volgende vragen:

1. Wat vindt het college van het feit dat Amersfoort alle veestallen heeft laten controleren op brandveiligheid en de VRU boeren heeft laten adviseren over het verbeteren van de veiligheid?

Binnen de beperkte beschikbare capaciteit moeten keuzes gemaakt worden waar de capaciteit op wordt ingezet. Deze keuze vindt plaats bij het opstellen van het gemeentebrede handhavingsprogramma toezichts- en handhavingscapaciteit. Binnen de beschikbare middelen is er geen ruimte een extra doel toe te voegen en zijn we aangewezen op de inzet van de RUD en de VRU. De brandveiligheid van dierenverblijven in Utrecht is op 19 maart 2019 aan de orde geweest in de commissie Stad en Ruimte. Wij hebben destijds de Regionale Uitvoeringsdienst (RUD) verzocht om tijdens de reguliere controlebezoeken bij agrarische bedrijven ondernemers te attenderen op het Actieplan brandveilige veestallen 2018-2022.

De Stad Amersfoort: “Het voldoen aan minimale wettelijke eisen geeft geen garantie voor een brandveilige situatie. Daarom adviseerden de toezichthouders van de VRU aan boeren hoe ze zelf de brandveiligheid konden verbeteren en verhogen.”

2. Wat vindt het college van het feit dat er landelijk nog steeds veel te weinig eisen worden gesteld aan de veiligheid van stallen, en dat gemeenten dit beleid moeten ‘repareren’?

Het Bouwbesluit geeft minimale eisen waar elk gebouw in Nederland aan moet voldoen. Op 1 april 2014 is het Bouwbesluit gewijzigd. Nieuw te bouwen stallen moeten aan een verzwaarde prestatie-eis voldoen. Landelijk is er een hoge eis gesteld aan de brandbaarheid van de toegepaste bouwmaterialen. Deze eis gaat verder dan de eis voor woningen. Het is dus een vrij hoge eis voor de veiligheid van stallen. De eisen voor nieuw te bouwen stallen liggen veel hoger dan de eisen die aan bestaande stallen worden gesteld. Het is juridisch niet mogelijk om de nieuwe (hogere) eisen te stellen aan bestaande stallen.

3. Heeft het college hier wel eens over aan de bel getrokken bij de Rijksoverheid en zo ja, wanneer? Zo nee, waarom niet, en is het college bereid dit alsnog te doen? Zo nee, waarom niet?

Het college heeft destijds de acties zoals de wijziging van het Bouwbesluit als gevolg van politieke toezeggingen (om het aantal stalbranden en het aantal dieren dat omkomt bij stalbranden te verminderen) en het actieplan gevolgd. Derhalve vinden we het niet noodzakelijk om de Rijksoverheid te benaderen.

4. Is het college bereid om de VRU te vragen de Utrechtse veehouders (inclusief de veehouderijen van de faculteit Diergeneeskunde) te controleren en adviseren? Zo nee, waarom niet?

We gaan met de VRU in overleg of zij preventieadviezen kunnen geven. De gemeente voert samen met de VRU controles uit om (brand)veiligheid in gebouwen, evenementen en bij bedrijven met gevaarlijke stoffen te vergroten. In het gemeente brede handhavingsprogramma staat hoe de toezichts- en handhavingscapaciteit wordt ingezet.

5. Is het college bereid om als volgende stap de VRU te vragen dit ook bij de Utrechtse steedes en kinderboerderijen te doen, omdat daar soms ook verouderde stallen staan? Zo nee, waarom niet?

Antwoord bij 4.

6. Ziet het college nog meer dierenverblijven voor zich die een dergelijke controle en advies kunnen gebruiken? Zo ja, welke?

Ja, te denken valt ook aan asielen, dierenpensions of opvanglocaties.

7. Welke middelen en verantwoordelijkheden heeft de gemeente Utrecht als het gaat om het verbeteren van de brandveiligheid van de stallen op ons grondgebied? Op welke manier kan en wil het college houders van dieren helpen de brandveiligheid te garanderen?

De eigenaar is primair verantwoordelijk voor de brandveiligheid van de stal. De stallen vallen onder het bevoegd gezag van de gemeente Utrecht.
• Het bouwtoezicht kan een inspectie uitvoeren en controleren of een pand niet door de ondergrens van het Bouwbesluit gaat.
• De RUD voert milieutaken (vergunningverlening, handhaving en advies) uit in Utrecht en kan namens de gemeente bij de milieucontroles aandacht voor de brandveilige stallen vragen.
• De VRU kan controles uitvoeren en preventieadviezen geven. Het is niet af te dwingen dat eigenaren de adviezen van de RUD of van de VRU opvolgen. De inzet is afhankelijk van de beschikbare capaciteit, middelen en de afweging bij de totstandkoming van het Handhavingsprogramma.

8. Indien het college dit ook in Utrecht gaat doen en de mogelijkheid bestaat dat boeren/houders van veedieren een controle weigeren: wat gaat het college doen om ervoor te zorgen dat toch alle stallen gecontroleerd worden, in het belang van de dieren?

Zie antwoord bij vraag 4. Een ieder is verplicht aan een toezichthouder medewerking te verlenen die redelijkerwijs nodig is bij de uitoefening van zijn bevoegdheden.

9. Indien blijkt dat er zeer onveilige stallen in Utrecht zijn voor dieren: wat kan en gaat het college hieraan doen?

De gemeente kan handhaven op het niet naleven van de eisen uit het Bouwbesluit. Bij het constateren van een overtreding starten we het reguliere handhavingsproces.

10. Indien het college de VRU gaat inschakelen voor controles van en advies over brandveiligheid: wanneer gaat dit gebeuren, en wanneer en hoe kan het college hierover terugkoppelen aan de raad?

Zie antwoord op vraag 4. De resultaten van toezicht en handhaving presenteren we in het jaarlijkse Handhavingsverslag.

Lisanne Snippe, Partij voor de Dieren
Saskia Oskam, Partij voor de Dieren

* De Partij voor de Dieren noemt dieren liever geen ‘vee’, maar voor de duidelijkheid en eenduidigheid met het artikel in De Stad Amersfoort nemen we deze terminologie even over.