Commis­sie­bij­drage zonne- en wind­energie Polder Rijnenburg


20 juni 2017

Zoals u weet diende de Partij voor de Dieren op 30 juni 2015 een motie in voor zon- en windenergie in Polder Rijnenburg. In juni 2016 dienden we die nogmaals in, gezien er toen geen vaart in de plannen was en er geen steun was van enkele groene partijen. Nu lijkt het college aan de slag te zijn gegaan met deze duurzame vormen van energie, samen met het bewonerscollectief Rijne Energie en Eneco. Belangrijk en goed, maar de discussie waar we nu in zitten had al jaren eerder gevoerd moeten worden. Windenergie laat nou eenmaal de gemoederen oplaaien en dat is op zich ook logisch.

We besluiten in dit raadsvoorstel nog niet zoveel over de daadwerkelijke plannen in het gebied. Zo voelt het echter niet: de randvoorwaarden die we nu vaststellen zullen van grote invloed zijn op de scenario’s die we straks terugkrijgen van initiatiefnemers en dan in de raad bespreken. Daarom is het noodzakelijk om nu al zorgvuldig die randvoorwaarden te formuleren.

De Partij voor de Dieren ziet zowel voor mensen als voor dieren een aantal belangrijke punten niet terug in de startnotitie. Door nu die goede onderzoeksvragen en randvoorwaarden te formuleren hebben we hopelijk straks betere scenario’s voor ons liggen. Ik zal eerst ingaan op de mensen en dan op de dieren.

De Partij voor de Dieren is verbaasd, en kan zich hiermee aansluiten bij al eerdere sprekers hierover, dat er zoveel mensen zijn die in de startnotitie niet hun afwegingen terugzien en zich daardoor belazerd voelen. Het idee mee te kunnen praten tijdens stadsgesprekken, maar daarna toch niet gehoord worden. Wat is de visie van het college hierop? De PvdD is niet verbaasd over de uitslag van het stadsgesprek, gezien van tevoren de vraagstelling al zo was geformuleerd dat het niet meer ging om wat, maar alleen nog maar hoe. Dat het een mix van duurzame energie zou worden stond al vast. Hoe kan het dat er dan toch een ander gevoel is ontstaan bij omwonenden?

Om het proces niet opnieuw te moeten doen horen wij van meerdere kanten de roep om nu al kaders mee te geven aan deze startnotitie. En dat verzoek ondersteunen wij. Enkele kaders die wij belangrijk vinden noemen we bij deze:

Onder andere naar aanleiding van de RIB over dit onderwerp geeft de Natuur- en Milieufederatie een aantal aandachtspunten mee, die wij onderschrijven en ook graag nu al mee willen geven als kaders voor dit plan.

1. Het college zou de doelstelling van Rijne Energie van energievoorziening voor 60.000 huishoudens moeten overnemen. Nu staat er geen duidelijke, ambitieuze doelstelling voor, en Utrecht wil toch klimaatneutraal zijn in 2030!
2. Laat de omgeving ook meedelen in de opbrengsten van de opgewekte energie. Dit vergroot ook het draagvlak onder omwonenden. Hiertoe kan een coöperatieve vereniging worden opgericht. Rijne Energie heeft hier goede ideeën over, en laten we, als Eneco hier een rol in gaan spelen, eisen stellen aan afdracht aan de omgeving.
3. Laten we vastleggen dat de wind- en zonne-energie voor minimaal 15 jaar worden ingezet, ook omdat de SDE-subsidie hierop is gebaseerd. De Partij voor de Dieren wil geen woningbouw in dit gebied, maar wil juist van dit gebied een echt duurzaam energielandschap maken, zonder dat hier mensen tussen moeten worden ‘gepropt’.

Vraag aan de wethouder: kunnen deze 3 punten nog toegevoegd worden aan de startnotitie?

Dan zijn er volgens ons nog enkele andere randvoorwaarden die ook mee moeten. Dit zijn:

Het is belangrijk om tegenstanders van windenergie te blijven betrekken, want bijna iedereen is vóór groene energie, maar mensen zijn toch bang voor overlast. Als het goed is wordt bij de plannen goed gekeken naar het minimaliseren van de geluidsoverlast, en ook van de eventuele slagschaduw, maar volgens omwonenden is dit niet voldoende vastgelegd. Hoe vaak slagschaduw voorkomt bij een bepaalde woning valt goed te berekenen. Maak samen met omwonenden goede plannen en afspraken over de windmolens en leg ook dit nu al vast in de randvoorwaarden voor de scenario’s, want dat stelt omwonenden geruster. Een ander belangrijk element is om nu al mensen de garantie te geven dat zij kunnen beschikken over een knop in huis om windmolens uit te zetten bij overlast. Rijne Energie heeft hier ook een aantal suggesties voor gedaan in een brief naar de gemeenteraad.

Vogels en vleermuizen
Dan over naar randvoorwaarden voor dieren. Want het klinkt logisch, maar windmolens gaan bouwen op plekken die belangrijk zijn voor vogels en vleermuizen, dat zou niet moeten kunnen. Dus niet in een weidevogelgebied, en niet op vliegroutes van grote roofvogels en andere vogels die tegen de turbines kunnen aanvliegen.

Dit valt gelukkig goed te onderzoeken. De kans is groot dat de windturbines slachtoffers maken onder vleermuizen.

Vleermuizen weten door echo-locatie waar zij zijn, maar een windturbine is een geval apart. Waar vleermuizen namelijk geen rekening mee kunnen houden is de turbulentie vlak achter een windturbine. En daar gaat het mis. Die turbulentie is zo heftig dat dit als het ware de vleermuizen kapot ‘zuigt’ en ze op die manier doodt. Je moet dus bij het zoeken naar locaties voor windturbines daarom goed en gedegen vleermuisonderzoek doen om te kijken of die plek door vleermuizen wordt gebruikt om te foerageren.

Daarom moeten daar in de startnotitie concrete onderzoeksvragen en randvoorwaarden over worden opgenomen. Zoals dat ook voor landschappelijke waarden en cultuurhistorische waarden is gedaan (in paragraaf 6.2), moeten ook voor de ecologische- en natuurwaarden onderzoeksvragen worden opgenomen. Kan de wethouder dat toezeggen?

Ik zal een aantal voorbeelden geven wat de Partij voor de Dieren graag terug zou zien in de paragraaf over ecologische waarden (6.2.4.). Er wordt nu verwezen naar de Wet natuurbescherming, maar ondanks de mooie titel van die wet worden dieren daarmee helaas niet goed beschermd. We moeten daar dus als gemeente meer voorwaarden voor meenemen. Bijvoorbeeld bescherming van foerageergebieden en vaste vliegroutes van vleermuizen, want die Wet Natuurbescherming beschermt enkel rust- en voortplantingsplaatsen, maar verder niets.

Er moet ook een onderzoeksvraag komen hoe de initiatiefnemers rekening gaan houden met vleermuizen en welke mogelijkheden zij zien om te voorkomen dat de vleermuizen in turbulentie kapot gezogen worden. Omdat vleermuizen met name bij relatief warme en windstille nachten vliegen kan een oplossing zijn om op die momenten de molens niet te laten draaien. Noem het een soort stopknop voor vleermuizen, dat is te programmeren.

Het onderzoek moet zich niet alleen richten op vleermuizen, maar ook op bescherming van andere dieren (roofvogels). Ook voor hen is enkel een verwijzing naar de Wet Natuurbescherming onvoldoende. Ook de schaal van windturbines heeft effect, daarom moet het onderzoek inzichtelijk maken welk type windturbine welk effect op dieren heeft.

We pleiten er dan ook bij het college voor - of eigenlijk eisen we dit - om in de oriëntatiefase, de planfase maar ook in alle fasen daarna vogels en vleermuizen mee te nemen, om te voorkomen dat zij het slachtoffer worden van de windmolens. Duurzame energie moet natuurlijk niet ten koste gaan van de natuur!

Het flora- en faunaonderzoek moet zo snel mogelijk starten, zodat initiatiefnemers er bij het ontwikkelen van de plannen zo snel mogelijk rekening mee kunnen houden. Kan de wethouder toelichten hoe dit in het proces zit en welke mogelijkheden zij heeft om te zorgen dat het flora en fauna onderzoek zo vroeg mogelijk in het proces wordt ingezet?

Afrondend, natuur- en milieuorganisaties zijn positief over dit initiatief, en wij zijn dat ook. Duurzame energie vraagt enige inschikkelijkheid van mensen en vraagt ook ruimte. Maar laten we er samen voor zorgen dat we in ieder geval de komende 15 jaar, maar het liefst langer, écht duurzame energie gaan opwekken in Polder Rijnenburg, waar veel inwoners van Utrecht van kunnen profiteren.

Interessant voor jou

Commissiebijdrage Busbaan Dichterswijk

Lees verder

Commissiebijdrage Jaarverslag Dierenwelzijn 2016

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer