Commis­sie­bij­drage financiën Voor­jaarsnota 2021


22 juni 2021

Corona heeft een directe aanslag gepleegd op de gezondheid van velen van ons, maar ook op ons inkomen, onze financiële zekerheden en ook de gemeentebegroting. De Voorjaarsnota laat een hoop ombuigingen en investeringen zien die bijdragen aan de bestaanszekerheid van onze inwoners, onze ZZP’ers en ondernemers. De coronacrisis kost geld, en het college kiest ervoor niet te bezuinigen, maar financiële instrumenten anders in te zetten. Dat steunen wij, ook al zitten er risico’s aan.

Laten we eerst met een feit beginnen. In 2020 was er een overschot van 15 miljoen euro. En ook de afgelopen jaren sloot de Utrechtse begroting met een overschot. Wat overblijft zal naar de algemene reserve stromen, maar mijn fractie zou er ook wel voorstander van zijn om wat overblijft uit te geven.

Zoals ik bij de Algemene Beschouwingen al zei: deze Voorjaarsnota stelt meer dan ooit de mens centraal. Wat ergens logisch is, want de coronacrisis zorgde voor meer armoede, meer eenzaamheid en meer depressies. Maar ondertussen nemen de klimaatcrisis en de biodiversiteitscrisis in omvang toe. De schade van klimaatverandering gaat Utrecht minstens 1,6 miljard kosten. De Partij voor de Dieren vindt het dan ook onbegrijpelijk dat het programma duurzaamheid geen extra budget toegewezen heeft gekregen. Zeker niet als we in de RSU lezen dat de ambitie om klimaatneutraal te worden is uitgesteld tot 2050. Het is niet voor niets dat we al een motie hebben ingediend om wél klimaatneutraal te worden in 2030 en daarbij ook een financiële onderbouwing te hebben. Want dat is wel een vraag die we hebben aan dit college: als we de begroting zoals die nu is continueren, wanneer zouden we dan klimaatneutraal zijn? Is de begroting er überhaupt op ingericht om die doelstelling te halen?

Ons tweede grote bezwaar bij de Voorjaarsnota: dit college heeft zich in de nesten gewerkt door zich financieel afhankelijk te maken van groei. Want nu de groei wat stagneert, schrijft het college: “helaas groeit de stad niet zo hard al gedacht”. En moet er elders in de begroting geld gevonden worden om het gemiste bedrag (van 3 miljoen?) voor de komende jaren op te vangen. Onze vraag is: vindt de wethouder het ook ongezond om de begroting zo afhankelijk te maken van groei?

Problematisch vinden wij dat inkomsten uit grondexploitaties, zoals in het Stationsgebied, nodig zijn om te begroting sluitend te maken. Dat leidt tot een volgebouwde stad, met minder ruimte voor groen en dieren. En met schrijnende voorbeelden: bewoners aan de Croeselaan moeten hun huis uit en maken plaats voor een park, en ondertussen wordt het Daalsepark volgebouwd omdat we die inkomsten nodig hebben. De Partij voor de Dieren is geen voorstander van het volbouwen van de stad, zeker niet als we die inkomsten begrotingstechnisch nodig hebben.

Met het verhogen van de OZB hebben wij minder moeite. Maar wel met het feit dat, zoals nu, elke huizenbezitter even hard geraakt wordt. De Partij voor de Dieren wil dat OZB-tarieven afhankelijk worden van de energiewaarde van het huis. Want dan helpen we de wereld weer wat verder. De wethouder ziet hierin vanwege het gelijkheidsbeginsel geen mogelijkheden. Maar ondertussen is er door het Rijk wel een groene heffingskorting ingevoerd die gemeenten mogelijkheden geeft om via de OZB te sturen op verduurzaming. Gemeenten maken hier alleen nog geen of weinig gebruik van. En onze fractie vraagt zich af: is het college bereid om dit instrument in te gaan zetten, en breeduit te communiceren? En over de OZB: is de wethouder bereid om aan de nieuwe regering over te dragen dat gedifferentieerde tarieven mogelijk gemaakt moeten worden?

Mijn fractie heeft al vaker het punt van groene leges aangehaald. Bij de Programmabegroting nam de wethouder Motie 400/2020 over:

  • Het in Utrecht gebruikte systeem van leges te vergroenen door gedifferentieerde tarieven in te voeren volgens het principe de vervuiler betaalt, waarbij het totale systeem kostendekkend blijft en het gelijkheidsprincipe van kracht blijft;
  • Een voorstel hiertoe aan de raad te doen in uiterlijk het derde kwartaal van 2021.

En ook al gaf de wethouder hierbij een winstwaarschuwing, we zien hiernaar uit.

Wel graag zouden wij willen dat het systeem van leges, zoals gehanteerd bij bijvoorbeeld festivals, kostendekkend wordt. En zouden we meer budget voor VTH willen. Hier komen we op terug.

In de begroting wordt een aantal financiële meevallers genoemd die doorgesluisd worden naar de algemene reserve. Mijn fractie wil ingaan op de 100.000 euro die Oud-Amelisweerd niet nodig heeft. Wij willen dat bedrag in het gebied houden en gebruiken voor de problemen in Amelisweerd. En wel door het in te zetten voor het tegengaan van zwerfafval, voor het verbeteren van natuur en biodiversiteit en voor een betere handhaving van overlast. Erkent de wethouder dat Amelisweerd, met de toegenomen recreatie, het geld nodig heeft en is zij alsnog bereid om die 100.000 euro hiertoe in te zetten? Wij overwegen een amendement.

Voorzitter, waar wij een structureel probleem mee hebben: de hondenbelasting. Dieren zijn geen dingen waar je belasting op kunt heffen én de inkomsten gaan niet eens naar dierenwelzijn (maar naar de Algemene Middelen). Wij blijven er dan ook voor pleiten dat de hondenbelasting voor particulieren afgeschaft wordt en dat in de tussentijd het geld wordt besteed aan het verbeteren van dierenwelzijn in Utrecht. We weten dat de wethouder dit niet wil. Terwijl dit nodig is, want de Dierenambulance, Dierenvoedselbank en Vogelopvang hebben dringend extra geld nodig. Hier komen we ook op terug de komende dagen.

Ondertussen debatteerde de Tweede Kamer deze maand over het burgerinitiatief tot het afschaffen van de hondenbelasting. En er is een motie aangenomen die de regering opdraagt de gevolgen voor afschaffing te onderzoeken (Motie 35569 van de VVD). Onze vraag: is ons college bereid om de gevolgen van afschaffing van hondenbelasting, in analogie van de motie, ook voor Utrechtse particulieren te onderzoeken? Commerciële houders van honden mogen wat ons betreft uitgezonderd worden, zij maken immers winst op dieren.