Commis­sie­bij­drage Raads­voorstel Ontwik­kelplan en inves­te­rings­be­slissing Berlijn­plein


1 april 2021

Wat fijn dat er in Leidsche Rijn eindelijk op zo’n schaal een plek voor cultuur komt. Dit deel van Utrecht is zowat een stad op zichzelf en krijgt nu ook de voorzieningen die daarbij passen. De Partij voor de Dieren is zeer te spreken over deze mooie plannen en over de ambities op het gebied van circulariteit. Het is goed om te zien dat de gemeente broedplaatsen voor creativiteit en nieuw, duurzaam ondernemerschap creëert.

Dit ontwikkelplan biedt nog behoorlijk wat ruimte voor invulling, zowel inhoudelijk als ruimtelijk. Heel veel is ook nog niet duidelijk. Hoe gaat het er precies uit zien? Mijn fractie heeft een aantal punten om mee te geven aan het college.

Een eerste punt over de circulaire ambities. Dat heeft natuurlijk alles te maken met de toekomst van de stad en daar sluit het mooi bij aan. Duurzame innovatieve bouw is de toekomst. Mijn fractie is blij dat ecologische waarde hierbij ook wordt benoemd, want niet alle waarde is in geld uit te drukken.

Over de meetmethodiek circulair heb ik een aantal vragen. Is er hier al een plan van aanpak voor? Hoe gaat de gemeente er zicht op houden? En hoe blijft de raad op de hoogte van ontwikkelingen? Dit project is een voorbeeldproject, een start om een raamwerk op te zetten voor toekomstige projecten. Zo’n raamwerk is ontzettend belangrijk. Het rekenen met restwaarde is nu nog niet de norm voor vastgoedprojecten. Dit dekkingsplan is met de traditionele 40 jaar berekend. Dat geeft een vertekend beeld. In de toelichting die we kregen werd gesteld dat life cycle voordeel nog komt, maar nu simpelweg niet berekend kan worden en dat daar geen beleid voor is. Maar dit soort berekeningen kun wel degelijk al gemaakt worden, daarvoor verwijs ik graag naar bijvoorbeeld de Residual Value Calculator die TNO heeft ontwikkeld. Dat het beleid nog mist, daar kan de gemeente wat aan doen. Wethouder, kunt u ons toezeggen beleid en meetmethodiek voor circulair ontwikkelen te gaan maken, bijvoorbeeld geïnspireerd door het TNO voorbeeld dat ik noemde? En wanneer kunnen wij dit passende beleid en de meetmethodiek voor circulair bouwen verwachten?

Dan de aantrekkingskracht van zo’n nieuwe grootstedelijke plek. Dat is heel mooi. Maar gaat er ook gedacht worden aan hoe alle bezoekers die niet om de hoek wonen, die ook van over de brug, buiten de stad of zelfs van buiten het land gaan komen, hun reis op een duurzame, gezonde en verkeersveilige manier kunnen maken? De Partij voor de Dieren ziet graag dat publiek gestimuleerd gaat worden om met het OV, de fiets, of de benenwagen te komen. Ik zou dan ook graag een toelichting van de wethouder krijgen over duurzame ontwikkeling qua vervoer. Hoe zit het met de fietsenstallingen? Hoe gaan bezoekers gemotiveerd worden om met het OV te komen? En wat wordt er bijvoorbeeld in de openbare ruimte gedaan om een veilig en aantrekkelijk voetpad van het station naar het Berlijnplein te realiseren?

In de plannen wordt ook aangegeven dat er “goede groene buitenruimte” gerealiseerd gaat worden. Wat is volgens het college goede groene buitenruimte? Is daar ook genoeg gedacht aan biodiversiteit, en is dat niet alleen een grote lap gras voor picknicks? Wat kunnen wij ons hierbij voorstellen? Kan de wethouder toezeggen om biodiversiteit een doorslaggevend criterium te laten zijn bij de inrichting hiervan en te zoeken naar aansluiting op de stedelijke groenstructuur? Want Leidsche Rijn centrum en de omgeving van het Berlijnplein is helaas een nogal stenige vlakte. Graag een reactie van de wethouder.

Daarop aansluitend: is er ook genoeg plaats voor dieren om deel te nemen aan zo’n mooie plek? Wethouder, graag een toezegging dat diervriendelijk bouwen als randvoorwaarde wordt opgenomen in het ontwikkelplan.

Over de bewoners gesproken, hoe gaan we de verbondenheid met de wijk voor elkaar krijgen? Het idee is om mensen echt betrokken te maken, samen het programma vorm te geven en de scheiding tussen publiek en makers te veranderen. Maar, hoe ziet de combinatie van grootstedelijkheid en lokaal geworteld zijn eruit in de praktijk? Ook ruimte voor nieuwkomers om in gesprek te gaan met bewoners is belangrijk, culturen samenbrengen, zoals ook werd aangegeven in de raadsinformatiebijeenkomst door een buurtbewoner met een vluchtelingenachtergrond. Het is belangrijk inclusief te zijn en iedereen te betrekken, en dan met name buurtbewoners. Jongeren, ouderen, ook hele jonge kinderen, mensen met een beperking; echt iedereen. Hoe gaat dit volgens de wethouder lukken? Kan wethouder toezeggen dat het betrekken van de wijkbewoners onderdeel van de opdracht aan de gebruikers van en organisaties verbonden aan het Berlijnplein gaat worden?

Het is goed dat er ook ambitie is om een diversiteit aan culturele spelers samen te brengen. Het was heel mooi om te zien hoeveel energie de deelnemende partijen hebben. Aan enthousiasme mist het niet. Wat nog wel lijkt te missen is amateurkunst, en dan met name een goede plek voor amateurdans in de stad. Tijdens de RIB werd het duidelijk dat er al veel amateurorganisaties zijn die een goede verbinding hebben met de wijk. Kan de wethouder toelichten op welke manier amateurkunst een plek krijgt in het Berlijnplein en wat het college doet om de nu al actieve amateurkunstorganisaties, waar veel ervaring en kennis is, te betrekken bij de ontwikkeling van Berlijnplein?

Andere groepen die wij graag betrokken zouden zien worden zijn scholieren van basis onderwijs en voortgezet onderwijs. Deze worden nu nergens in het ontwikkelplan genoemd. Heeft de wethouder hier een visie op? Hoe worden scholen betrokken bij het programma?

Al met al zijn dit voor nu al hele mooie plannen, en mijn fractie kijkt uit naar de uitwerking. Dan nog een laatste vraag aan de wethouder; hoe garanderen we nu dat dit inderdaad uitgevoerd kan worden zoals het er staat?