Commis­sie­bij­drage Raads­voorstel Vast­stelling Ontwik­kel­per­spectief Maar­schal­ker­weerd


25 juni 2020

Hartelijk dank voorzitter. We hebben een redelijk aantal punten over het Ontwikkelperspectief Maarschalkerweerd, dus laat ik gelijk ter zake komen.

Wat allereerst onze aandacht heeft is de balans tussen parklandschap en sportcampus, en de balans tussen recreatie en natuur binnen die parkgebieden. De zorg van de Partij voor de Dieren is hierbij dat de ecologische waarde van het groen niet voldoende wordt gewaarborgd. In het Ontwikkelperspectief lezen we, en ik citeer: Het stedelijk leven is in harmonie met de leefgebieden van planten en dieren en er is plek voor stadslandbouw. Door gevarieerde inrichting en bodem is het rijk aan biodiversiteit. Voor diverse flora en fauna is het een uniek leefgebied. Einde citaat. Die harmonie waarover wordt gerept, hoe wordt dit nou gegarandeerd? Het Ontwikkelperspectief zet in op het maximaal toegankelijk maken van Maarschalkerweerd, en ook het beter toegankelijk maken van Amelisweerd. Waarom worden er geen plekken gereserveerd voor de natuur, waar dieren in rust kunnen leven? Hoe gaat de wethouder de balans tussen natuur enerzijds, en recreatie en sport anderzijds, waarborgen? Kan de wethouder toezeggen dat er bij de ontwikkeling van Maarschalkerweerd ook een substantiële hoeveelheid groen wordt ontwikkeld die specifiek gericht is op het bieden van schuil-, voedings- en verblijfsmogelijkheid voor flora en fauna, waarbij ecologische verbindingen ook worden gewaarborgd? En dan over de bruggen en paden: deze zorgen voor versnippering van leefgebied van dieren en ze beperken de hoeveelheid rustige plekjes. Kan de wethouder daarom toezeggen om in te zetten op zo min mogelijk bruggen en paden in het gebied, bijvoorbeeld te beginnen met één brug bij de Mytylweg, en dat er bij het ontwerp van de paden ook rustige stukken in acht worden genomen?

De Vier Lunetten, voorzitter, deze zijn van cultuur-historisch belang. Wij begrijpen dat restauratie nodig is, en dat daarvoor bomen weg zouden moeten, maar dat ze niet op die plek worden herplant omdat ze er in het verleden ook niet stonden. Voorzitter, hier zijn we echt op tegen. De Lunetten hebben naast een cultuur-historisch belang ook een ecologisch belang. Kan de wethouder toezeggen zo min mogelijk bomen en groen te verwijderen voor de restauratie en alles te compenseren op dezelfde plek?

Over groen gesproken, voorzitter. In het ontwikkelperspectief wordt gesproken over “de Groene Verbinding”, ook wel bekend als het “Dak op de Bak”. De Partij voor de Dieren heeft hier om verschillende redenen bezwaar tegen. Allereerst inhoudelijk: deze als zogenaamd groen gepresenteerde verbinding komt bovenop een snelweg en heeft een relatief klein oppervlak, van 249 meter breed. Hierdoor kan het nauwelijks een substantiële plaats bieden aan bomen en ander groen, en aan dieren. Bovendien, en dat is misschien nog erger, voorzitter, gaat hiermee een rustig stuk van Amelisweerd, waar op dit moment juist nog dieren een veilige plek vinden om zich ongestoord terug te trekken, overspoeld worden door mensen. En dan ten tweede: dit project is een compensatieproject van de verbreding van de A27. Dit college is bij ons weten nog steeds tegen die verbreding die ten koste gaat van honderden monumentale bomen in Amelisweerd, en de Partij voor de Dieren is dat ook.

Kan de wethouder in zijn reactie aan ons uitleggen hoe wij dit Ontwikkelperspectief moeten duiden: het staat vol met voorstellen die samenhangen met en ook gefinancierd worden met de verbreding van de A27. Betekent dit dat het college zich ineens bij die verbreding heeft neergelegd? Wij mogen toch hopen van niet. Kan de wethouder bevestigen dat dit ontwikkelperspectief los zou moeten staan van die verbreding? En kan de wethouder ook toezeggen ons te informeren welke elementen uit dit Ontwikkelperspectief gewijzigd gaan worden op het moment dat die verbreding niet doorgaat? Het lijkt de Partij voor de Dieren namelijk verstandig dat wij nog steeds inzetten op het niet verbreden en daar dus ook in ons beleid vanuit moeten gaan. En kan de wethouder ook toezeggen dat het geluid vanuit het college blijft dat Utrecht geen verbreding van de A27 wil, dat het college dit geluid blijft uitdragen naar Den Haag, en dat dit geluid ook in het Ontwikkelperspectief zal worden opgenomen?

Het Ontwikkelperspectief is lastig te wegen in die zin dat we constateren dat het op dit moment ontbreekt aan financiële dekking voor alle ambities en plannen. En ook omdat het voor een deel nieuwe plannen betreft, zoals het parklandschap en sportcampus, en voor een ander deel plannen die ook al in mobiliteitsprojecten aangekondigd zijn. (Mytylbrug, verbreding A27, aanpak Koningsweg, Waterlinieweg) In hoeverre zijn de verschillende besluiten afhankelijk van elkaar? En wat voor invloed heeft dit op wat we besluiten met dit Ontwikkelperspectief? Wij zouden graag verduidelijking van de wethouder willen hierover. Dus, kan de wethouder daarom inzichtelijk maken in hoeverre de verschillende besluiten afhankelijk zijn van elkaar, en tegen welke plannen we indirect ook ja of nee zeggen wanneer we besluiten over dit Ontwikkelperspectief? En kan inzichtelijk worden gemaakt wat verweven zit in andere raadsbesluiten? Voor de raad toelichting op krijgen?

Dan, voorzitter, nog een aantal andere punten. De Mytylschool heeft een verouderd gebouw, en een hoge verkeers-aantrekkende werking. Kan de wethouder toezeggen een zoektocht te doen naar alternatieve locaties in de buurt waar deze school een plek zou kunnen krijgen? Een plek die beter bereikbaar is en waar het leerlingenvervoer op een veiligere manier kan plaatsvinden. Zodat er meer ruimte is voor het Kromme Rijn Oeverpark.

En dan afsluitend, voorzitter, een vraag over de sportvoorzieningen. Kunnen de topsportvoorzieningen worden gecombineerd met recreatiesport en gehandicaptensport, kunnen de voorzieningen gedeeld worden? En kan bij de inrichting van de sportcampus rekening worden gehouden met energie. Maak zoveel mogelijk gebruik van de mogelijkheden om energie op te wekken door middel van zonnepanelen op de gebouwen. Kan er ook worden geprofiteerd van de kinetische energie die vrijkomt bij het sporten en die via innovatieve methoden kunnen worden omgezet in elektriciteit? Denk aan spinning fietsen, roeimachines, et cetera.

Tot zover onze bijdrage, voorzitter, hartelijk dank voor uw aandacht.